FeaturedOperarecensie

Reisopera brengt diep ontroerende Orphée

Glucks beroemdste opera, Orphée et Eurydice, verandert in de handen van regisseur Floris Visser in puur goud. Een ontroerende voorstelling, waarmee de Nederlandse Reisopera zijn seizoen op een hoogtepunt afsluit.

Kristina Bitenc als Eurydice in Orphée et Eurydice (foto: Marco Borggreve © Nederlandse Reisopera 2015).
Kristina Bitenc als Eurydice in Orphée et Eurydice (foto: Marco Borggreve © Nederlandse Reisopera 2015).

De mythe uit de oudheid is alom bekend. De zanger Orpheus reist na het overlijden van zijn kersverse bruid Eurydice af naar de onderwereld. Hij mag haar mee terugnemen naar het land der levenden, op voorwaarde dat hij onderweg niet naar haar omkijkt. Tijdens de lange weg naar boven doet hij dat echter toch. Hij verliest zijn bruid voor de tweede keer, nu definitief.

In de meeste antieke varianten van de mythe leidt Orpheus hierna een nogal doelloos en ongelukkig bestaan, waarna hij uiteindelijk uiteengereten wordt door een groep maenaden, vrouwelijke volgelingen van de god Dionysus.

Dit laatste element wordt in barokopera’s doorgaans weggelaten. Gluck geeft zijn opera zelfs een happy end. Wanneer Orpheus na het mislukken van de tocht naar de bovenwereld zelfmoord overdenkt, grijpt Amor in en beloont de standvastige liefde van de zanger door zijn bruid alsnog aan hem te retourneren.

Floris Visser heeft voor dit ietwat ongeloofwaardige einde de perfecte oplossing bedacht. Hij zaait op subtiele wijze twijfel. Vinden de tocht naar de onderwereld en het happy end wel echt plaats? Of speelt het zich allemaal af in de fantasie van een man die het overlijden van zijn geliefde weigert te accepteren?

Scène uit Orphée et Eurydice (foto: Marco Borggreve © Nederlandse Reisopera 2015).
Scène uit Orphée et Eurydice (foto: Marco Borggreve © Nederlandse Reisopera 2015).

Centraal in het toneelbeeld staat het graf van Eurydice, dat zich midden op het podium bevindt, in een omgeving die de indruk wekt van een kale Griekse hoogvlakte. Naast dit graf bevindt zich herhaaldelijk de diepbedroefde zanger Orpheus.

Het lijkt dan ook dat Orpheus’ reis naar de onderwereld meer illusie is dan werkelijkheid. Ook het feit dat er tijdens de terugtocht twee Eurydices op het toneel te zien zijn – één die loopt en zingt en één die met haar bovenlijf half uit het graf steekt en er levenloos bij ligt – lijkt te suggereren dat Orpheus het zich allemaal inbeeldt.

Het decor is simpel en kaal, maar door een uitstekende belichting en een prachtig schaduwspel worden verschillende sferen en geestestoestanden opgewekt. Het feit dat het koor is uitgedost als de inwoners van een Kretenzisch bergdorp in de jaren ’50 voegt een dimensie toe aan de, soms drukkende, Griekse couleur locale.

De keuze voor de jonge Britse tenor Samuel Boden als Orphée is uitstekend. Hij kan zijn rol vocaal bijzonder goed aan, zowel in de hoogte als in de laagte. Bovendien weet hij zelfs in de moeilijkste omstandigheden – bijvoorbeeld terwijl hij L’Amour op zijn nek neemt en optilt – onverstoord door te zingen.

Het is sowieso fijn om een tenor te horen in de rol van Orphée. Ik heb niets tegen het geluid van de countertenor of tegen de alt- of mezzostemmen die ook vaak in de rol te horen zijn, maar een tenorstem geeft de partij meer vlees en bloed. Bovendien ontstaat er een mooier contrast met de vrouwenstemmen van L’Amour en Eurydice.

Samuel Boden en Kristina Bitenc (foto: Marco Borggreve © Nederlandse Reisopera 2015).
Samuel Boden en Kristina Bitenc (foto: Marco Borggreve © Nederlandse Reisopera 2015).

Soms dreigt HET Symfonieorkest het stemgeluid van Boden een beetje te overspoelen, maar de oorzaak hiervan lijkt eerder bij het bij vlagen overenthousiaste spel van het orkest te liggen dan bij het volume van Boden. Zeker aangezien Boden niet de enige is: de verder uitstekend gezongen en gespeelde L’Amour van Hanna Herfurtner moet hier en daar ook enige moeite doen om boven het orkest uit te komen.

Eurydice is een relatief kleine partij, maar de Sloveense sopraan Kristina Bitenc vertolkt haar met verve. Haar acteerwerk is verfijnd en overtuigend en haar stemgeluid is warm en glashelder. Bovendien heeft ze geen enkele moeite om boven het orkest uit te komen. Voor zo’n Eurydice zou iedereen naar de onderwereld afreizen.

Consensus Vocalis en HET Symfonieorkest onder leiding van Roger Hamilton leveren koor- en orkestbegeleiding op hoog niveau. Ondanks dat het orkest naar mijn smaak dus iets te weinig ingetogen is, is het eindresultaat een overtuigende, warmbloedige Gluck.

Deze laatste productie van het seizoen van de Reisopera is in mijn ogen de meest geslaagde. Vielen er bij Sweeney Todd nog wat kanttekeningen bij de zang te plaatsen en bij Les pêcheurs des perles nog wat aanmerkingen op de regie te maken, bij deze Orphée et Eurydice is dat niet het geval. Deze ontroerende voorstelling is het product van een gelukkig huwelijk tussen zang op topniveau en een intelligente, sfeervolle regie.

Orphée et Eurydice is nog tot en met 6 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Reisopera.

Vorig artikel

Terry Gilliams verbeelding kent geen grenzen

Volgend artikel

Charles Dutoits Matinee klinkt als een klok

De auteur

Laura Roling

Laura Roling

4Reacties

  1. Leen Roetman
    4 mei 2015 at 13:36

    Blijkbaar zijn er nog regisseurs die hun vak verstaan! Ook prettig dat ik deze voorstelling in mijn eigen stad kan gaan zien. MEER subsidie voor de Reisopera!!!

  2. Willem Bruls
    6 mei 2015 at 15:41

    Leen, “Dat gaan we regelen” 😉

  3. Leen Roetman
    18 mei 2015 at 11:53

    Deze voorstelling is een streling voor het oog en het oor! Prachtig toneelbeeld, uitgewogen belichting, scherpzinnige personenregie, betekenisvolle balletten, warm orkest, aansprekende zangers, welluidend koor. Een perfecte harmonie.
    Erg knap hoe de eeuwenoude mythe middels deze verfijning en elegante weer tot leven komt, diepzinnig en ontroerend. Wat een topavond.
    Ik ben erg blij dat de Reisopera volgend seizoen in mijn stad (Roterdam) terugkomt met Madama Butterfly en Cosi fan Tutte.

  4. Gerard
    18 mei 2015 at 17:51

    Ik sluit me aan bij het commentaar van Leen, het was een prachtige voorstelling, zangers, orkest..en regie, het stond op een hoog niveau. Mis het niet! En een voordeel was ook nog dat er geen pauze was, dus je kon na afloop nog rustig napraten, iets wat bij de Nederlandse Opera onmogelijk is, omdat je door de vaak onhandige aanvangstijd (dit met name bij langere opera’s) bij de laatste maten alweer zit te zweten of je nog wel de laatste trein haalt…en soms zelfs het applaus moet laten voor wat het is.