Lady Netrebko opent Live in HD-seizoen
Dé lieveling van het publiek in de Metropolitan Opera, en in de honderden bioscopen waar tienmaal per seizoen met de Met meegekeken wordt, is zonder enige twijfel Anna Netrebko. Zaterdagavond opende de Russische ster de negende jaargang van de geliefde Live in HD-serie, als Lady Macbeth in Verdi’s Macbeth. Niet één van haar ‘rôles suprêmes’, maar nog altijd veroverend genoeg.
Waarom is Anna Netrebko eigenlijk zó beroemd? Zeker, er zijn veel operazangers die grote bekendheid genieten in de klassiek-vocale wereld, maar zangers die tot ver buiten het traditionele operacircuit een naam hebben, die zijn op één hand te tellen. Cecilia Bartoli en Plácido Domingo kunnen zich wel met ‘Trebs’ meten, maar verder ken ik geen zangers die zo’n universeel appeal hebben als de sopraan uit Krasnodar. Hoe is dat toch mogelijk?
Een accuraat antwoord zal die vraag wel nooit krijgen. Veel heeft te maken met de ‘willekeur der dingen’, denk ik. Waarom krijgt de één wel zulk een faam, maar de ander, met net zo’n gouden stem en acteertalent, niet? Niemand zal het weten.
Helemaal toeval is het natuurlijk niet, dat Netrebko zich zo stevig aan het firmament gevestigd heeft. Ze scoort hoog op alle competenties die het vak van operazanger vereisen. Ze heeft een glanzende, grote stem, ze heeft het acteervermogen van een filmster en ze heeft zo veel charme en uitstraling dat ieder publiek in een paar tellen voor haar zwicht. Neem daarbij haar meisjesachtige, spontane gedrag backstage en haar niet onaangename look en het is niet moeilijk om het verrukte enthousiasme van haar talrijke bewonderaars te begrijpen.
De keuze van de Metropolitan Opera om Netrebko ieder seizoen een hoofdrol te laten spelen in zijn serie bioscoopvertoningen is dan ook geheel begrijpelijk. En dus mocht de sopraan op zaterdagavond (zaterdagmiddag in New York) voor het vierde seizoen op rij de Live in HD-serie openen.
Voorgaande jaren stond Netrebko als Anna Bolena, Adina en Tatjana op het toneel, stuk voor stuk rollen waar ze geknipt voor is. Dit jaar was de keuze tricky: Lady Macbeth, een veeleisende partij die door grote zangeressen uit het verleden vrijwel onnavolgbare interpretaties kreeg. Netrebko maakte haar roldebuut eerder dit jaar in München. De respons was toen enthousiast. Zaterdag vond ik haar echter niet op alle fronten overtuigen.
Netrebko heeft de noten in huis en weet de rol doeltreffend te acteren, maar huiver of angst bekroop me niet bij haar interpretatie. En dat verwacht je toch wel bij een wrede, koelbloedige, harteloze machtswellusteling als Lady Macbeth. Naar mijn idee kan Netrebko niet de juiste brute, rauwe toon in haar stem vinden om dit afschrikwekkende personage vocale diepgang te geven. Het klinkt wat gek, maar eigenlijk zingt ze te mooi…
Toen Lady Macbeth zich in de slaapwandelscène in de vierde akte van een andere, kwetsbare kant liet zien, raakte Netrebko wel helemaal in haar element en keerde de dramatische intensiteit die haar optredens vrijwel altijd hebben terug op het toneel. Een hoogtepunt!
Natuurlijk werd er naast Netrebko ook gezongen, en niet door de minsten. René Pape was een onberispelijke Banquo en Joseph Calleja een Macduff van de hoogste orde, emotioneel gespeeld en vocaal ‘spot-on’. Noah Baetge was verder een luxe bezetting voor de kleine rol van Malcolm, waarbij hij in de meeste scènes krachtige rugdekking kreeg van het Met-koor. Dat eiste een hoofdrol op met diverse prachtige fragmenten, waaronder ‘Patria oppressa’, dat door de sublieme opbouw en fraaie klankkleuren voor mij de emotionele climax van de voortstelling was.
Željko Lučić zette een vertwijfelde Macbeth neer. Zijn krachtige timbre sierde de rol (en in het algemeen het repertoire van Verdi), maar ik vond dat hij weinig nuance in zijn zang aanbracht, waardoor het op een gegeven moment te veel van hetzelfde werd en het drama afzwakte.
De productie waar deze topcast in speelde, kwam van de hand van Adrian Noble. Hij wist de naargeestige, donkere atmosfeer van de opera goed te treffen en gaf de personages alle ruimte om op eigen kracht uit de verf te komen. Ik had wel wat aarzelingen bij de heksen, die als een soort losgeslagen meute huisvrouwen neergezet werden, zich krampachtig bewegend en voortdurend met hun handtasjes zwaaiend. Het kwam op mij wat vreemd en onpassend over.
Storender vond ik dit keer echter de live-regie van Gary Halvorson. Hij koos voor erg veel close-ups en slechts zelden voor overzichtsshots. Door zo dicht op de artiesten te gaan zitten, zette hij het orkest visueel gezien buitenspel, waardoor hun spel gek genoeg ook in mijn luisterervaring naar de achtergrond verdween. Jammer, want Fabio Luisi liet de Met-musici allerbekoorlijkst spelen.
Mezzo Anita Rachvelishvili debuteerde als ‘host’ en wist met haar plezierige presentatie de wat nietszeggende vragen in de interviews achter de schermen mooi te verhullen. Zelf staat ze over drie weken als Carmen in de Live in HD-serie. Eerst staat echter nog Le nozze di Figaro op het programma, op zaterdag 18 oktober.
In CineMec in Ede, waar ik de vertoning bijwoonde, zat de Grote Zaal weer goed vol. Dat is daar inmiddels eerder regel dan uitzondering. Een teken dat Live in HD het stadium van uitproberen wel voorbij is: het is een blijvertje in het Nederlandse operalandschap. Een genre dat vooral niet moet ontbreken op je agenda!
CineMec herhaalt Macbeth op zondag 12 oktober. Zie voor meer informatie www,cinemec.nl.
16Reacties
Op de hoofdpunten ben ik het vrijwel geheel met bovenstaande recensie eens. Ook mij wist Netrebko pas in de slaapwandelscene echt te pakken. De opera op zich heeft me, echter, nog steeds niet kunnen overtuigen. Maar daarvoor ken ik, als docent Engels, vermoedelijk het Shakespeareaanse origineel te goed met al zijn diepere lagen, kruisverwijzingen en terugkerende motieven. Met dat voorbehoud denk ik wel gisteren de momenteel best denkbare opvoering te hebben meegemaakt. Op een punt ben ik het met Jordi Koopmans volledig oneens: de ‘hosting’ door Rachvelishvili heb ik als irritant en storend ervaren. Met de internationale bezettingen is het Engels in de antwoorden in de interviews soms tenenkrommend, maar waarom nu ook nog de vragen in slecht Engels gesteld? Verder vind ik het overtuigende overkomen – maar dat is wellicht een kwestie van persoonlijke smaak – door een gastheer of gastvrouw welkom te worden die zijn/haar sporen in de Met heeft verdiend en duidelijk een gedeelde geschiedenis met de hele organisatie heeft (en niet enkel een commercieel belang dient om reclame voor de volgende voorstelling te maken). Na het schrappen van The Death of Klinghoffer vond ik de keuze voor deze gastvrouw een tweede misser van Peter Gelb (die trouwens wat mij betreft gisteren ook beter uit beeld had kunnen blijven) binnen korte tijd. Hopelijk blijft het hier voorlopig bij.
Dat Netrebko “te mooi” zong, is een commentaar waar men zich op voorhand kon aan verwachten (en waarschijnlijk niet helemaal onterecht). Wat mij betreft (voor wat dat waard is) vond ik dat echter nog meevallen… Ik vind wel dat ze inmiddels de stem voor de rol gekregen heeft (zeker qua volume). En daarbij, kan men Lady Macbeth ook niet voorstellen als een mooie vrouw die haar man ook met haar schoonheid (ook vocaal!) in de ban houdt ? Ik ben het zeker ook oneens dat ze pas vanaf de slaapwandelscene dramatische intensiteit kreeg. Ik vond integendeel dat ze zich er dadelijk vanaf haar entee-aria volledig vocaal EN dramatisch tegenaan gooide… Maar goed dit is een kwestie van smaak…
Verder inderdaad niets dan (enorme) lof voor René Pape en Joseph Calleja (heel emotioneel!)en Zeljko Lucic zet een heel dramatische maar inderdaad misschien wat uniform grimmige Macbeth neer ; uiteraard fantastische koren (heel emotionele ‘Patria Oppressa’!).
Wat de productie betreft, ik zou niets hebben tegen een klassieke enscenering (ook al zou het hier toch wel moeilijk zijn exact DIE bewuste periode weer te geven bv in de kostuums al is die exactheid natuurlijk niet voor 100% nodig…). Maar voor een moderne transpositie, was het hier toch wel heel mooi gedaan. De donkere, troosteloze sfeer van burgeroorlog was heel goed weergegeven. Met een paar heel mooie beelden bv bij het koor ‘Patria Oppressa’ (hier waren toch voldoende overzichtsshots en verder stoorden de close-upps me niet echt) waar Macduff (hier) ook de brief krijgt met het nieuws van de uitmoording van zijn vrouw en kinderen, wat dan de aanleiding geeft tot zijn aria (goede en dramatische vonst). Ik had echter ook mijn bedenkingen bij de ietwat lachwekkende “saccochedames”-heksen. Het zal wel ietwat (veel) ironisch bedoeld zijn en het is nu éénmaal moeilijk in een moderne contekst heksen geloofwaardig weer te geven…
Ik heb ook altijd wel mijn bedenkingen bij de nogal banale intervieuws tussendoor, maar uiteindelijk is dat slechts een bijzaak. Anita Rachvelishvili deed het voor de eerste keer dus was het te begrijpen dat ze het wat onhandig deed; en ze heeft nu éénmaal niet de uitstraling van een Fleming of een diDonato. En dat het reclame is voor een volgende produktie, nou ja, het zij zo…
En dan nog veel liever haar dan bv de voor mij onuitstaanbare Anette Gerlache op ARTE….
@Hans Labrand: Wel akkoord, ik vind het ook erg dat The Death of Klinghoffer geschrapt is (waar gaan we naartoe ?).
En ook akkoord, men moet geen vergelijking maken tussen het libretto van Piave en het fascinerende stuk (één van de fascinerendste uit de wereldlitteratuur) van Shakespeare. Wat niet belet dat als opera Macbeth bij mijn lievelingswerken behoort. By the way, heb je al eens de Macbeth-opera van Ernest Bloch gehoord ? Een prachtig, veel te weinig gespeeld werk (één van de velen!) en van tekst dichter bij Shakespeare dan Verdi. Luister er eens naar, als je nog een opname vind (er bestaan twee CD versies van).
@Stefan: op Spotify is de live uitvoering uit Dortmund te beluisteren van Bloch’s Macbeth, met Hannu Niemela als Macbeth.
@Onno: Bedankt…
Wanneer waagt een operahuis zich eens aan: of de originele versie van Macbeth uit 1847 of de versie uit 1865 (in het Frans en met balletmuziek)?
Welk belang zou met die 1847-versie gediend zijn, behalve dan het muziekhistorische? En op zo`n Franse versie, met de halve avond zinnen eindigend op , zitten mijn met de gangbare versie verwende oren al evenmin te wachten!
weggevallen in het bovenstaande blijkt: (eindigend op)
Van de 1847 versie bestaan alleszins 2 CD opnames: één onder John Matheson en één onder Marco Guidarini. Deze laatste is een live opname van Martina Franca, dus blijkbaar hebben ze het daar gewaagd. De balletmuziek staat onder andere op de Abbado-opname, maar ik ken geen opname in het frans (in tegenstelling tot I Vespri Siciliani en Don Carlos)
Excuus, de computer blijkt eveneens iets tegen die uh klank te hebben.(Had die in het bovenstaande beide keren tussen `kleiner dan` en `groter dan` hoekjes ingetikt.)
@Kersten: En die 1847 versie is, afgezien van de muziekhistorische waarde, wel degelijk de moeite waard om te horen, al was het maar bv omwille van de cabaletta’s (telkens zonder aria) voor Lady Macbeth (ipv La Luce langue) en voor Macbeth (ipv het Vendetta-duo na de heksenscene. Wat de sterfaria ‘Mal per me’ van Macbeth (eveneens uit de eerste versie en helaas weggelaten in de tweede) betreft: deze wordt vaak in de tweede versie ingelast voor de slothymne – de meningen hierover zijn verdeeld, maar ik vind dat wel een goede oplossing. Die slothymne vind ik persoonlijk trouwens (hoe mooi ook) een beetje een onnodige aanvulling en ik vind het abrupte einde na die sterfaria in de eerste versie veel dramatischer… Maar goed, ik kan me voorstellen dat niet iedereen zit te wachten op die eerste versie.
Dank, Stefan, voor uw interessante informatie. Ik had me wellicht te veel laten leiden door Riemens` commentaar in zijn Groot Operaboek.
In september 2006 werd de eerste versie uit 1847 tijdens de ZaterdagMatinee uitgevoerd. Carella dirigeerde en de hoodrollen werden gezongen dooe o.a. Lucio Gallo, Susan Neves, Carlo Cigni en Marius Brenciu.
Hetzelfde geldt trouwens ook voor Simon Boccanegra waar nog meer verschil is tussen de twee versies (oa een compleet andere ‘raadzaalscene’) en waar ook die eerste versie het zou verdienen af en toe opgevoerd te worden. Ook hier bestaan van de eerste versie twee CD opnamen (ook één onder Matheson-blijkbaar specialist in eerste versies en ook een live opname van Martina Franca onder Renato Palumbo). ‘Afwijkende versies’ van opera’s zijn zo een beetje mijn dada…
En om nog even hierop aan te sluiten: er bestaat ook een opname van de Parijse versie van Il Trovatore (Le Trouvère), ook een live opname van Martina Franca onder Marco Guidarini. En deze is wel degelijk in het Frans, met ballet en afwijkend slot, waarbij het Miserere hernomen wordt… En nu zal ik me maar inhouden…
Dank voor de reacties. Verdi was overigens zwaar teleurgesteld dat zijn tweede versie in populariteit het niet haalde bij het origineel. De Italiaanse versie van de bewerking uit 1865 begon vrij vlot aan een Doornroosje slaap die tot ver in de vorige eeuw zou voortduren.
De eerste versie werd in het voorjaar van 2013 in de Scala Milaan opgevoerd.