Trionfo opent Britten-jaar met Wingrave
Opera Trionfo brengt als opening van het Britten-jaar 2013 de Nederlandse scenische première van Owen Wingrave. De tournee startte vrijdagavond in Haarlem, waar muziek, spel en regie soms te lijden hadden onder een wat karige glans.
Owen Wingrave is in Nederland. Het verhaal over zijn weigering de familietraditie voort te zetten met een loopbaan in het leger schreef Henry James in de zomer van 1892. Benjamin Britten koos het als basis voor een opdrachtwerk voor de BBC, dat speciaal voor televisie werd ontwikkeld. Na de eerste uitzending door de BBC in mei 1971 was de opera ook op de Nederlandse tv te zien.
Owen Wingrave is wel het verhaal van (en door) een pacifist, maar het is maar tot op zekere hoogte een anti-oorlogopera. Daarvoor ligt het accent te veel op het conflict van de jonge Owen met zijn familie, als hij besluit niet naar Sandringhurst, de militaire academie, te gaan. De familie, en zijn aanstaande Kate, reageert streng en meedogenloos. Het is voor hen ondenkbaar dat een nazaat van de Wingraves een loopbaan in het leger weigert.
Ook het geslacht Wingrave kende zijn verliezen op het slagveld. Ze lijken aan het verdriet daarover nog meer gedecideerdheid te ontlenen dat Owen zijn toekomst in het leger moet zoeken. Als het verhaal begint, heeft Owen zijn besluit al genomen; de handeling richt zich vooral op de reacties van de bewoners van Paramore, het familielandgoed.
In Nederland was Owen Wingrave – een naam die vast niet toevallig gekozen is – nog nooit in een scenische versie te zien. Opera Trionfo had het uitstekende idee het Britten-jaar 2013 te openen met Brittens voorlaatste werk. Het Nieuw Ensemble werd gevraagd voor de begeleiding en met Ed Spanjaard had men een dirigent die Britten en zijn opera al begin jaren ’70 meemaakte bij de opvoeringen in Covent Garden. Floris Visser, die van zich liet horen als regisseur van onder meer La clemenza di Tito en in het afgelopen najaar een Delftse Carmen, maakte de enscenering.
Freeze
Het verhaal, de sfeer en de verwijzingen in de tekst roepen om een oud landhuis, waar de portretten van de voorvaderen aan de wand hangen. In de versie van Opera Trionfo zijn die elementen aanwezig, zij het in een gestileerde, geabstraheerde vorm. Het decor is een kale, betongrijze ruimte waar de wanden vol lege lijsten hangen.
De zwaarste tegenstandsters van Owen – zijn tante, zijn aanstaande Kate en haar moeder – dragen zwarte, glimmende japonnen, voorzien van een ‘queue de Paris’. Ze kijken voortdurend streng, steken de kin in de lucht ten teken van diepgaand misprijzen. Alleen Mrs. Coyle, de beminnelijke echtgenote van leraar Coyle, draagt een lichtere kleur.
Regisseur Visser laat de meeste scènes beginnen met een ‘freeze’ en kiest voor harde, snelle overgangen met behulp van een zwart voorscherm. De voor tv bedoelde elementen met dubbele scènes en dergelijke zette hij vaardig om naar het podium.
Zijn hoofdrolspeler, bariton Karel Ludvik, was kort geleden nog een trotse Escamillo in de Delftse Carmen en is hier heel overtuigend een Owen Wingrave, die heen en weer gaat tussen de strijdbaarheid van zijn ode aan de vrede en de mismoedigheid in zijn strijd met de familie. De niet makkelijk zingbare partij gaat perfect samen met zijn spel.
Mark Omvlee kan zich prima met zijn tegenspeler meten. Zijn Lechmere is minder fanatiek dan die van Nigel Douglas in de BBC-versie. Hij speelt en zingt als een goedmoedige jongen die zijn toekomstige militaire leven als een gegeven beschouwt.
Vitali Rozynko is Russisch-Amerikaans, maar in deze voorstelling als leraar Coyle zeer Brits in geluid en voorkomen. Zijn subtiele tussenpositie in de oorlog tussen Owen en zijn familie speelt en zingt hij met verve uit.
Owen heeft een, met enige suggestie beladen, goede verstandhouding met de echtgenote van Coyle. Zoals ook voor Anna Traub als Kate geldt, heeft Bauwien van der Meer een prachtige stem die een verademing is in een voorstelling waarin mannenstemmen domineren. Britten maakte alle ruimte in zijn partituur voor stevige aanzetten van de (mezzo)sopranen en die vullen beide zangeressen met gemak en kwaliteit.
Op papier is Francis van Broekhuizen een ideale Miss Wingrave, de stuurse tante. Haar aandeel is vocaal dik in orde, maar soms toont ze net wat te weinig overtuigend de onaangename kant van haar rol.
Bernard Loonen is een prima keuze voor de rollen van Colonel Wingrave en de geest. En niet te vergeten: het Nieuw Amsterdamse Kinderkoor weet achter de schermen een zeer geloofwaardige Britse knapenkoorklank te laten horen.
Kleur
De oorspronkelijke partituur van Britten is door David Matthews bewerkt naar een kleinere bezetting van vijftien musici. Dat maakt het geluid van het Nieuw Ensemble, vergeleken met de klank van het English Chamber Orchestra in de tv-versie, veel transparanter en meer gedetailleerd. Ed Spanjaard dirigeert met visie en grote alertheid. Al hou ik zelf toch wel erg van de warmere orkestklank van de originele partituur.
Het initiatief van Opera Trionfo levert een belangrijke nieuwe bijdrage aan de uitvoering van het repertoire van Britten in Nederland. Orkest en dirigent zijn prima en de casting met veel jong talent – dat overigens al een behoorlijke staat van dienst heeft – is goed gelukt. Mijn reserves zitten vooral in de schrale, wat karige accenten die de muziek geeft en de vormgeving bepalen, en ook wel op momenten in de regie. Ik miste in letterlijke en figuurlijke zin soms wat kleur.
Al is de slotscène, met wat rood in het licht, een fraai einde van het verhaal, van de voorstelling en van het leven van Owen Wingrave. Hij ligt dood in de armen van Kate en zoals Henry James zijn verhaal eindigt: “He looked like a young soldier on a battle-field.” Toch.
De opera Owen Wingrave is nog tot 20 maart op tournee door het land. Zie voor de speellijst de website van Opera Trionfo.
1 Reactie
Ik vond het kijken en luisteren naar deze opera een zeer indringende en benauwende ervaring.
Juist de ‘schrale’ vormgeving gaf de opera de atmosfeer die paste bij het verhaal.
Wederom een triomf van kleinschalige opera.