Kwangchul Youn ster in Fliegende Holländer
Vergeet de zee: de Bayreuther productie van Der fliegende Holländer speelt zich af tussen de ventilatoren. Kwangchul Youn steelt de show als Daland, Ricarda Merbeth is een uitnemende Senta en Axel Kober geeft voorbeeldig leiding.
Net als Lohengrin is de Holländer op zoek naar verlossing uit een uitzichtloos bestaan. De graalridder wil een gewoon mens worden; het eindeloze leven van halfgod begint hem op te breken. Bij de Holländer is er de wens om te ontsnappen aan het almaar voortdurende leven van vervloekte zeeman. Hij wil een verlossende vrouw vinden die hem door haar onvoorwaardelijke liefde de zozeer gewenste dood kan bezorgen.
Elsa zal niet de eerste zijn bij wie Lohengrin zijn kansen waagt. En de Holländer heeft eenmaal per zeven jaar de gelegenheid om aan land te gaan en te ontsnappen uit zijn eeuwig zwervende bestaan. Maar steeds is dat mislukt en al doende zijn al vele jongedames naar de verdommenis gegaan.
In Jan Philipp Glogers productie voor de Bayreuther Festspiele is weinig ruimte voor zeevaart en zeelieden. Daland (een uitnemende Kwangchul Youn) is de directeur van een bedrijf dat ventilatoren maakt. Hij zit zogezegd in de windhandel en de zaken gaan niet slecht. Zijn Steuermann (een onopvallende Benjamin Bruns) imiteert hem in kleding, woord en gebaar, zoals we dat met name van Japanse ondergeschikten kennen.
Beide heren bevinden zich bij aanvang in een klein roeibootje, maar de rest van het toneelbeeld spreekt andere taal. Een reusachtige stellage met nerveus oplichtende getallen roept het beeld op van beurskoersen of van een per seconde oplopende staatsschuld.
Bij de Holländer wordt zelfs helemaal afgezien van een zeemansachtergrond. Het personage wordt neergezet als een goedgeklede vampier, die met een rolkoffertje het toneel betreedt. Hij is een internationaal opererende zakenman met in zijn gevolg een paar vrouwen die voor betaalde aandacht zorgen: een serveerster, een masseuse en een prostituee. Ten bewijze dat hij niet meer is dan een ‘ondode’ steekt hij zichzelf met een mes: er vloeit geen bloed.
Naar liefde is de Holländer niet op zoek, die illusie is hij wel kwijt. Het gaat slechts om de verlossende dood en daarvoor moet hij een vrouw kopen die hem trouw blijft tot in de dood. Als die dood niet te lang op zich laat wachten, is er zeker kans van slagen.
Daland is onder de indruk van de rijkdom van de Holländer en ziet in hem een prima zakenpartner. De Holländer laat er op zijn beurt geen gras over groeien: “Hast du eine Tochter? Ja? Oké, dan wordt zij mijn vrouw.”
De dochter in kwestie zit ondertussen in de fabriek van haar vader. In blauw geklede meisjes pakken ventilatoren in onder toezicht van de streng ogende Mary. Senta zelf werkt niet mee, ze knutselt in een hoekje met een houten beeld van de Holländer en een stel veren die ze later op zal zetten om een engelengestalte aan te nemen.
Mary wijst de suggestie om de ballade te zingen krachtig van de hand, schrikt er zelfs voor terug. Wellicht heeft ze zelf al eens een ‘Holländerervaring’ gehad in het verleden. Als Senta bezig is met haar ballade, ontdooit Mary. Herinneringen komen boven en ze knoopt haar jas los en haalt het opgestoken haar uit de knot.
Youn is geweldig op dreef in de ontmoetingsscène, ‘Möchst du mein Kind’. Meestal is hij de barse, strenge bas, maar nu speelt hij eens iemand met humor. Zijn zang beviel me stukken beter dan die als Hunding een paar dagen eerder.
Erik is klusjesman annex huismeester in Dalands bedrijf. Sven Friedrich merkte in zijn inleiding op dat de ‘Hausmeister’ zo ongeveer de mooiste uitvinding was van het “Regietheater das wir so lieben”. En dat zei hij met een strak gezicht. De man heeft talent voor sarcasme.
‘Steuermann lass die wacht’ wordt uitgevoerd als een bedrijfsfeestje voor de medewerkers van de firma Daland. Het wordt een vrolijke boel. En belangrijker: er wordt uitstekend gezongen, zonder meer geweldig. Weliswaar geen gestamp zoals in het libretto staat, maar verder geheel zoals het hoort, ook met Holländers matrozen duidelijk in beeld.
Erik is oprecht bezorgd over Senta, maar zij wimpelt hem af. Niettemin krijgt de Holländer argwaan en wil vertrekken. Senta zet haar engelenveren op en offert zich voor hem op door zich met een toorts te doorsteken. Prompt begint ook de Holländer te bloeden: de ondode komt tot leven, zodat hij alsnog kan sterven. Beiden nemen een standbeeldpose aan en het doek valt, voortijdig.
Het orkest speelt verder en korte daarna gaat het doek weer op. In plaats van ventilatoren worden er nu kleine standbeeldjes van Senta en de Holländer in Dalands bedrijf gemaakt. Zijn dochter is hij kwijt – maar die was sowieso al voor veel geld verkocht – en op deze wijze probeert Daland als goed zakenman er nog wat aan te verdienen.
Alles draait om geld en macht; wie zoekt naar liefde, komt bedrogen uit. Zo ongeveer moet Richard Wagner gedacht hebben toe hij dit werk schreef. Gelet op de levensfase waarin het tot stand kwam, hoeft dat niet echt verwondering te wekken.
Axel Kober leidde een voorbeeldige uitvoering. De ouverture (achter gesloten doek, het kan weer) was een revelatie en dat niveau werd gedurende de gehele voorstelling vastgehouden.
Senta werd uitnemend vertolkt door Ricarda Merbeth en Christa Mayer (ook te bewonderen als Brangäne in Tristan und Isolde) gaf adequaat invulling aan de kleine rol van Mary.
Samuel Youn was een redelijke Holländer: goed, maar niet indrukwekkend. Hij werd overschaduwd door Kwangchul Youn, die zoals gezegd excelleerde als Daland. Al met al een mooie afsluiting van mijn week in Bayreuth.
In 2016 is deze productie waarschijnlijk voor de laatste maal te zien. Voor diegenen die niet naar Bayreuth kunnen afreizen, is er een uitgave op dvd. Ook aanbevolen.
5Reacties
Inderdaad Peter, Ricarda Merbeth en Kwagchul Youn waren fenomenaal. En natuurlijk weer het koor. Magistraal.
Van het verhaal begreep ik niet veel en da’s toch vreemd als je bedenkt, dat ik zelf als koorlid deze opera een aantal malen heb gezongen. Zowel jij als ik hebben dus 5 opera’s in 6 dagen gezien in het Festspielhaus. Voor zo’n mamoetonderneming moet je toch echt in Bayreuth zijn en daar neem ik echt mijn petje voor af.
Petje af ook voor jullie conditie. Alleen de gedachte al bezorgt mij zadelpijn. Heb overigens door jullie relaas meegenoten en meegeleefd.
Die zadelpijn valt echt reuze mee hoor Kersten. Het is een beetje krap en je zit soms letterlijk aan elkaar vastgeplakt, maar dat verbroedert wel in zo’n zaal met 2000 liefhebbers.
Behalve de Tristan heb ik in de loop der jaren het hele Wagner Canon gezien in Bayreuth en ik kan iedereen aanbevelen om je ook eens onder te laten dompelen in dit Walhalla.
Ik ga in ieder geval weer intekenen voor Tristan om de rij Bayreuth Wagners te completeren.
Peter Franken, heel veel dank voor alle recensies, die met respect en gedegen kennis van zaken aan Place de l’ Opera zijn toevertrouwd. Ik heb er van genoten en vooraal heb ik mij er in kunnen vinden.
(voor wie het nog moest interesseren)
Deze produktie heb ik tweemaal ter plaatse gezien. In het eerste jaar knutselde Senta nog aan een roodbesmeurde boot (die nog enigszins aan de Vliegende Hollander herinnerde), die is dan het jaar daarna vervangen door de vagere zwartbesmeurde ‘fetisch’ van de Holländer.
Curieus genoeg beviel deze enscenering (toch ook een voorbeeld van “regietheater”) me dan wel redelijk (in tegenstelling tot bv de Castorf-Ring), zonder daarom nu te willen zeggen dat dit DE Holländer-produktie was (oh, Kupfer !)…
Maar de situering van het verhaal in de (keiharde) zakenwereld en het contrast met de idealistische, dromerige Senta was heel consequent weergegeven. De ventilators waren hierbij een grappige vondst (die draaien ook, zoals spinnewielen…). Toppunt van ironie was de manier waarop op het einde OOK nog de Liebestod van Senta en de Holländer op^zijn beurt commercieel werd uitgebuit… En Samuel Youn en Ricarda Merbeth waren toen al heel gepast in hun rol (zeker in deze enscenering). Kwangchul Youn had ik toen nog niet, maar met zijn Gurnemanz nog in gedachten (in de voor mij werkelijk fantastische Parsifal-enscenering van Herheim!) moet ook zijn Daland inderdaad wel prachtig zijn… Ik herinner me ook dat Thieleman het eerste jaar dirigeerde en er toch wel iets heel bijzonder van maakte (zelden -of nooit- bv de ouverture met zoveel spanning gehoord!).
De DVD is ook verschenen in de Bayreuth Edition (8 Discs voor ca. 70 euro):
Die Meistersinger von Nürnberg (2008 / Regie: Katharina Wagner; Dirigent: Sebastian Weigle);
Die Walküre (2008 / Regie: Tankred Dorst; Dirigent: Christian Thielemann);
Der fliegende Holländer (2013 / Regie: Jan Phillip Gloger; Dirigent: Christian Thielemann);
Lohengrin (2011 / Regie: Hans Neuenfels; Dirigent: Andris Nelsons);
Tannhäuser (2014 / Regie: Sebastian Baumgarten; Dirigent: Axel Kober);
Tristan und Isolde (2009 / Regie: Christoph Marthaler; Dirigent: Peter Schneider)
Ik twijfel…