Verrast door Adrianne Pieczonka
Op het hoesje van het nieuwe soloalbum van Adrianne Pieczonka belooft label Orfeo dat de cd zal bewijzen dat de sopraan een breed spectrum aan rollen kan bestrijken. Na het besluiteren van de verzameling Puccini-aria’s zeg ik: bewijs geleverd.
Adrianne Pieczonka heeft een groot deel van haar roem te danken aan Wagners, Richard Straussen en het zwaardere Puccini-werk zoals Tosca. Zo glansde ze als Sieglinde bij onder meer de Metropolitan Opera.
Als je het nieuwste album van de Canadese dan voor je neus krijgt, vraag je je wel even af of ze niet een beetje ‘heavy’ is voor Puccini’s broze vrouwtjes. Het album bestrijkt namelijk enkel Puccini-rollen. Mimi, Manon, Liù, Lauretta, Angelica; zij en nog wat van hun zusjes komen aan bod.
Maar al na twee aria’s valt dat vooroordeel weg. Pieczonka heeft een verrassend licht geluid. Het is alsof ze met een meisjesachtige glimlach haar volwassen stem beschijnt. ‘Bright’ zouden de Engelsen wellicht zeggen. Een iets treffender beschrijving dan het Nederlandse ‘helder’.
Die open, transparante klank strekt zich uit tot in al haar registers. Ook in de diepte weet ze een bepaalde lichtheid te bewaren. Het maakt haar stem wat mij betreft een perfecte Puccini-stem. Je hoort de smalle schoudertjes, maar ook de loden last die die schoudertjes moeten dragen.
Daar komt nog bij dat Pieczonka zeer gemakkelijk zingt en heel natuurlijk fraseert. Haar melodieën vloeien als bedaarde rivieren voorbij. Zeer rustgevend.
Soms tast ze in de hoogte even naar de zuiverheid en soms klinkt ze een beetje scherp, maar dat zijn details.
Een serieuzer bezwaar is de keuze van het repertoire. Er zitten toch weer veel tophits tussen, die al zo vaak op cd verschenen zijn. ‘Vissi d’arte’, ‘Un bel dì vedremo’, ‘O mio babbino caro’…
Los van dat is het een prachtig album. Het heeft wel wat weg van de cd van die andere zeer bekwame artiest die zijn opnames bij Orfeo doet: Piotr Beczala. Beide zangers staan niet in de spotlights zoals andere operasterren, maar zijn wel zeer getalenteerd en worden in operakringen ook hoog gewaardeerd. Hun zang is verzorgd, gerijpt, doordacht, kortom: uitermate geschikt om van te genieten. En dan hebben ze ook nog eens een Poolse achtergrond gemeen.