Meeslepende Thaïs boekt succes in Bonn
Met veel succes bracht de Oper Bonn op zondag 18 mei de weinig gespeelde opera Thaïs in première. In de geslaagde enscenering van Francisco Negrin gaf sopraan Nathalie Manfrino de courtisane van Jules Massenet prachtig gestalte.
Samen met Manon en Werther is Thaïs één van Massenets bekendste opera’s. Na de mislukte première in 1894 groeide het na een tweede poging in 1898 uit tot een groot succes. Toch wordt het tegenwoordig maar weinig geprogrammeerd, niet in de laatste plaats vanwege de moeilijk te bezetten hoofdrol. Op een opname uit 1976 is goed te horen dat niemand minder dan Beverly Sills echt alle zeilen moet bijzetten om de lastige partij te vertolken.
Vijf jaar geleden was het werk in New York te zien met Renée Fleming in de titelrol. Van deze productie van de Metropolitan Opera is een dvd-opname verschenen. En nu waagde men zich dus in Bonn aan dit Franse meesterwerk, na een paar jaar geleden Lakmé al te hebben geproduceerd. Het werd een groot succes.
Het libretto van Thaïs is gebaseerd op de gelijknamige roman van Anatole France uit 1890. Daarin wordt het losbandige leven, de bekering door toedoen van een doortastende monnik en de boetedoening van de legendarische courtisane Thaïs beschreven. Deze historische figuur leefde in de vierde eeuw in Alexandrië en werd later heilig verklaard. St. Thaïs heeft een reputatie die ruwweg te vergelijken is met die van Maria Magdalena.
Anatole France voegde een geheel nieuwe dimensie aan het verhaal toe door de monnik in kwestie verliefd te laten worden op zijn ‘bekeringsproject’, waardoor hij weliswaar haar ziel redt, maar de zijne verspeelt. “Eeuwig leven en zielenheil, wat doet het ertoe. De enige echte liefde is die tussen levende mensen”, zingt hij vertwijfeld.
De voorstelling in Bonn, in een enscenering van Francisco Negrin, opende met een eenvoudig, ondiep decor dat het woestijnklooster voorstelde waar Athanaël leefde. De monnik had een visioen gehad dat hij interpreteerde als een goddelijke opdracht om Thaïs, die in Alexandrië wordt gezien als priesteres van Venus en daardoor zeer invloedrijk is, te redden van de hel en verdoemenis die haar zonder twijfel te wachten staat.
Het decor werd vervolgens weggeschoven, waardoor het toneel in volle diepte zichtbaar werd. Getoond werd het huis van Thaïs, op een draaitoneel dat de verdere handeling extra dynamiek gaf.
Athanaël arriveerde ter plaatse en begon aan zijn missie. Aanvankelijk wilde Thaïs er niets van weten, maar tijdens een droom, begeleid door de overbekende vioolsolo ‘Méditation’, kwam ze tot inkeer en liet zich door Athanaël wegvoeren naar de woestijn. Nadat hij haar in een nonnenklooster had afgeleverd, keerde hij terug naar zijn broeders, zonder echter nog langer rust te hebben.
In het boek van Anatole France wordt beschreven dat Athanaël steeds maar weer van Thaïs droomt en er niet in slaagt zijn kuisheid in die dromen te bewaren. Verder komen er jakhalzen op hem af, totdat hij door een enorme drom van die beesten is omringd. In deze productie werd dat idee van die jakhalzen uitgewerkt tot een voortdurend terugkerende figuratie van vier op Anubis lijkende mannen, die bij elke droom of waanvoorstelling de protagonist in kwestie kwamen belagen. Een mooie vondst om deze Egyptische jakhalsgod in het geheel in te voegen.
Voor de titelrol was de Franse sopraan Nathalie Manfrino (de schoonzus van Roberto Alagna) geëngageerd. Manfrino heeft de rol al enige tijd op haar repertoire staan en dat was duidelijk te merken. Ze beheerste de partij volledig en kwam geen moment onzeker of geforceerd over. Alleen daar waar Massenet zijn sopraan een eindeloze lijn laat zingen die eindigt met een paar topnoten, zonder tussentijds de mogelijkheid te bieden om even adem te halen, klonk Manfrino een tikje schril, hoewel nog altijd wel zuiver. Maar dat lag wat mij betreft meer aan de compositie dan aan de sopraan.
Ensemblelid Evez Abdulla vertolkte de zware rol van Athanaël. Deze uit Baku afkomstige bariton had een zeer matige start. Het leek wel of hij door een keelontsteking heen moest zingen. Gaandeweg begon hij echter steeds beter te klinken en na de eerste akte was hij zonder meer uitstekend. Waarschijnlijk had hij last van zenuwen en zong hij aanvankelijk met een brok in de keel…
De Duitse tenor Mirko Roschkowski vertolkte zeer verdienstelijk de derde hoofdrol, die van Nicias. Deze rijke jongeman is een aanbidder van Thaïs en tevens een jeugdvriend van Athanaël. Komend seizoen is Roschkowski te horen als Tito in Keulen en Faust in Leipzig.
Het goed spelende Beethoven Orchester Bonn stond onder leiding van Stefan Blunier. Hij slaagde er knap in de zeer sensuele muziek, zo kenmerkend voor Massenet, te verklanken. Geen alledaagse opgave in een Duits operahuis. De vioolsolo werd puntgaaf gespeeld door Mikhail Ovrutsky.
Voor liefhebbers van Franse opera is dit een absolute aanrader!
1 Reactie
Wie waren er bij, op 19 januari 1985 in het Concertgebouw?
De eerste maal dat Nelly Miriciuoiù in een volledige opera optrad in Nederland en zich vrijwel direct een ‘lievelingsstatus’ bij de vaste bezoekers van de operaserie van de matinee verschafte.
Nelly in de titelrol van Massenet’s Thais.
Naast haar John Bröcheler als Athanaël, Neil Jenkins als Nicias en Guus Hoekman als Polémon.
Een zeer welluidende vertolking van deze vrij onbekende Massenet die heel terecht een groots onthaal na afloop kreeg.
Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor werden geleid door Sergiu Comissiona. Kees Hülsmann schitterde in de prachtige vioolsolo (Meditation).
Aardige bijkomstigheid: in de zaal (10e rij aan het middenpad) zat destijds Piero Visconti, die met kleine gebaren Nelly leek te coachen.
Op 6 juli 2013 heeft de NTR de opname van destijds nog eens uitgezonden. Die opname klonk verrassend fris en fraai.