Tosca in Israël: overweldigend succes
Een uitvoering van Puccini’s Tosca, in de openlucht, in Israël, aan de voet van de berg Masada. Het is een zeldzame combinatie. Mordechai Aranowicz ging kijken hoe het eruitzag en raakte diep onder de indruk.
Israël mag dan een geliefde reisbestemming zijn, veel toeristen zullen het niet direct met opera associëren. Toch is de passie voor opera en klassieke muziek er altijd groot geweest. Talrijke grote dirigenten en zangers waren sinds de vorming van de staat Israël in 1948 te gast in het kleine land aan de Middellandse Zee.
Midden jaren tachtig werd vrijwel uit het niets het enige operagezelschap in het land opgericht: de Israeli Opera in Tel Aviv. Onder de jarenlange leiding van intendant Hanna Munitz heeft dat operahuis inmiddels een opvallend hoog muzikaal en scenisch niveau bereikt.
Sinds enkele jaren organiseert de Israeli Opera ook een festival, dat steeds verder uitgebreid wordt. De grootste ‘attractie’ van het festival zijn de openluchtvoorstellingen aan de voet van de door koning Herodes tot vesting uitgebouwde berg Masada, met tot 6.000 toeschouwers per voorstelling.
Masada, door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard, ligt tussen de woestijn van Judea en de Dode Zee. Op deze plek pleegden aan het einde van de Joodse Oorlog in het jaar 73/74 de laatste groep Joodse verzetsstrijders collectief zelfmoord, nadat hun situatie door de jarenlange Romeinse belegering uitzichtloos was geworden.
Dit jaar ensceneerde de Israeli Opera voor het eerst Giacomo Puccini’s opera Tosca en Carl Orffs cantate Carmina Burana in Masada. Op 11 juni had ik de gelegenheid om Tosca te bezoeken. Een in alle opzichten zeer geslaagde voorstelling.
Puccini’s kaskraker is op het eerste gezicht niet echt een werk dat zich voor grootse openluchtevenementen leent, gezien de intieme, persoonlijke constellatie. Toch pakte de keuze van de Israeli Opera bijzonder goed uit, waarbij de locatie van het verhaal (Rome) en de doodsprong van de titelheldin aan het einde van de opera op verrassende manier naar de geschiedenis van Masada verwezen.
Het was het festival gelukt om met de voormalige Parijse intendant Nicolas Joel een internationaal gerenommeerde regisseur aan te stellen. Samen met zijn decorontwerpster Emanuelle Favre schiep hij een wonderschone enscenering. Het verhaal van de opera werd in eenvoudige, duidelijke beelden verteld en het publiek werd op fascinerende wijze in het Rome van het jaar 1800 meegenomen.
Twee halfronde muren met daarop de belettering ‘ROMA 1800’ brachten, samen met de voor Tosca onvermijdelijke rekwisieten en enkele ondersteunende projecties, de locaties uit het libretto van Luigi Illica en Giuseppe Giocosa tot leven: de kerk Sant’Andrea della Valle, het Palazzo Farnese en het Castel Sant’Angelo, wiens engel met zijn getrokken zwaard al vanaf het begin van de voorstelling de bedreigende atmosfeer van de opera uitdroeg.
Joel verrichte in deze ambience nauwgezet en gedetailleerd werk met de zangers. Het resultaat was een ware ‘psychokrimi’, geheel in de geest van Puccini. Twee schermen aan weerszijden van de bühne toonden daarbij close-ups van de zangers, zodat het publiek ondanks het enorme toneel niets van de vele fijnheden van Joels personenregie hoefde te ontgaan.
Met Svetla Vasillieva in de titelrol stond een ervaren zangeres op het toneel. Ze speelde haar partij met een van akte tot akte stijgende intensiteit. En ook vocaal liet de Bulgaarse zangeres niets te wesen over. Met haar prachtig donker getinte sopraan, overtuigend in alle registers, oogstte ze na haar ‘Vissi d’arte’ een storm van enthousiasme en ook haar slotscène gaf ze overweldigend vorm.
Gustavo Porta begon zijn vertolking van Cavaradossi enigszins voorzichtig in ‘Recondita armonia’, maar groeide gedurende de eerste akte, om vervolgens in de tweede akte bij de moeilijke ‘Vittoria’-uitroepen iedereen voor zich te winnen. Dat zette hij voort in zijn meeslepende interpretatie van ‘E lucevan le stelle’, waar de duizenden toeschouwers met ingehouden adem naar luisterden.
De rol van Scarpia was bezet met de in Nederland niet onbekende Scott Hendricks, die deze partij al in diverse grote operahuizen in de wereld vertolkt heeft. Hij beschikt over een krachtige maar soepele bariton, die hij in alle situaties uitstekend wist te beheersen. Zijn grote dialoog met Tosca in de tweede akte was een waar muzikaal hoogtepunt.
Theatraal gezien zette Hendricks een ijskoude sadist neer. Bij zijn eerste entree werd de berg Masada op de achtergrond fel belicht; betekenisvol en indrukwekkend.
De kleinere rollen had de Israeli Opera met uitmuntende zangers uit het eigen huisensemble weten te bezetten. Vladimir Braun (Sagrestano), Carlo Striuli (Cesare Angelotti), Yossef Aridan (Spoletta), Oded Reich (Sciaronne) en Anat Czarny (Pastore) droegen veel aan het succes van de avond bij.
Het voortreffelijke koor, ingestudeerd door Ethan Schmeisser, maakte bij ‘Te Deum’ een geweldige entree, waarbij hun witte, rode en zwarte kostuums (ontwerp Katia Duflot) een haast spookachtige sfeer opriepen.
Daniel Oren, muziekdirecteur van de Israeli Opera, heeft door zijn jarenlange samenwerking met de Arena di Verona veel ervaring met openluchtvoorstellingen. Nadat hij voor aanvang eerst het Israëlische volkslied ‘Hatiqva’ had gedirigeerd, wist hij vervolgens met zijn zangersvriendelijke leiding prachtige kleuren en muzikale details aan het Rischon LeZion Symphony Orchestra te ontlokken. De spanningsbogen uit Puccini’s meesterwerk liet hij daarbij geen enkele keer los.
Het publiek was aan het einde van de vlekkeloze voorstelling bijzonder enthousiast en bejubelde alle deelnemers uitvoerig. Ook het organisatorische team van het festival, dat zich wat betreft het pauzeprogramma en alle verzorging daaromheen kosten noch moeite gespaard had, kreeg een ovatie.
Toen ik kort na middernacht de bijzonder speellocatie verliet, moest ik eraan denken dat slechts een paar honderd kilometer verderop het territorium van de Islamitische Staat begint. Een gedachte die het verhaal van Tosca, met al zijn brutaliteit, nog tijdlozer en actueler maakte dan je op het eerste gezicht zou denken…
Volgend jaar brengt de Israeli Opera op dezelfde locatie Un ballo in maschera en Samson et Dalila. Iets om naar uit te zien!
Zie voor meer informatie de website van de Israeli Opera.
Hieronder een clip van de productie:
5Reacties
Dank voor het delen van deze wel heel bijzondere ervaring. Hoe was het daar overigens met de temperatuur? Ik herinner me een snikheet Massadabezoek in 1999 …
Wat grappig, deze zomer zie ik een Tosca in de openlucht in de Romeinse steengroeve van St. Margarethen, Burgenland Oostenrijk, zo’n 60 km onder Wenen. Elk jaar wordt daar in de zomer een aantal weken een opera uitgevoerd.
Even verderop heb je in Mörbisch het Operettefestival met de Seefestspiele. Dit jaar met Eine Nacht in Venedig. “Eén van de mooiste openluchttribunes van Europa, met een uitzicht over de Neusiedlersee tot in Hongarije.” Ga ik ook kijken!
Ja, Morbisch is een belevenis. Ook qua artistieke kwaliteit. St. Margarethen haalt dat niveau niet altijd. Ik herinner me een aftandse Aida.
mooie recensie!
Wow! Wow! Wow! Wish, I could have been there! Graag recensie!