FeaturedOperarecensie

Oidípous beleeft voortreffelijke première

In een bomvol Muziekgebouw aan ’t IJ beleefde Oidípous, de nieuwe creatie van de Griekse componiste Calliope Tsoupaki, op zaterdag 28 juni een voortreffelijke wereldpremière. Samen met librettist Edzard Mik creëerde Tsoupaki een perfecte eenheid tussen tekst en muziek.

Scène uit Oidípous (foto: Janiek Dam).
Scène uit Oidípous (foto: Janiek Dam).

Stelt u zich voor dat u plaatsneemt in een rechtbankjury. De beklaagde wordt beschuldigd van moord op zijn vader en incest met zijn moeder. Na zijn daad heeft hij zijn eigen moeder getrouwd en kinderen met haar gekregen.

Zijn advocaat pleit voor onschuldig. Zijn cliënt is te goeder trouw: hij heeft een rondreizende bende bevochten zonder te weten dat het onder leiding stond van zijn vader en voor het oplossen van de problemen van de bestuurloze stad kreeg hij de hand van de weduwe van de vermoorde bestuurder. Hoe moest hij weten dat zij zijn moeder was? De beklaagde beroept zich op het onontkoombare noodlot: hij kon er niets aan doen, het stond immers in de sterren.

Het is een fascinerend gegeven. Inspirerend ook. Voer voor mensenkenners en psychologen en een grote inspiratiebron voor kunstenaars. Geen beter thema dan een verscheurd personage dat alleen maar twijfels oproept en met wie je alle kanten op kunt.

Ook in de opera/het oratorium Oidípous van Calliope Tsoupaki zijn er geen antwoorden, maar mag men zelf oordelen – voor zover mogelijk. Voor haar nieuwe werk heeft Tsoupaki zich samen met haar librettist Edzard Mik door Oidípous te Kolonos van Sophocles laten inspireren, al vermengde zij dat ook met diens oudere toneelstuk, plus die van Seneca en Aristoteles.

Mik heeft het libretto in het Nederlands geschreven, waarna Tsoupaki het in Oudgrieks heeft vertaald. Een prachtige zet, want zo ontstond een absolute eenheid tussen tekst en muziek. Het Oudgrieks is vanzelf al metrisch en zangerig en door Tsoupaki’s noten werden de woorden niet alleen versterkt, maar ook van een soort ‘geheimzinnigheid’ voorzien.

Tsoupaki schrijft mooie, toegankelijke muziek. Zeer poëtisch ook. Het is allemaal zeer beeldend en zonder fratsen, zonder dat het meteen tot een ‘easy going’ vervalt. Ik ben haar grote fan: als weinig anderen weet zij mijn ziel te raken.

Dat is niet anders bij haar speciaal voor het Holland Festival gecomponeerde Oidípous. Tsoupaki bedient zich van het oude, polifonische idioom, dat ze rijkelijk lardeert met Griekse invloeden. Maar zij verloochent ook haar klassieken niet en laat Bach over haar schouder kijken. Dat alles wordt versterkt door haar instrumentarium: theorbes, gamba’s, traverso, orgel… Je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat de muziek al eeuwen oud is.

Aan de totaal uitverkochte en zeer enthousiast ontvangen première in het Muziekgebouw aan ’t IJ droegen zeker ook de musici (de voortreffelijk spelende Nederlandse Bachvereniging onder leiding van Jos van Veldhoven) en de fantastische zangers bij.

De bas Harry van der Kamp beschikt over een zeer imponerend geluid, maar ik vond zijn intonatie niet altijd zuiver. Ik had ook wat meer dramatiek willen horen. Maar zijn vertolking van de oude koning was zeer indrukwekkend. Met zijn zwartgeverfde oogleden oogde hij angstaanjagend, maar ik neem aan dat dat de bedoeling was.

Scène uit Oidípous (foto: Janiek Dam).
Scène uit Oidípous (foto: Janiek Dam).

Het was de eerste keer dat ik Nora Fischer live hoorde. Ze heeft een enorme toneelpersoonlijkheid en weet de aandacht niet alleen te trekken, maar ook vast te houden. Een prestatie.

Haar stem is niet echt groot, maar echt oordelen kon ik niet, want het geluid werd versterkt (waarom eigenlijk?). Het mooiste vond ik de manier waarop zij haar geluid met haar karakter mee veranderde: van een lief meisje tot een krijsende vrouw, alles had zij paraat. Haar Antigone was menselijk en zeer hedendaags in haar emoties. Heel invoelbaar.

Marcel Beekman kan niet genoeg geprezen worden. Dat hij zowat een alleskunner is in het tenorale vak, dat wisten wij al (of hoorden wij te weten!). Zijn stem lijkt geen grenzen te kennen en klimt soms esoterisch hoog, maar dan wel met behoud van een spectrum aan kleuren. Hij voelt de muziek niet alleen aan, hij lijkt er soms wezenlijk mee verbonden. Geen wonder dat hij de geliefde tenor is van Tsoupaki en dat zij haar werken componeert met zijn stem in haar hoofd.

Met zijn drieën vertolkten de zangers alle rollen: de oude en de jonge Oidípous, Polyneikes, Kreon, Theseus, Antigone en het koor. Ik vond het een beetje verwarrend; een naamaanduiding boven de verzen was niet overbodig geweest.

De zaal van het Muziekgebouw was in de mise-en-espace van Pierre Audi veranderd in een soort amfitheater, met aan drie kanten van de bühne stoelen. Goed bedacht, maar niet echt publieksvriendelijk. Vanaf de mij toebedeelde plaats kon ik in ieder geval het achtertoneel niet zien.

Het op de muur achter in de zaal hangende masker dat telkens van kleur verschoot, was prachtig om te zien, maar leidde de aandacht af. Ook het geloop met het boek/de partituur in de hand, een soort déjà vu met Greek Love Songs van vier jaar geleden, vond ik irritant. Nee, de mise-en-espace voegde in mijn ogen niets toe. Volgende keer concertante? Alsjeblieft?

Oidípous wordt niet meer opgevoerd, maar een opname van de premièrevoorstelling is op maandag 30 juni om 20.00 uur te horen op Radio 4.

Vorig artikel

IVC viert grootse jubileumeditie

Volgend artikel

Stichting Haagse Passie houdt operaquiz

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. thomas
    30 juni 2014 at 22:19

    “Marcel Beekman kan niet genoeg geprezen worden.” HAHAHA Ben je gek?!

  2. Conrad
    2 juli 2014 at 21:29

    Intrigerend, andere aanwezigen hoorde ik heel mooie dingen vooral over de muziek en de uitvoering daarvan. Over regie werd niet gesproken. Helaas, ik was er niet bij.

    C0nrad