CD-recensiesFeatured

Don Carlo van Peter Stein: een mijlpaal

Peter Stein heeft met zijn Don Carlo voor de Salzburger Festspiele een mijlpaal in de operageschiedenis gezet. De enscenering is ronduit prachtig, ook al speelt het gebrek aan goede Verdi-stemmen ook deze productie parten.

Don Carlo SalzburgWe leven in een merkwaardige tijd, ook wat opera betreft. De zwaarste opera’s van Wagner worden wereldwijd uitgevoerd, waarbij men blijkbaar geen moeite heeft met het vinden van geschikte Siegfrieds en Brünnhildes.

Ook de ene na de andere vergeten barokopera wordt afgestoft en perfect bezet met (onder andere) virtuoze countertenoren, een stemsoort waar men vijftig jaar geleden nog amper weet van had. En Rossini? Doen we even. Want tenoren die over de meest perfecte coloraturen en voluit gezongen hemelshoge noten beschikken, lijken tegenwoordig aan de bomen te groeien.

Moeilijker wordt het opeens als je een opera van Verdi écht goed wilt bezetten. Wat is er gebeurd met de ‘voce Verdiane’? Wanneer heeft u voor het laatst een echte Verdi-bariton gehoord? Soms denk ik dat het met de tijdgeest te maken heeft. Of de mode…

Met dit gegeven in je achterhoofd valt de ‘all stars’ uitvoering van Don Carlo uit Salzburg, 2013, nog wel mee, al kunnen de fraaie kostuums en de werkelijk fenomenale regie niet verhullen dat er iets wezenlijks ontbreekt. De op zich schitterende stemmen klinken mooi, maar niet echt idiomatisch, waardoor hun karakters niet helemaal uit de verf komen.

Carlo is een killer van een rol. Het is een typische partij voor een lirico-spinto tenor. Met de nadruk op lirico, maar wel met de power van een heldentenor. Ettelijke tenoren hebben zich eraan vertild, wat hen uiteindelijk hun stem kostte. Denk aan José Carreras of Rolando Villazón. Geen wonder dat zo weinig tenoren zich eraan wagen!

Ik ben niet kapot van de Carlo van Jonas Kaufmann. Hij speelt hem voortreffelijk, dat wel, maar hij kan mij Luis Lima (kent iemand hem nog?) in de rol niet doen vergeten. Zijn stem vind ik te aanwezig, bij vlagen zelfs te hard. Bij Kaufmann groeit Carlo tot heroïsche dimensies, maar Carlo is geen echte held, hij is een mietje, zonder eigen smoel en zonder ruggengraat.

Anja Harteros is voor mij geen Elisabetta. Ze zingt prachtig, maar ze weet mij nergens te ontroeren. Ik vind het soms echt ‘gemaakt’, kunstmatig bijna…

Met Thomas Hampson als Posa ben ik gauw klaar: laagte heeft hij niet en zijn hoogte is geknepen. Zijn zingen heeft bij vlagen iets van een sprechgesang. Het is triest, maar waar: zijn hoogtijdagen zijn voorbij. Zelfs in zijn acteren kan hij mij maar matig overtuigen; voor de rol van Rodrigo is hij te ijdel.

Ook van de Eboli van Ekaterina Sementchuk kan ik niet echt warm worden. En alweer: de stem is er, zij zingt zonder meer goed, maar nergens lukt het haar om een diep in haar ziel gekwetste prinses te worden. Nergens kan ik de ‘gewonde tijger’ ontwaren. Het kolkt niet.

De oudgediende Matti Salminen daarentegen weet nog steeds iets van zijn Filippo te maken. Zijn stem is inmiddels versleten, maar is nog steeds roldekkend. Zijn ‘Ella giammai m’amo’ is zeer ontroerend en zijn confrontatie met Il Grande Inquisitore (een goede Eric Halfvarson) is behoorlijk aangrijpend.

De enscenering is in één woord prachtig! Hiermee bereikt Peter Stein een mijlpaal in de opera-annalen. In mijn ogen heeft hij nu al een legende geschapen (mag je iets legendarisch noemen wat nog warm van de bakker is?).

Het decor is spaarzaam, waardoor de nadruk voornamelijk op de personages komt te liggen. De zangers krijgen alle ruimte om hun emoties te tonen.

De kostuums zijn oogverblindend mooi. We zijn daadwerkelijk aan het hof in het Spanje van de zestiende eeuw, maar voor het zo ver komt dwalen wij eerst een half uur door de bossen van Fontainebleau.

De tuinscène in de derde akte heeft iets magisch. Met de maan hoog op de hemel, de gemaskerde feestvierders en de fascinerende kleuren die het toneel domineren waan je je in een sprookjeswereld. De daaropvolgende autodafe is precies wat het zijn moet: gruwelijk, verwarrend, bang makend.

Voor een ieder die Don Carlo niet eerder heeft gezien en niet weet waar de opera over gaat, maar ook voor iedereen die het regietheater moe is of gewoon van mooi en goed theater houdt: grijp je kans. Na de legendarische Visconti is dit voor mij de mooiste Don Carlo ooit, zeker wat de productie betreft.

Hieronder een clip waarin Jonas Kaufmann de Salzburger productie van Don Carlo en de rol van de opera’s van Verdi in zijn leven bespreekt:

Vorig artikel

Opera in de media: week 46

Volgend artikel

Fledermaus in hippe jas bij Opera Zuid

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

4Reacties

  1. 8 november 2014 at 19:56

    En of ik Luis Lima (nog) ken.
    Onder leiding van Gianandrea Gavazzeni zong hij in 1985 Verdi’s Requiem.
    Het was het slotconcert van de Wiener Festwochen. Voor Nederlanders mogelijk van groter belang was het feit dat de baspartij door Harry Peeters werd overgenomen; Ruggero Raimondi had op het allerlaatste moment afgezegd na een beroerde première in Parijs (Il Barbiere di Siviglia). De inmiddels bekende Alexander Pereira was destijds de intendant van het Wiener Konzerthaus en schreef het “contract” voor Harry met een groene viltstift aan de achterkant van een reeds gebruikt a4-tje.
    Misschien wel leuk om te vermelden dat ik Lima’s broek korter maakte. Hij deelde de kleedkamer met Harry. Van het gehuurde rokkostuum bleek de broek 15 cm te lang… Naald en garen en een strijkijzer waren nog wel te vinden, een kleermaker niet.
    Katia Ricciarrelli en Elena Obraztsova completeerden het solistenkwartet.
    Daarnaast was Luis Lima een paar jaar later de “tenor-van-dienst” bij het eerste concert van Riccardo Chailly met het Concertgebouworkest.
    Een afgeladen RAI bereidde Chailly een warm welkom.
    Het nadeel van Lima was dat hij gezegend was met een prachtige natuurstem, maar bij het minste of geringste probleempje moest afzeggen. Fans kwamen vaak van heinde en verre voor niets.
    Er zijn maar relatief weinig opnames van Luis Lima beschikbaar, maar het genoemde Verdi Requiem heeft een speciaal plaatsje in mijn collectie.

  2. Figa-Ro
    8 november 2014 at 21:43

    Great review! Fully agree!

  3. Loesje
    8 november 2014 at 22:26

    Ik heb een dvd waarop Lima Don José zingt in Carmen uit de Royal Opera 1991. Met Maria Ewing als Carmen. Prachtige tenor.

  4. kersten
    14 november 2014 at 09:51

    Mijn antwoord op uw vraag, mevrouw Jaworski, `Wanneer heeft u voor het laatst een echte Verdi-bariton gehoord?` is helaas nog steeds:
    Zancanaro was voor mij de laatste echte, brede, Italiaanse Verdi-bariton. Waar Hvorostovskis stemgeluid te Russisch-gutturaal is, resteert mij slechts Tézier.