FeaturedOperarecensie

Oropesa’s Gilda steelt show in Rigoletto

Onder leiding van James Gaffigan brachten een aantal geroutineerde zangers zaterdagmiddag een muzikaal uitstekende Rigoletto in de NTR ZaterdagMatinee. Lisette Oropesa stal met haar warme stemgeluid, vocale acrobatiek en overweldigende acteertalent de show.

Lisette Oropesa schitterde in de rol van Gilda (foto: Matthew Murphy).
Lisette Oropesa schitterde in de rol van Gilda (foto: Matthew Murphy).

Het blijft gek, een Rigoletto in de ZaterdagMatinee. De muziek van deze uitermate populaire Verdi-opera hoort bij uitstek thuis op een operatoneel, niet op een concertpodium. De opera kent razend complexe karakters, die het verdienen om lange tijd in een repetitielokaal tot in detail uitgeplozen te worden.

Gelukkig was er op het podium van het Concertgebouw wel sprake van enige ‘mise-en-espace’ en stonden de zangers – in tegenstelling tot wat gebruikelijk is bij de onbekendere opera’s in de operaserie – niet achter muziekstandaarden geparkeerd. Dat kon ook niet anders, met vrijwel enkel zangers die hun partij van voor tot achter kennen .

De ruimte van de Grote Zaal werd goed benut en er werd ook echt geacteerd. Zo kwam het koor na de ouverture feestelijk babbelend de trap aflopen en kwam graaf Monterone vanuit de zaal op om zijn vloek uit te spreken over de hertog en zijn nar.

Toch kwamen niet alle karakters in dramatisch opzicht even goed tot hun recht. De hertog van tenor Ivan Magrì stond soms wat ongemakkelijk stijf met zijn armen langs zijn lichaam geklemd en Dimitri Platanias wist zijn vocale karaktertekening van Rigoletto slechts met een beperkt aantal gebaren en weinig variatie in gezichtsuitdrukkingen te ondersteunen.

Wel optimaal tot hun recht kwamen de dames, met de Gilda van Lisette Oropesa voorop: elk gebaar, elke beweging, elke oogopslag had een ongelooflijke impact. Wat een actrice! Ook de Maddalena van Martina Belli was in fysiek-dramatisch opzicht perfect: in haar zeer strakke, fuchsiaroze jurk met glitters ademde ze bij elke beweging wulpsheid.

Tot zover het acteertechnische aspect. Het muzikale aspect blijft van het voornaamste belang bij een concertante uitvoering en het niveau lag erg hoog. De Rigoletto van de Griekse bariton Dimitri Platanias klonk als een échte Verdi-bariton: een prachtige, warme Italiaanse klank, met veel dynamiek. Hij bulderde luid aan het hof en zong teder en kwetsbaar tijdens de intieme momenten. Naarmate de laatste akte vorderde leek zijn stem een heel klein beetje schor te worden, maar dit was eerder dramatisch op zijn plaats dan storend.

De show werd echter gestolen door Rigoletto’s dochter Gilda, vertolkt door de Amerikaanse sopraan Lisette Oropesa (vorig seizoen Nanetta in Falstaff bij De Nationale Opera). In haar stemgeluid lagen zowel een warme laagte als een glanzende hoogte besloten, en haar vocale acrobatiek was indrukwekkend. Vooral indrukwekkend was haar ‘Caro Nome’, dat in eerste instantie voortijdig moest worden afgebroken omdat iemand in de zaal onwel werd. Ze eindigde de aria met een prachtige triller waar maar geen eind aan leek te komen.

Tenor Ivan Magrì zong de hertog van Mantua.
Tenor Ivan Magrì zong de hertog van Mantua.

De hertog van Ivan Magrì stak bij deze twee vocale hoogvliegers wat bleekjes af, al was hij wel roldekkend en in de laatste akte ronduit verleidelijk. Hier en daar had hij een paar kleine intonatiekwesties en verdronk zijn stem in het orkestgeluid of in het geluid van zijn collega’s. Maar over de gehele linie wist hij de oppervlakkige vrouwenversierder vocaal uitstekend vorm te geven.

In de kleinere rollen trok vooral de Sparafucile van Ante Jerkunica de aandacht: zo’n vol stemgeluid en trefzekere laagte is niet vaak te horen op de internationale operatonelen. Ook bijzondere vermelding verdient de Giovanna van Cécile van de Sant. Ze wist haar rol van gewiekste bewaakster van Gilda een warme gelaagdheid te geven die men niet vaak in deze comprimariorol hoort.

De mannelijke leden van het Groot Omroepkoor, aangevuld met heren van het Vlaams Radio Koor, presteerden – zoals gebruikelijk – op vocaal topniveau.

Het Radio Filharmonisch Orkest hield het tempo er onder leiding van James Gaffigan flink in. Hierdoor kreeg het geheel een zekere dramatische urgentie en greep het naar de keel. Tijdens de ouverture leken nog niet alle orkestleden dit hoge tempo bij te kunnen benen, maar gelukkig kwamen alle betrokkenen snel genoeg op dezelfde lijn, waarna genadeloos afgestormd werd op het hartverscheurende einde van deze Verdi-kaskraker.

Vorig artikel

In Istanbul bloeit een prachtorkest

Volgend artikel

Aalto maakt spektakel van Schweigsame Frau

De auteur

Laura Roling

Laura Roling