Aken scoort met stoere Brokeback Mountain
Twee meer dan uitstekende hoofdrollen, een genuanceerde dramaturgie en een ferme leiding in de orkestbak zorgden op zondag 7 december voor een stoere Brokeback Mountain in Aken. Het operahuis brengt een heel andere enscenering dan bij de wereldpremière in Madrid. Na afloop zei het applaus: top!
‘Brokeback mountain’, de berg die staat voor lust, liefde en verlangen naar vrijheid in de novelle van Annie Proulx, is ook in de Akense versie van de opera vrijwel voortdurend zichtbaar op het podium. Niet op video, zoals in Madrid, maar fysiek. Dreigend heerst hij letterlijk over de levens van de twee mannen, Jack en Ennis. Voor hen had hun ontmoeting, tijdens een lange zomer op de berg, levensveranderende gevolgen.
Het zijn de jaren ’60 in Wyoming, waar het altijd te koud of te warm is, waar een onherbergzaam landschap de mensen vormt en waar de wind de walm van traditie en conservatisme door de straten blaast. Het is de tijd dat ‘Stand by your man’ van Tammy Wynette op de radio klinkt.
Jack, de branieschopper, is vanaf het begin van de opera zingend te horen. De ander, Ennis, spreekt in het eerste deel voornamelijk; hij moet loskomen van zijn remmingen en beperkingen. De twee hebben harde, bonkige confrontaties in hun onhandige liefde en doen nog onhandiger pogingen om daarvan afstand te nemen. Het wordt, als ze ver van de buitenwereld samen kunnen zijn, soms even mooi. Maar het loopt niet goed af.
De opera is met zorg gecomponeerd door Charles Wuorinen. Hij neemt in zijn muziek alle vrijheid en richt in de orkestbak een overzichtelijk gekkenhuis in, dat uitpuilt van de verschillende tempi, akkoorden, klankleuren en instrumenten. Onder de vocalen zijn vaak trompetten, slagwerk en met name een marimba te horen. De strijkers zorgen vooral voor de dramatische accenten. Wat in de partituur gebeurt, is al een opera op zich en dirigent Kazem Abdullah heeft het allemaal volledig in de hand.
Het libretto is het eerste dat Annie Proulx schreef, en dat is te merken. Ik vraag me zelfs af of ze veel ervaring als operabezoeker heeft. Waar haar novelle kort is en in gecomprimeerde taal het verhaal vertelt, is haar libretto bij vlagen ‘en-toen-erig’ en uitleggerig, en op verschillende momenten is het eenvoudigweg ‘too much’.
In het boek werkt het wanneer Proulx beschrijft hoe Ennis’ vrouw Alma via ingenieuze trucs ontdekt dat er heel weinig gevist wordt tijdens de visuitstapjes die haar man met zijn maat Jack maakt. Maar op het podium moet de arme sopraan Antonia Bourvé dat verhaaltje in alle suffe details afraffelen en dat is niet leuk. Daarvoor heeft opera betere middelen.
Opvallend is ook de keuze van de librettiste om de handeling op te delen in meer dan twintig taferelen, wat in de voorstelling tot gejaagdheid leidt en niet bijdraagt aan een kernachtige vertelling. Het gaat ook mis in de laatste tien minuten van de opera, wanneer Ennis op allerlei manieren beschrijft wat het leven met en de dood van Jack voor hem betekent. Proulx mist daar trefzekerheid.
Gelukkig laat regisseur Ludger Engels zich niet opjagen. Zorgvuldig vertelt hij het verhaal, waarbij hij interessante accenten legt. Met zijn twee hoofdrolspelers, de Nederlandse tenor Mark Omvlee en de Duitse bariton Christian Tschelebiew, creëert hij een geloofwaardige, onsentimentele onstuimigheid. De productie is geen romantisch drama, zoals het boek van Proulx dat evenmin is, en zeker ook geen pamflet.
De American Dream, verbeeld in een steeds flamboyanter geklede ‘go-go girl’, bood in de jaren ’60 alleen ruimte aan een leven binnen de lijntjes van de alledaagse ‘normaalheid’. Het mislukte geluk dat daar het gevolg van is in dit verhaal, is misschien wel een veel pregnanter thema dan homoseksuele liefde en burgerlijke weerzin daartegen.
Ludger Engles heeft mazzel met zijn hoofdrolspelers. Beiden hebben kanjers van stemmen, waarvoor Charles Wuorinen moeilijke maar mooie muziek schreef. De doortastendheid van Jack zit in zijn heldere tenor, die de hele avond, op letterlijk een seconde na, met vaart werd ingezet door Mark Omvlee. Deze Brokeback Mountain toont het scheepsrecht van Omvlee, na zijn successen als Mime in Das Rheingold en Lechmere in Owen Wingrave. Hij houdt van de niet met aria’s aangeklede, doorlopende muziek van deze opera en kreeg alle kans om dat, met groot succes, te bewijzen.
Bariton Tschelebiew klonk in de laagte krachtig en speelde vocaal en in zijn acteren met de geschonden onschuld van zijn jeugd en zijn angst voor wat de mensen zeggen. Ceri Williams, die enkele jaren geleden een overdonderende Erda zong in de Enschede Ring, schitterde als Jacks moeder, die tegen het slot een licht mededogen leek te hebben met haar zoon en diens mislukte leven.
Er was verder een koor en er waren bijrolzangers die niet allemaal even perfect Engels produceerden, maar de première van Brokeback Mountain was vooral een bijzondere ervaring door Omvlee en Tschelebiew en de prestatie van het creatieve team. Als zij het libretto en de partituur na deze serie weer doorsturen naar een volgende producent, hebben ze er waarde en kwaliteit aan toegevoegd.
Brokeback Mountain is nog tot in januari te zien in Aken. Zie voor meer informatie de website van het Theater Aachen.