FeaturedOperarecensie

Een Nederlands wonder in Dessau

In Dessau is een nieuw operatijdperk begonnen onder leiding van Antony Hermus, de Nederlandse dirigent die dit seizoen Generalmusikdirektor is geworden in de Duitse stad. Met een fantastische Lohengrin trapte hij op 3 oktober zijn nieuwe job glansrijk af. Ook de Nederlandse bariton Wiard Witholt blonk uit.

Scène uit Lohengrin (foto: Anhaltisches Theater Dessau).
Scène uit Lohengrin (foto: Anhaltisches Theater Dessau).

Wie had gedacht dat uitgerekend in het Anhaltischen Theater Dessau – een groot nazigebouw uit 1938 met buitengewone bühnetechniek en akoestiek – één van de meest onderhoudende Lohengrins zou worden gegeven die ik ooit heb gezien? Ik niet. Ik werd verrast door deze tot op de seconde intelligente, doordachte en in de kleinste details briljant uitgevoerde Wagner-voorstelling.

Dat de productie zo’n indruk maakte, lag aan vier dingen. Allereerst aan de nieuwe Generelmusikdirektor van het operahuis, Antony Hermus. Hij bracht de monsterpartituur met het nodige gewicht, maar overstemde de zangers geen moment. Een wonder, als je denkt aan de oorverdovende Lohengrin van Barenboim kort geleden in Berijn.

Hermus droeg de solisten op handen, dwong ze niet tot forceren en liet wonderlijk lyrische momenten toe. De Anhaltische Philharmonie speelde onder zijn leiding grandioos. Natuurlijk hebben de luxe-ensembles uit Wenen, Berlijn of Amsterdam meer glans en glitter in hun klank, maar voor de eerste samenwerking tussen dirigent en orkest was deze Lohengrin een buitengewone en veelbelovende prestatie. Bravissimo!

Daarnaast was de extreem hedendaagse regie van de nieuwe chefregisseur Andrea Moses overtuigend. Ze maakte van Lohengrin een politiek drama van nu. Het overtuigde vooral door de nauwgezette personenregie en door vele treffende details.

Omdat ik de laatste tijd enkel producties heb gezien waarin gewoon geen personenregie voorkwam (zoals La Juive van Pierre Audi in Amsterdam), was het een openbaring om uitgerekend in het provinciale Dessau mee te maken wat een verschil goed geregisseerde, enthousiaste solisten kunnen maken. Zelfs als ze niet over optimale Wagner-stemmen beschikken.

Wiard Witholt was een verrassend actieve en subtiele Heerrufer

Verder was daar het perfect door Helmut Sonne ingestudeerde koor, kinderkoor en extra koor en – last but not least – een solistengroep die zich met merkbaar vuur in dit avontuur stortte.

De Elsa van Bettine Kampp stak er bovenuit. Hoe zij de jonge vrouw neerzette – als een half dronken en instabiel karakter – was waanzinnig. Vocaal was ze echter wisselvallig, omdat ze haar mooie lyrische stem onnodig donkerder en dramatischer maakte. Maar wat een uitstraling!

Echt problematisch was voor mij alleen de Lohengrin van de donkere Nieuw-Zeelander Andrew Sritheran. Niet optisch – want hij speelde overtuigend, om niet te zeggen innemend, als een Messias-achtige Obama – maar hij had hoorbaar problemen met zijn partij. Hij forceerde zijn stem al bij zijn eerste entree (‘Mein lieber Schwann’). Zodanig dat je bang was dat hij het einde niet zou halen. Zijn stem brak daadwerkelijk in de scène van de huwelijksnacht. Wel hernam hij zich weer in de (onverkorte) Gralserzählung.

De Nederlander Wiard Witholt – sinds dit seizoen ensemblelid in Dessau – was een verrassend actieve en subtiele Heerrufer. Normaal gesproken doet de Heerrufer amper meer dan de naam van zijn rol vraagt, maar Witholt maakte samen met regisseur Moses van het personage een ongure politieke manipulator, van wie je nooit wist of hij wel zo onschuldig was als hij leek.

Omdat ik Witholt sinds zijn tijd in Amsterdam niet meer gehoord had, was ik verrast hoe fabelachtig hij zich vocaal en nog meer qua acteren ontwikkeld heeft.

De 1200 toeschouwers reageerden op de voorstelling met een driftig applaus, in het bijzonder voor Hermus, Kampp en Witholt. Het regieteam kreeg een paar heftige boe’s te verwerken, die echter met evenzovele bravo’s tegengewerkt werden.

In Dessau is duidelijk een nieuw tijdperk begonnen. En als deze eerste première onder de nieuwe intendant en nieuwe Generalmusikdirektor een graadmeter is, dan mag men zich in Sachsen-Anhalt op spannende tijden verheugen.

Vorig artikel

Omstreden Tosca in Nederlandse bioscopen

Volgend artikel

Eerste studio-opname Edgar moeite waard

De auteur

Kevin Clarke

Kevin Clarke

3Reacties

  1. Frits de Klerk
    11 oktober 2009 at 08:54

    Een nieuw tijdperk in Dessau? Helaas heb ik Lohengrin niet gezien, maar op grond van een vorige uitvoering, durf ik te beweren dat in Dessau het hoge niveau vastgehouden wordt in plaats dat er iets nieuws is gekomen. Vorig jaar heb ik daar Parsifal gezien en gehoord. In de enscenering van Felsenstein en met de Nederlandse bariton Nico Wouterse. Ik heb die uitvoering als een metafysische ervaring ondergaan. Subtiel maar toch overdonderend in het toneelbeeld. Muzikaal denk ik dat er gewoon niet veel aan te verbeteren viel.
    Dessau, een provinciestadje vol tegenstellingen. Naast het pompeuze Anhaltisches theater die je makkelijk met het nazi tijdperk kunt verbinden, de Bauhaus academie waar de nieuw kunst gestalte kreeg in de jaren 20 en 30. Heel bijzonder.

  2. Kevin
    11 oktober 2009 at 19:42

    It was – at least visually – a new start, radically different from the Felsenstein productions. Who are/were considered ‘old fasioned’ by many German critics, and beloved by parts of the audience. It seems that not enough people came to see these productions anymore, so it was time for something different. – It remains to be seen if Andrea Moser is the right answer for Dessau. She has meanwhile been appointed as principal stage director for Stutttgart. Maybe she’ll take Antony Hermus with her? It will also be interesting to see if they can maintain the high level of musical and visual quality for their next projects.

  3. Kevin
    11 oktober 2009 at 19:43

    Moses, of course, not Moser.