FeaturedOperarecensie

Luca Pisaroni zingt luisterrijke Liszt

Het ging van goed naar beter, dinsdagavond tijdens het liedrecital van Luca Pisaroni en Wolfram Rieger in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Bij Beethoven, Reichardt en Brahms was de Italiaanse bas-bariton niet helemaal in zijn element, maar bij Franz Liszt vond hij zijn draai en dook hij de diepte in.

Luca Pisaroni (foto: Marco Borggreve).
Luca Pisaroni (foto: Marco Borggreve).

Het is alweer 2,5 jaar geleden dat Luca Pisaroni in Amsterdam te horen was. Ook toen gaf hij samen met pianist Wolfram Rieger een recital in de Kleine Zaal, een zegenrijk besluit van een periode van enkele seizoenen waarin hij een groot aantal hoofdrollen zong bij De Nederlandse Opera.

Sinds de bas-bariton ‘uitgevlogen’ is, heeft hij rap zijn naam gevestigd bij de hoogste podia uit de opera- en concertwereld, zoals de Metropolitan Opera in New York en diverse zalen in muziekstad Wenen. Zo viert hij de komende weken kerst en nieuwjaar in het Wiener Konzerthaus.

Liedrecitals lijken, getuige de agenda op zijn persoonlijke website, niet zijn hoogste prioriteit te hebben. Het recital in de Kleine Zaal was nog maar zijn derde liedoptreden van dit jaar. Wellicht dat dat verklaart waarom hij dinsdagavond in mijn ogen niet veel sterker voor de dag kwam dan 2,5 jaar geleden.

Pisaroni begon de avond in zijn moedertaal, met een setje opera-achtige liederen van Ludwig van Beethoven en – als enige noviteit op het programma – de acht Sonetti e canzoni di Petrarca van Johann Friedrich Reichardt.

Reichardt was componist, schrijver en muziekcriticus aan het einde van de achttiende en begin van de negentiende eeuw. Hoewel hij vandaag de dag bij weinigen bekend is, onderhield hij zich in zijn dagen met grootheden als keizer Josef II, Goethe, Kant, Schiller en Gluck. De gedichtencollectie Des Knaben Wunderhorn werd zelfs aan hem opgedragen, al zette hij het nooit op muziek.

De ‘sonetti e canzoni’ zijn laagdrempelige, makkelijk luisterbare liederen met expressieve teksten en dito muziek. Tegelijk zijn ze naar mijn mening nogal voorspelbaar. De emoties vlotten mee aan het oppervlak van de eenvoudige melodieën, maar nemen nooit een duik in het diepe.

Pisaroni kwam in dit eerste deel van het programma niet heel ontspannen over. Hij leek bang te zijn voor hoge noten en miste de minutieuze stembeheersing die je nodig hebt om de spanning in een lied van de eerste tot de laatste noot vast te houden. Waarbij ik gelijk moet zeggen dat zijn stem zelf wel een genot is om te horen. Zo sonoor en imposant; alsof hij onder zijn borstkas een eigen kleine zaal heeft zitten, waar zijn bas-baritonklanken op z’n Concertgebouws resoneren.

In de Fünf Gesänge van Brahms – volgens de vooraankondigingen het speerpunt van het programma – was het vooral Wolfram Rieger die op dreef kwam. Hij bleek de weg in Brahms’ woelende noten op z’n duimpje te kennen en liet ons tal van wonderschone plekjes zien.

Wolfram Rieger (foto: Daniel Pasche).
Wolfram Rieger (foto: Daniel Pasche).

Pas in de afsluitende elf liederen van Franz Liszt was het echter dat alle stukjes op hun plek begonnen te vallen. Pisaroni zong niet meer enkel noten, maar vereenzelvigde zich met de karakters uit de gedichten en groef diep in hun gevoelens. Opeens kregen de teksten naast klank ook beleving, en dat was een wereld van verschil.

Het sterkste was dat voor mij te horen in ‘Die drei Zigeuner’, waarin Pisaroni naast de in de tekst beschreven zigeuners zelf een vierde personage vormde en zo veel betekenis tussen de regels stopte.

Ook ‘Über allen Gipfeln ist Ruh’ was een kunststuk op zichzelf. Pisaroni trof het woord ‘Ruh’ met exact de juiste klank en kleur, zodat je de rust haast kon voelen neerdalen in de zaal.

Het steeds intenser wordende ‘Die Loreley’ speelde Pisaroni meesterlijk uit en ook over de drie Lieder aus Schillers ‘Wilhelm Tell’ trok hij één grote, onafgebroken spanningsboog. Zijn stembeheersing liet het nog steeds op een paar momenten afweten, maar wat zou het: als je de liederen zo kunt voelen, laat mij dat niets te wensen over. Anders gezegd: bravo Luca Pisaroni, bravo Wolfram Rieger!

Zie voor meer informatie over de concerten in het Concertgebouw www.concertgebouw.nl.

Vorig artikel

Vlaamse Opera brengt subtiele Rosenkavalier

Volgend artikel

Reisopera geeft meezingconcert in Enschede

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. theo bührs
    20 december 2013 at 21:05

    Jordi Kooiman heeft andermaal een zeer gedegen recensie geschreven, waarin ik mij geheel kan vinden. Ik vind het überhaupt een tour de force om zoveel liederen te zingen. Inderdaad een prachtige en krachtige stem die ook in de Grote Zaal uitstekend geklonken zou hebben. Voor de pauze wiste hij het voorhoofd driemaal met een witte Pavarotti-doek. Na de pauze slechts eenmaal, hetgeen aangaf dat hij zeer meer op zijn gemak voelde.