Baroktop vereeuwigt Vivaldi-reconstructie
Wie onlangs genoten heeft van Julia Lezhneva en Xavier Sabata in de NTR ZaterdagMatinee-uitvoering van Alessandro, heeft wellicht ook oren naar de opname van L’Oracolo in Messenia, die de twee zangers samen met een cast van barokkopstukken niet lang geleden voor Virgin Classics maakten. Zeer aan te bevelen.
De partituur van de eerste opvoering van L’Oracolo in Messenia in 1738 in Venetië is nooit teruggevonden, evenmin als de partituur van de herziene versie die een paar jaar later in Wenen te zien was. In die zin is de titel van de opname die Europa Galante in januari 2012 in het Wiener Konzerthaus maakte misleidend. Net als de vermelding van Vivaldi als componist.
Europa Galante-dirigent Fabio Biondi heeft het libretto van de Weense opvoering genomen en de muziek daarbij ‘gereconstrueerd’. Daarvoor putte hij uit diverse opera’s van Vivaldi, zoals Griselda, Atenaide en Farnace, en uit de opera La Merope. Dit werk van Geminiano Giacomelli was vier jaar eerder dan L’Oracolo in première gegaan in Venetië, op hetzelfde libretto van Apostolo Zeno.
De opname van Biondi’s barokformatie is dus een mengelmoes van Vivaldi en Giacomelli, met ook nog twee bijdragen van Broschi en Hasse. Daarbij komt Vivaldi (niet geheel onverwacht) het meest sprankelend voor de dag, al moet ik zeggen Giacomelli het hier en daar met verdacht veel pit en passie moeilijk maakt om hem direct van zijn beroemde collega te onderscheiden. Zo hadden zijn twee vurige aria’s voor Merope voor mijn oor net zo goed van Vivaldi kunnen zijn.
Er zit lekker veel vaart in de reconstructie van Biondi, wat de ruim tweeëneenhalf uur snel doet voorbijgaan. Biondi’s muzikale leiding helpt daar ook bij. Hij laat Europa Galante op hoog tempo door de muziek gaan, maar behoudt tegelijk veel oog voor details en accenten. En dat transparante, verfijnde orkestgeluid is om je in te verlustigen!
Op de cast is bepaald niet bezuinigd. De zeven rollen worden stuk voor stuk vervuld door (aanstormende) kopstukken in het barokcircuit, met voor mij stip op één Ann Hallenberg als Merope, de ongelukkige weduwe van koning Cresfonte, die uit de weg werd geruimd door de heerszuchtige Polifonte. Hallenberg blinkt uit met haar volle stemgeluid en altijd treffende expressie.
Ook sterk vind ik Franziska Gottwald als een prachtig donker gekleurde Licisco. Vivica Genaux is een overtuigende jongeman (Epitide) en Xavier Sabata geeft Anassandro klankrijk gestalte. Al zijn mooie klanken niet altijd wat je wilt horen bij een personage dat zingt dat hij zich ‘verheugt over zijn schanddaden’ en uitziet naar zijn plekje in de hel. Op die momenten is Sabata toch wat ‘counter-beleefd’.
Voor de ZaterdagMatinee-gangers zal de naam van Julia Lezhneva er inmiddels uitspringen in deze cast. Ze zingt hier de wat kleinere rol van Trasimede en doet dat voortreffelijk.
Haar hoogtepunt is de aria ‘Son qual nave’ van Broschi, bekend van onder andere Cecilia Bartoli. En ik moet zeggen: ze doet het dubbel zo goed als Bartoli. Haar techniek is nóg preciezer en sneller en ze behoudt een fraaie, lichte klank te midden van al het coloratuurgeweld. Het is simpelweg absurd wat deze jongedame (22 jaar ten tijde van de opname) nu al kan.
De opname heeft ook wat ‘haken en ogen’. Zo vind ik Magnus Staveland veel te braaf in de rol van Polifonte. In zijn verfraaide tenorstem kan ik moeilijk een op macht beluste depoot herkennen. En de rollende r van Romina Basso (Elmira) blijft me irriteren. Anderen zullen het misschien gewemel vinden, maar voor mij maakt dat het onmogelijk om ontspannen naar haar te luisteren. Daarnaast forceert ze haar stem in de hoogte, wat het luisterplezier niet bevordert.
Afgezien van deze twee mindere bezettingen zou ik de opname iedere barokliefhebber van harte aanbevelen. Het luistert heerlijk weg en het is beslist de moeite waard om kennis te maken met de muziek van Giacomelli.
Fabio Biondi reconstrueerde eerder al Vivaldi’s opera Ercole sul Termodonte voor Virgin Classics. Lees hier de recensie.