Petrenko zingt onvergetelijke Rachmaninov
Naast het jaarlijkse optreden van het Mariinksky-orkest en een voortreffelijke marathon van vier pianoconcerten programmeerde het Gergiev Festival dit jaar ook een juweeltje van een recital, met liederen van Rachmaninov, gezongen door de doorgewinterde bas Mikhail Petrenko. Met uitbundige energie nam de Rus het publiek mee op een onvergetelijke reis.
Petrenko begon de middag (zaterdag 12 september) met ‘Aan de poort van het heilige klooster’, door Rachmaninov opgedragen aan een studievriend. Zodra de bas inzette, bracht hij de luisteraar in een wereld van vocale perfectie. Zijn grote spanningsbogen, emotionele frasering en robuuste stem overtuigden gedurende zijn hele optreden. Daarbij creëerde hij met zijn enorme présence en zijn interactie met het publiek een intieme sfeer in de Jurriaanse Zaal van De Doelen in Rotterdam.
In plaats van een chronologisch programma zong Petrenko liederen met verrassende, afwisselende temperamenten. De rijke melancholische momenten werden telkens fraai afgewisseld met andere gevoelens. Zo schakelde zijn wendbare stem prachtig tussen tedere subtiliteit en glorieuze passie.
De romantische liederen ‘Ochtend’ en ‘Droom’ contrasteerden mooi met de zwaardere melancholie van ‘Alles is vergankelijk’, ‘Ik ben geen profeet’ en ‘Ik ben weer alleen’, waarin Petrenko smachtend en krachtig de rijkdom van zijn stem etaleerde. In ‘Droeve nacht’ en ‘In de stilte van de mysterieuze nacht’ omschreef hij met charmante dramatiek de nacht.
In ‘Ze is zo prachtig als de middag’ begon Petrenko met een geheimzinnige sfeer, maar hij sloot af met vechtlustige uithalen. Het lied ‘Christus is herrezen’ bevatte zowel felle als subtiele passages, die voor contemplatieve momenten zorgden.
Een hoogtepunt van de avond vond ik het prachtige, verhalende lied ‘Lot’, opgedragen aan de bas Fjodor Sjaljapin, een goede vriend van Rachmaninov en een ster aan het Bolsjoj, waar Rachmaninov chef-dirigent was. Petrenko fraseerde de tekst zo duidelijk en bracht de woorden met zulke diepe emotie dat ik, ondanks de vreemde taal, zeer werd geraakt.
De humoristische ‘Brief van Rachmaninov aan Stanislavski’, waarmee Petrenko zijn officiële programma eindigde, zorgde voor een ander hoogtepunt. Deze lyrische ode aan de acteur Stanislavski schreef Rachmaninov na hem te hebben gezien in Maeterlincks De Blauwe Vogel. Petrenko’s komische frasering van het ‘Postscriptum: mijn vrouw beaamt alles’ zorgde voor een zeer geestige conclusie van de middag.
Na een lange staande ovatie kwam Petrenko nog terug met het spannende ‘Ik was bij haar’. Voorzien van enkele theatrale gebaren zong hij zijn enthousiaste publiek vaarwel. Een onvergetelijk optreden, met dank ook aan Marina Mishuk, die er achter de piano een grootse middag van maakte.