Kim Savelsbergh: “Ik ben een diesel”
Kim Savelsbergh zingt de rol van Rosalinde in de productie De/die/the Fledermouse waarmee Opera Zuid nog tot 17 december door Nederland reist. De bewerking van de operette van Johann Strauss jr. is de achtste productie van Opera Zuid waarin de Kerkraadse sopraan te zien is. Place de l’Opera sprak met haar over heden, verleden en toekomst.
“Het mooiste moment van zo’n lange avond is wanneer alle puzzelstukjes op z’n plek vallen en je kunt toveren op toneel, wanneer er eventjes magie ontstaat.” En dan applaus? “Ach nee, daar gaat het me niet eens om”, zegt Kim Savelsbergh aan het begin van één van die lange avonden.
Het is eind van de middag. De sopraan zit in de stoel bij grimeuse Helma Hofstee. Die heeft volgens het schema een klein half uur om van Kim de Amerikaanse Rosalinde te maken. Het haar wordt opgestoken en lijkt door wat vulling voller. De make-up is voor een theatervoorstelling vrij subtiel. “Met het licht dat tegenwoordig op het podium staat, hoeft het allemaal niet meer zo dik”, legt Helma uit.
Kim Savelsbergh zingt als Rosalinde één van de hoofdrollen in De/die/the Fledermouse van Opera Zuid. Op dagen dat ze ergens in Nederland een voorstelling zingt, begint na aankomst in het theater een vast schema. Vanaf twee uur voor aanvang in de schmink, later de kleding en daarna inzingen. Vervolgens zit ze vanaf acht uur in een verhuizing, bezoekt ze een feest, maakt ze een huwelijkscrisis door en beleeft ze met Fledermouse-echtgenoot Willem de Vries tegen elf uur toch een happy end.
We hebben het over haar loopbaan, leven, ambities en twijfels. “Ik voel me niet de leading lady”, zegt ze met nadruk wanneer het gaat over het werken en de sfeer bij Opera Zuid en in deze Fledermaus-bewerking. “Dit is een echte ensembleproductie. We hebben veel plezier en er wordt voor elkaar gezorgd in de cast. Zoals Willem de Vries, mijn tegenspeler, die zegt: ‘Als jij als eerste in de schmink moet, neem ik wel wat te eten voor je mee.’” En gisteravond zaten we met een stel collega’s bij Jacques de Faber thuis.”
“Zo’n sfeer maakt het heel veilig wanneer je op het podium staat. En het biedt ook de mogelijkheid om eerlijk te zijn als dingen niet bevallen. Het is de kracht van Opera Zuid en van deze productie. Dat heeft Miranda van Kralingen bereikt. Ik heb het wel minder vriendschappelijk meegemaakt, zoals in mijn jaren in Kassel.”
Kerkrade
Voor Kim Savelsbergh begon het allemaal in haar geboorteplaats Kerkrade. “Kerkrade Klankstad”, vult de zangeres aan. Ze groeide op met harmonieën en fanfares en met de koormuziek in de kerk. “Ik ben niet heel gelovig opgevoed, maar zat toch op een goed kerkkoor. Ik was acht, een vriendinnetje werd lid en ik volgde; zo ging dat op die leeftijd. Ik herinner me nog precies hoe het voelde toen we het Panis angelicus zongen. Kippenvel, maar ook zo’n raar gevoel in je haar… ken je dat, als je hele mooie muziek hoort?”
Naast missen in de kerk zong ze als elfjarige ook solo bij andere koren in de buurt, zoals bij het mannenkoor de Mastreechter Staar. En ondertussen klonk er thuis veel opera. Haar ouders waren liefhebbers. “Maar dat vond ik als kind helemaal niet altijd fijn”, zegt ze. “Pavarotti op tv, daar deed je me geen plezier mee.”
Na de lagere school volgde het gymnasium van Rolduc. “Ik kon goed leren en mijn moeder maakte zich zorgen over mijn zangambities. Ze zag graag dat ik aan een stabiele, zekere toekomst zou werken.”
Tijdens de eerste jaren van de middelbare school volgde ze lessen op de Kerkraadse muziekschool. Ze wilde verder in de muziek. Moeder Savelsbergh had twijfels en besloot een deskundige te raadplegen, iemand die zou kunnen beoordelen of Kim echt talent en mogelijkheden had.
“Het was op een zaterdagochtend in Maastricht. Mijn moeder had Mya Besselink gebeld voor advies. We hadden toen geen idee wie zij was, maar ze is dus één van de bekendste zangpedagogen van Nederland. Ik zong Marmottenbube van Beethoven en dat werd het begin van mijn zangopleiding. Tijdens de laatste jaren van het gymnasium deed ik de vooropleiding voor het conservatorium, kreeg ik muziekleer en solfège en ontwikkelde ik mijn stem.”
De keuze voor muziek was onontkoombaar in het leven van de jonge Kim. “Ik had daar geen enkele twijfel over. Nu de markt voor klassieke zang zo moeilijk en onzeker is en ik kinderen heb, denk ik wel een heel enkele keer: had ik niet toch iets anders moeten doen? Het zou in elk geval iets geworden zijn met mensen. Ik zou niet de hele dag achter een computer willen zitten. Een galerie had ook gekund – ik houd van kunst. Of een studie psychologie wellicht, of reizen, dat is ook leuk.”
Londen
Na vijf jaar conservatorium in Maastricht was Savelsbergh nog maar 23 jaar. Dankzij een beurs kon ze naar Londen, naar het Royal College of Music, waar ze studeerde bij onder anderen sopraan Lilian Watson. “Ik had soms enorme heimwee, maar verder was eigenlijk alles daar leuk. Ik kreeg heel goed les, had veel verschillende taalcoachings en kon masterclasses volgen van grote namen als Graham Johnson en Roger Vignoles.”
Buiten de lessen genoot ze in de Britse hoofdstad van het aanbod aan muziek, musical en opera. Een productie van La rondine van Puccini in Covent Garden, met Angela Georghiu en Roberto Alagna, maakte diepe indruk. “’Dit wil ook!’ dacht ik wanneer ik in Covent Garden was. Niet beroemd worden en niet de glamour, maar het vak, het zingen.”
Kassel
Na Londen was Savelsbergh een jaar verbonden aan de Opera Studio in Amsterdam. Vervolgens auditeerde ze bij het Staatstheater Kassel en werd meteen aangenomen. In het ensemble kreeg ze volop de kans om vlieguren te maken.
“Dat eerste jaar deed ik meer dan negentig voorstellingen. Je repeteerde overdag de ene rol en had ’s avonds een voorstelling met iets heel anders. Zo’n operahuis is een geoliede machine, die voortdurend producties brengt. Ik heb mijn rollen – onder anderen Susanna in Le nozze di Figaro, Nanneta in Falstaff en Adina in L’elisir d’amore – echt moeten verdienen. Je bent je er voortdurend van bewust: als je niet functioneert, zijn er voor jou tien anderen.”
“Je dreigt in zo’n situatie wel te vervreemden van het echte leven. Toch dacht ik daar ook over na. Ik heb veel geleerd over mezelf, over wat ik belangrijk vind, wat ik aan kan. In die tijd maakte ik ook de keuze om moeder te willen worden.”
Maastricht
Ze heeft het net geteld, De/die/the Fledermouse is haar achtste productie bij Opera Zuid. “Mijn eerste rol was een kleine, in Tsaar Saltan, samen met Karin Strobos. Onze vriendschap is in die tijd ontstaan. Inmiddels zijn we beiden moeder.”
Met de mezzosopraan stond ze ook in Hänsel und Gretel. Ze zong verder Susanna in Le nozze di Figaro, Sophie in Der Rosenkavalier en de hoofdrol in Manon, twee jaar geleden. “In die productie kon ik verschillende types spelen, van het jonge meisje naar een vrouw die pijn had. Ik was vier maanden eerder bevallen van mijn dochter, dus het was wel een bizarre tijd.”
Ze wil naar wat meer volwassen types in haar rollen. “Ik heb het wel een beetje gehad met de hupse meisjes. Ik ben toe aan vrouwen met wat meer diepgang, een mooie Mimì in La bohème of een Violetta in La traviata. Ik wil het lyrische vak gaan zingen. Mijn stem is ronder aan het worden, breder. De hoogte zit wel goed, mijn middenstem en de laagte, die wil ik verder ontwikkelen.”
Voor opera en lied heeft ze een sterke voorkeur, want daar hoeft ze niet zo heel erg als zichzelf op het podium te staan. “Lied doe ik graag, dat zijn soms mini-operaatjes. Oratorium is wat statischer, dan sta ik er echt als Kim en dat trekt me iets minder. Ik kruip graag in de huid van een karakter. Het acteren, het theatrale, dat vind ik naast het zingen het allerleukste van mijn vak.”
Kim Savelsbergh vormt een vaste waarde in het ensemble van Opera Zuid, dat voor de huidige Fledermaus-productie uit veel bekende gezichten bestaat. “Ik heb van nature een evenwichtige aard, al weet ik dat je als zangeres soms ook van je af moet bijten. Een diesel, dat is een juiste typering: het duurt even voordat ik op gang kom, maar dan kun je ook op me bouwen. Ik stond er de laatste jaren altijd, was maar een enkele keer ziekig.” Ze klopt op de houten tafel: “Laten we hopen dat dát zo blijft!”
Het vormt een rode draad in het gesprek: de hang naar avontuur tegenover de minstens zo belangrijke andere rol in haar leven, het moederschap. “Ik ben na de jaren hier in het zuiden zo onderhand de sopraan van Opera Zuid en mogelijk zit dat in de weg. Het zijn strijdige belangen. Ik werk dicht bij waar ik woon nu en tegelijkertijd heb ik ook wel andere ambities.”
Ze denkt even na over wat net allemaal besproken is. “Laatst stonden we tijdens de repetities met een aantal collega’s in de coulissen en bespraken we onze carrières. Ik realiseerde me: ik heb mijn werk, ik heb mijn kinderen, ik ben echt gelukkig.”
De productie van De/die/the Fledermouse reist nog door Nederland. Zie voor meer informatie de website van Opera Zuid en de persoonlijke website van Kim Savelsbergh.
1 Reactie
Hartstikke leuk interview met een prachtige zangeres en lieve/leuke dame!