Lulu bij DNO: meer Kentridge dan Berg
De grote hoeveelheid publiciteit die regisseur William Kentridge in aanloop naar de première van Lulu bij De Nationale Opera genereerde, bleek van profetische waarde te zijn. Deze Lulu gaat over hem, en veel minder over Berg en de muziek die hij schreef.
Dat Lulu van Alban Berg geen makkelijke opera is, weet iedereen die zich er ooit in verdiepte. En dan heb ik het niet alleen over de twaalftoonsmuziek. Ook de hoofdpersoon is moeilijk en ongrijpbaar. En de personages om haar heen zijn, op Geschwitz na, verre van sympathiek. Toch wordt de opera best vaak uitgevoerd, wat zonder meer te danken is aan de regiemogelijkheden die het libretto biedt.
Voor zijn nieuwe productie heeft De Nationale Opera William Kentridge gestrikt: een icoon uit de visuele kunst, die voornamelijk beroemd is om zijn tekeningen, animatiefilms en installaties. De laatste tijd doet hij er ook opera bij.
In aanloop naar de première verschenen er in de media tientallen artikelen, interviews en beschouwingen over en met Kentridge. Die gingen voornamelijk over zijn levensloop, zijn werk en de situatie in Zuid-Afrika, toen en nu. Men verloor daarbij de componist en zijn schepping enigszins uit het oog. Het ging nog maar zelden over Alban Berg en zijn Lulu.
Zo heb ik ook de voorstelling ondervonden. Alle aandacht ging uit naar de filmpjes, tekeningen, bewegende beelden en groots geprojecteerde krantenknipsels en –koppen op het toneel. Het was zeker fascinerend en je kwam ogen (en ook bewuste aandacht) tekort om het allemaal te kunnen bevatten. Maar onder dat visuele geweld raakte de opera zelf ondergesneeuwd.
Kentridge maakte de handeling ondergeschikt aan de beelden. Als het Koninklijk Concertgebouworkest onder de zeer bekwame leiding van Lothar Zagrosek niet hemels had zitten spelen in de bak, dan was je waarschijnlijk ontgaan dat er ook muziek bij was. De voorstelling ging, net als de media-aandacht vooraf, niet over Lulu, maar over Kentridge en zijn wereld.
Zoals zijn tekeningen
In één van zijn interviews zei Kentridge dat Lulu gaat over “de breekbaarheid of de onmogelijkheid of de fragmentatie van het verlangen”. Dat is volgens mij de clou: de regisseur wilde of kon nergens kiezen welke kant hij nu eigenlijk wilde opgaan. Zijn regieconcept was er geen.
Wat ik hem echter het meeste kwalijk neem, was dat een degelijke personenregie vrijwel volledig ontbrak. De personages kwamen nergens tot leven. Ze waren net als Kentridges tekeningen: vluchtig aangestipt, her en der dik aangezet, maar nergens van vlees en bloed.
Niettemin werd de sfeer – het interbellum ontmoet het Duitse expressionisme – bijzonder goed getroffen, wat nog versterkt werd door de vele getekende en geanimeerde portretten van onder anderen Berg zelf.
Zakdoekje voor Larmore
Mojca Erdmann was een mooie en lenige Lulu, maar nergens werd ze sensueel en erotisch. Haar hoge noten waren onberispelijk, maar ik kon geen lijn in haar zang ontdekken. Wat ze deed, voelde als het zingen van losse klanken.
Berg hield van Gräfin Geschwitz. Voor haar hart van goud en haar opofferingen beloonde hij haar aan het einde van de derde akte met een heuse aria, die mij altijd aan ‘Erbarme dich’ van Bach doet denken. Het was het allereerste moment in de voorstelling dat ik emotie voelde. Jennifer Larmore zong de aria zo hartroerend mooi en met zo veel inleving, dat ik even naar een zakdoekje moest grijpen.
Johan Reuter was een autoritaire Dr. Schön. Goed gezongen, goed geacteerd. En toch voelde ik zijn breekbaarheid niet. Ik rook zijn zweet niet en zijn paranoia in de tweede akte kwam onbegrijpelijk over.
Enigszins moeite had ik ook met de Alwa van Daniel Brenna. Ik vond zijn stem aan de lyrische kant (ja, ik weet dat hij inmiddels ook Siegfried heeft gezongen) en zijn hoogte klonk soms wat geknepen.
William Burden was een voortreffelijke Maler. Zijn emoties wist hij goed over te brengen in zijn zang. Des te ontnuchterender was de aanloop naar zijn zelfmoord. Het was alsof hij aankondigde zich te gaan scheren. Maar misschien was dat juist de bedoeling? Ook als de behoorlijk karikaturaal aangezette Neger was hij goed.
Werner Van Mechelen was goed op dreef als de Tierbändiger. En de Athlet zong hij zeer gespierd. Dankzij zijn ‘stemacteren’ wist hij ook iets van de beweegredenen van de verrader en afperser over te brengen. Iets waar de regisseur niet in slaagde.
Met zijn sonore bas zorgde Julian Close (Der Bankier) voor een paar onvergetelijke minuten zanggenot. Pluimpje ook voor Roger Smeets, die in het rolletje van Ein Journalist bewees dat kleine rollen soms groot kunnen zijn.
Het was echter Franz Grundheber (77 jaar!) die in zijn rol als Schigolch de show stal. Alleen al voor zijn fenomenale zang- en acteerprestatie is het de moeite waard de gang naar Nationale Opera & Ballet te maken.
Lulu is nog tot en met 28 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
Hieronder legt repetitor Ernst Munneke uit wat de muziek in Lulu zo bijzonder maakt:
Hieronder de trailer van de productie:
22Reacties
Dank voor de heldere recensie. Voor mij was Lulu nieuw. Ik had van tevoren wel het een en ander gelezen en muziek geluisterd. Voor mij was de enscenering op dit moment teveel van het goede. Ik heb mijn ogen er uiteindelijk maar bij dicht gedaan. Het zag er allemaal prachtig uit, maar het leidde mij teveel af van de muziek.
Blij was ik met de enscenering, maar daar bleef het dan ook bij. Muzikaal krijg ik puistjes van deze opera. Meerdere malen zag ik het werk inclusief de uitvoering met Teresa Stratas in de tachtiger jaren bij DNO, maar nooit was de zang zo ongeïnspireerd als tijdens deze produktie. Dat mevrouw Jaworski Jennifer Larmore speciaal noemt is logisch, omdat zij inderdaad aan het eind van de veel te lange avond nog iets aardigs mag zingen. Snel vergeten deze opera.
Ik ben het geheel eens met je recensie. Ik schreef een vergelijkbare bespreking voor Cultuurpers: http://www.cultureelpersbureau.nl/2015/06/lulu-en-kleren-kentridge/
Ik had zeer goede herinneringen aan de Lulu van Teresa Stratas in 1980.
Deze Lulu vond ik een warboel van van alles en nog wat.
Waarbij ik moet bekennen dat ik het in de eerste pauze voor gezien hield omdat de uitvoering er geen moment in was geslaagd me te ráken.
Zoals Basia zegt: best mooi, die klanken.
Maar dat waren het dan ook ‘klanken’.
Dank je voor je recensie en ik geloof dat ik terecht in de 1e pauze ben vertrokken.
De uitbundige toejuichingen waarover Thea Derks het in haar degelijke recensie in Cultuurpers heeft zijn lichtelijk overdreven. Het was niet veel meer, dan een beleefdheidaplausje van dat gedeelte van het publiek, waaronder prinses Beatrix, dat de moeite had genomen om het hele torso uit te zitten. Na de tweede pauze waren er wel erg veel lege stoelen. Misschien toch niet zo’n gelukkige keuze voor het Holland Festival.
Na Benvenuto Cellini wederom een opera, waarbij het visuele aspect het wint van het muzikale en dat geeft toch te denken!
Prachtige recensie, Basia. Ben het geheel met je eens. Ook goed om alle zangers even te noemen.
Vergelijkingen zijn altijd onhandig en in het geval van Lulu wellicht uit den boze als je ooit de onvergetelijke productie van Cherau/Boulez hebt meegemaakt in het theater.Toch moet ik zeggen dat, om met de regie te beginnen, Kentridge helaas op alle fronten heeft gefaald met zijn enscenering van deze uiterst weerbarstige opera. De talloze zangers dolen in het rond zonder ooit iets van hun persoonlijkheid prijs te geven en dit geldt vooral voor Lulu zelf. Femme fatale is helaas inmiddels een versleten begrip want ik denk dat zij meer heeft van de bijbelse Lilith: een monster (sic) die niet alleen mannen en vrouwen verslindt maar die tevens de mens iha laat kijken in zijn eigen afgrond. Dit heeft de regisseur helaas helemaal niet begrepen en daardoor is zijn visie van het begin af aan mislukt. De rest van de personages die om Lulu cirkelen krijgen nooit de kans om hun diepste afgronden op het publiek te projekteren en daar gaat deze opera in essentie over: iedereen wordt een spiegel voorgehouden door Lulu waardoor uiteindelijk iedereen in zijn eigen afgrond verdwijnt. Zonder deze visie van Wedekind te begrijpen is iedere andere interpretatie gedoemd te mislukken meen ik. Kentridge presenteert Lulu als een afgesleten verzameling krantenknispels waarin de personages net zo vlak zijn als een zondaagbijlage.
Helaas was de zangersbezetting niet op alle fronten overtuigend. Lulu zingt bijna alle noten van deze onmogelijke partij met redelijk aplomb maar nergens dringt zij tot de ziel (als Lulu dat al heeft!)van het personage. Haar stem is eenvoudigweg veel te klein voor het Muziektheater. Reuter doet zijn best om niet in sjablons te vervallen maar ik had veel meer variatie willen horen in dynamiek en kleur. De rest gaf een honorabele vertolking maar Larmore als de gekwelde gravin was ronduit teleurstellend, de stem is maar een schaduw van wat het ooit was en mij heeft zij niet kunnen ontroeren aan het slot van de opera.
Gelukkig speelde het KCO op een zeer hoog niveau maar de dirigent Zagrosek liet mij eveneens siberisch koud met zijn aanpak. Ik had het idee dat hij louter probeerde het geheel in min of meer redelijke banen te leiden dan een echte interpretatie te geven van het stuk:het zinderend onheil en de verborgen lyriek van Berg blijven helaas weg. Jammer!
Wat niet hielp was dat ik afgelopen vrijdag in München een zinderende nieuwe productie van dit werk heb meegemaakt in een fascinerende regie van Dmitri Tcherniakov en gedirigeerd door een topdirigent, Kirill Petrenko. Marlis Petersen en Bo Skovhus als Lulu en Dr. Schön deden je op het puntje van je stoel zitten en de interactie tussen de personages was scherp en overtuigend.
Dank voor je duidelijke recensie/ toelichting, voor mij ook een nieuwe opera en ik verheug me hem nog een paar maal te gaan zien want de muziek vond ik prachtig. Op het toneel iets te druk naar mijn smaak. Misschien hoort Berg zo gezongen te worden maar de sopraan emotioneerde me niet, misschien ook het beeld wat Basia schrijft. Op Sporify vond ik Erdmann prachtig in Offenbach en in Mozart, ook klonk het daar rijker van toon.
Top van de avond was voor mij zeker Jennifer Larmore. Echt genoten en wat een persoonlijkheid. Ben dan toch even boos als die Voerman in het Parool haar helemaal niet noemt wat een hurk, onbegrijpelijk.
Goed commentaar, vooral van Mauricio. Vergelijk met eerdere producties maakt het altijd moeilijk, maar inderdaad het kan zoveel beter als dat DNO ons nu presenteert!
Denk maar eens aan de Konwitschny productie uit Hamburg die te gast was een paar Holland festivals geleden. Beginnende met het lied waarop Berg een deel van de muziek gebaseerd heeft, gespeeld door een zanger met gitaar in de foyer en zaal voorafgaand aan de voorstelling. Dat betrok je volledig in het verhaal en gaf je tegelijkertijd meer inzicht in het werk door de tekst van het lied.
Recentelijk was er een fenomenale Barbara Hannigan in de Warlikowski productie uit Brussel (ook op DVD).
Begrijp eigenlijk niet waarom DNO het wederom geprogrammeerd heeft na tweede eerdere lulu’s in het muziektheater in de afgelopen tien jaar.
Heeft de regisseur Kentridge zich überhaupt wel verdiept in het personage Lulu?
De productie in München wordt zaterdag 6 juni om 18.00 live gestreamd via staatopertv.de.
Die Welt maakt een vergelijking tussen de productie in Amsterdam en München. “Wer also ist Lulu? Das beantworten beide Inszenierungen nicht wirklich. In Amsterdam bleibt sie eine tote Erinnerungsreminiszenz aus der Theatergeschichte, in München eine – freilich bannende – Leerstelle, die alle vorgeführte Begehrlichkeit nicht füllen kann. Also muss der Opernbesucher weitersuchen.”
http://www.welt.de/kultur/buehne-konzert/article141936092/Warum-muessen-Frauen-immer-gleich-ungluecklich-sein.html
https://www.youtube.com/watch?v=OzyXKdh9jNs
De link tussen het Lou Lou parfum van Cacharel (in het hierboven You Tube filmpje, sorry voor de reclame) en de discussie over de opera Lulu ontgaat me. Of is het een grap rond de Franse en de Duitse naam?
Ik ben geen musicoloog, maar een liefhebber van Alban Berg’s muziek. In de tachtiger jaren zag ik Lulu in New York met Teresa Stratas: onvergetelijk. Wozzeck is ook prachtig, vooral het slot.
De productie van de NOS bezocht ik op 8 juni. De muziek was prachtig, de zang matig en de decors verschrikkelijk. De projecties van Kentridge benadrukte de letterlijkheid van het verhaal. Daardoor werd het een soort ‘Theater van de Lach’. De opera gaat echter over de ontoereikendheid van de menselijke liefde. Alles loopt daarom voor iedereen noodlottig af. Die symboliek ging door de ijdele Kentridge helemaal de mist in. Jammer.
R.H.J. Hornsveld
Ik ben vanmiddag naar de voorstelling geweest. Ik had er wel een beetje een hard hoofd in na alle recensies en bovenstaande reacties, en bovendien ben ik niet goed thuis in het werk van Alban Berg maar ik moet zeggen, ik vond het eigenlijk wel een mooie voorstelling. De muziek was veel mooier dan ik me had voorgesteld en er werd ook goed gezongen, in mijn oren dan.
Alleen die projecties, leuk idee, maar wel wat veel. Het scheelt mogelijk of je dicht bij het podium zit, of veilig achter op het tweede balkon. Hoe dichterbij, hoe meer brij.
Wat me een raadsel was, was die mevrouw die op, naast of in de vleugel op het podium stond, lag, zat of stond te kronkelen en af en toe haar rok omhoog trok. Wat dat nou moest toevoegen, geen idee. En er liep ook nog een meneer rond met meestal een stuk karton om zijn hoofd. Iemand die dat wel begrepen heeft?
Die bijfiguren, @ Maria, zijn gewoon weer van die modische manoeuvres die je aan het puzzelen moeten brengen omdat het anders allemaal te recht-toe-recht-aan wordt. En zo`n interessanterige vleugeldame (Freud?) kan natuurlijk mooi zorgen voor wulpsheid waar de sopraan eventueel geen zin in heeft.
Kwam het doordat ik door de visuele plaatwerkerij – terwijl er auditief al zo veel op je af komt – was moe gebeukt dat ik de laatste akte als spanningsloos en bijgevolg als te lang ervoer? Jammer van deze verder fijne Lulu.
@kersten: sowieso te lang, zie analyse Paul Korenhof http://www.opusklassiek.nl –
(‘Een groot deel van het huidige derde bedrijf is door de tekstbrij bovendien redelijk overdadig, en ik kan mij voostellen dat Berg met al dat gezeur over aandelen niet goed raad heeft geweten. Waarom hij toen dat blauwe potlood niet rigoureus durfde hanteren, blijft een raadsel en bij alle overdaad heeft Cerha er muzikaal nog eens een schepje bovenop gegooid. ‘)
Zondag naar de matinee geweest. Overdaad, vooral in de laatste akte (komt uiteraard ook de lengte en wellicht doordat de muziek niet van Berg is). De bewegende projecties zijn zeker mooi, maar drie uur lang ?
Louise Brooks (de dame aan de piano) en de onbekende man voegden m.i. niks toe. Wel grappig om haar te zien omdat ik de vorige avond 2 ‘Lulu films’ in het EYE heb gezien, prachtige jaren 20 producties.
Zoals in de recensie staat, Grundheber stal de show. Zorige week nog masterclass met hem bijgewoond (open huis in de stopera), niet te geloven dat hij 77 is.
Op 21 november vertoont The Metropolitan Opera New York de enscenering van Kentridge wereldwijd in de bioscopen. Marlis Petersen zingt Lulu, Susan Graham neemt gravin Geschwitz voor haar rekening. Natuurlijk ontbreekt Franz Grundheber niet.
Nu denk ik er plots aan dat William Kentridge in de Munt een produktie van ‘Die Zauberflöte’ gemaakt heeft volgens ongeveer dezelfde principes. Daar vond ik ook bij eerste zicht de projecties (meestal van allerhande Egyptische en vrijmetselaarssymbolen) nogal overweldigend. Maar éénmaal gewoon daaraan vind ik het eigenlijk één van de mooiste producties van ‘Die Zauberflöte’ die ik al gezien heb…
Die weergave van Lulu uit de Metropolitan ga ik wel zien, zo kan ik ook zien wat ik denk over deze enscenering. En er is natuurlijk de gravin van Susan Graham, één van mijn lievelingszangeressen…!
Nog zo’n ‘projectie-opera’ van Kentridge: The Nose van Sjostakovitsj. Die heb ik oktober 2013 in CineMec Ede vanuit The Met gezien. Inderdaad ook overdonderend maar wel ongelofelijk ingenieus en fascinerend!