Overrompeld door Carsens Carmélites
De succesproductie Dialogues des Carmélites van De Nationale Opera is het werk van niet één maar vele genieën. Voorop Francis Poulenc, die in mijn ogen de beste opera ooit componeerde. Maar ook regisseur Robert Carsen, dirigent Stéphane Denève en de voltallige cast leveren geniale en onmisbare bijdragen.
De beste opera ooit? Het is natuurlijk een volstrekt subjectief predicaat en eenieder kan het er van harte mee oneens zijn. Maar voor mij kan niets aan Poulencs opera uit 1957 tippen.
Waar hem dat in zit? Het heeft met de thematiek te maken. Dialogues des Carmélites is wars van het gangbare ’tenor zoekt sopraan, tenor vindt sopraan, tenor verliest sopraan’. Het werk draait om een stevig historisch onderwerp (de vervolging van een groep karmelietessen tijdens de Franse Revolutie) en de tragiek van het waargebeurde verhaal is onovertroffen. Het is reëler, het gaat dieper en het voelt intenser dan andere operageschiedenissen.
Ook de muziek is enig in zijn soort. Veel opera’s zijn te categoriseren aan de hand van periodes of stijlen, maar Poulencs werk valt voor mijn gevoel overal buiten. Zijn muziek heeft veristische trekken – theatraal en uitgesproken intens – maar het sentiment ligt er niet dik bovenop. Zijn orkestratie is eerder spaarzaam. Bij veel zangpassages zet het orkest bijvoorbeeld enkel accenten. Die accenten dragen echter wél een vrachtlading emotie, betekenis en atmosfeer in zich mee.
Dat maakt Dialogues des Carmélites zo bijzonder: er zijn geen oeverloze dialogen, er spelen geen overtollige instrumenten en er klinken geen overbodige noten. De muziek is heel puur. Dienaar van het drama. Daarbij gebruikt Poulenc een ongelofelijk idioom om tot de essentie van het verhaal en de karakters door te dringen.
Even puur en essentieel is Robert Carsens succesvolle enscenering uit 1997, die na een tour langs dertien operahuizen op zaterdagavond 7 november terugkeerde in Amsterdam. Ook Carsen gooit alle ballast overboord, om vervolgens door een meesterlijke regie het hart van de opera te vinden.
Michael Levine staat weliswaar als decorontwerper vermeld, maar het toneel is nagenoeg leeg. Eigenlijk zijn het de figuranten, koorleden en solisten die door de uitgekiende regie (en de choreografie van Philippe Giraudeau) een levend decor vormen. Grandioos is bijvoorbeeld de openingsscène, waarin ‘het volk’ met ferme tred samenstroomt en alleen in het midden van het toneel een kleine ruimte openlaat. Zonder dat er een decorstuk aan te pas komt, ontstaat zo de woonkamer van de Marquis, omringd door de tastbare en zichtbare dreiging van de revolutie.
De hele opera door creëert Carsen dit soort eenvoudige maar betekenisvolle beelden. Zo gebruikt hij de stoel van de Marquis, één van de weinige rekwisieten, om in de slotakte in één oogopslag diens tragische lot – en in feite de tragiek van de hele revolutie – uit te drukken.
Niet veel later volgt de beroemde finale bij de guillotine, waarin Carsen de ijzingwekkende muziek van Poulenc wederom simpel maar aangrijpend verbeeldt. Ik ervoer die laatste minuten van de avond als een klamme hand die zich langzaam om mijn keel klemde en mijn luchtwegen steeds verder dichtkneep. Aan het einde was ik overrompeld, leeg. Jammer dat het premièrepubliek zo snel begon te klappen. Een paar momenten stilte hadden de impact waarschijnlijk nog verder uitvergroot.
De Franse dirigent Stéphane Denève toonde zich een uitstekende artistieke partner van Carsen. Zijn directie van het Residentie Orkest sloot naadloos aan bij de taferelen op het toneel en de klankkleuren die hij uit de bak naar boven wist te brengen, gaven het geheel nog meer zeggingskracht.
Binnen dit excellente muzikale en theatrale kader opereerde een cast van het allerhoogste niveau. Wat een eer om zo veel hoogbegaafde zangeressen bij elkaar te zien, en wat een fraai geschenk voor en van de vijftigjarige Nationale Opera!
Sopraan Sally Matthews belichaamde de angst en onzekerheid, maar ook de groeiende standvastigheid van Blanche. Imposant was haar vocale controle, meeslepend was de beleving die ze in haar rol stopte.
Naast haar was Sabine Devieilhe (Soeur Constance) als een zonnestraal die telkens even door het grauwe wolkendek boven het verhaal brak en met haar glanzende en opgewekte zang licht en verlichting bracht. Prachtig ook om haar onberispelijke Franse dictie te horen.
Een groter contrast met de Mère Marie van Michelle Breedt kon er niet zijn. Breedt zette Marie neer als een complex karakter – soms verhardend in haar ideeën, soms zorgzaam voor haar zusters, maar nooit echt warm en open.
Eenzelfde gelaagdheid had Madame de Croissy, vertolkt door Doris Soffel. De Duitse mezzo domineerde de eerste akte met haar grote, dramatische stem en haar onthutsende sterfscène. Ze acteerde uitstekend, maar het was vooral haar stem die ik niet meer kon vergeten. Een stem die een heel leven geabsorbeerd heeft, zonder dat daarbij de kunst van het zingen weggesleten is. Mooier kun je de oude priores niet krijgen!
Adrianne Pieczonka straalde als Madame Lidoine, de nieuwe priores, één en al liefde en hartelijkheid uit. De zorg voor haar zusters gaf ze klank met spectaculaire zang. Hoe ze aan het einde haar karmelietessen voorging in de dood, was zeer indrukwekkend.
In de kleinere rollen klonk geen onvertogen woord. De jonge zangers Mark Omvlee en Michael Wilmering beleefden mooie momentjes in de schijnwerpers en tenor Stanislas de Barbeyrac zong een volmaakte Chevalier.
Dialogues des Carmélites werd aangekondigd als één van de succesvolste producties uit de geschiedenis van De Nationale Opera. Succes was dus op voorhand verzekerd. Toch was niets voorspelbaar. Carmélites is een werk dat je keer op keer in al zijn intensiteit kunt ondergaan. Inderdaad: overrompelend.
De productie is nog tot en met 29 november te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Komt dat zien!
33Reacties
Deze productie ging al in 1997 in premiere, met de grote Rita Gorr, als vervangster van Felicity Palmer, geloof ik. Later in de reeks werd Gorr zelf ziek, maar ik had geluk en heb haar gehoord.
Bedankt voor de mooie en snelle recensie, Jordi. Ongetwijfeld een van de aangrijpendste opera’s. Het is de derde keer dat ik deze opera bij DNO zie en elke keer is de slotscene bijna teveel. Doris Soffel was grandioos, als je maar 1 naam moet noemen. Prachtige regie, dat kan dus ook.
Op de 24e nog een keer, kan niet wachten.
Diep respect voor deze fantastische uitvoering van wat we wel mogen noemen één van de kroonjuwelen van de jubilerende Nationale Opera en Ballet.
Wel (al) een recensie van Carmélites maar geen van het Operagala. Betekent dit dat voor de redactie van Place de l’Opera er geen vrijkaart voor dit Gala was?
Je bestaat 50 jaar, je viert een feestje en hoe vier je dat? Door de prijzen zo schandalig hoog te maken dat trouwe bezoekers en echte liefhebbers dit feest alleen mee kunnen vieren vanachter het scherm van hun PC. Opdat de beau monde niet gehinderd door het plebs in black tie het glas kan heffen.
Ik ben niet tegen een gala. Maar wel hoe je een feestje viert. Dat zou een feestje voor iedereen moeten zijn. Zeker voor een zo zwaar gesubsidieerde instelling als de Nationale Opera & Ballet.
Nog een aanvulling:
Ik ben niet tegen een gala als fundraising of om sponsoren en gulle gevers te fêteren.
Maar zo vier je toch geen feest? Weet je wat ik gedaan zou hebben: een leuke avond organiseren voor trouwe abonnementhouders, GRATIS. Als je jarig ben, trakteer je!
(Maar ik heb geen Marketing en Communicatie gestudeerd.)
Ik deel je bezwaren, Leen (als het mij vergund is je zo aan te spreken) maar prijs me gelukkig met koffie en gewone kloffie via The Opera Platform wat van het Gala mee te maken. Het kan zijn dat het aan mijn leeftijd ligt (anderhalf keer die van DNO) maar ik werd wat zeeziek van die schokkerige camerabeelden die ongetwijfeld verondersteld werden het Operagala een champagne-achtige allure te verlenen. EMW was voor mij overigens de ster der sterren.
Beste Remko,
Bedankt voor de correctie. Het is aangepast.
Hartelijke groet,
Jordi Kooiman
Gala’s zijn sowieso slaapverwekkende gelegenheden, en bij opera gala’s is het toch meer alsof je naar een juke box zit te luisteren. Zou er zelf nooit naartoe gaan. Is meer voor de rich and famous, die niet te ingewikkeld willen en willen kunnen zeggen: ik ga ook wel eens naar de opera (maar alleen op uitnodiging).
Recensie over het gala komt nog. Het was inderdaad behoorlijk duur, echter de opmerkingen van Gerard zijn beneden alle peil. Ik,ben nog rich (helaas), nog famous (gelukkig). Ik hoop nog steeds dat we hier allemaal operaliefhebbers zijn en geen competitie houden in wie meer van opera houdt.
Jordi, dank je wel voor deze treffende recensie.
Deze voorstelling is fenomenale kunst, die niemand onberoerd laat.
Laten we iedereen aanmoedigen om deze opera te gaan zien!
Er zijn nog ruim plaatsen en ik gun al deze uitvoerenden uitverkochte zalen.
Ben het helemaal mee eens met Leen Roetman wat betreft het Opera Gala.
Waar waren trouwens Charlotte Margiono en Luca Pisaroni ?
Dankzij vrijkaarten vanwege de prijsvraag dan deze mooie website kon ik de première van deze reprise bijwonen. De versie uit 1997 heb ik helaas gemist, maar dit maakte veel goed. Of het de mooiste opera is weet ik niet (er is zoveel moois en de Wagners blijven voor mij toch nr. 1), maar het was inderdaad verpletterend. Wat een geweldige enscenering! Komt zeker in mijn top 5. Over de zangers heeft Jordi genoeg gezegd: Eens daarmee.
De muziek ken ik van de DVD opname met Schwanewilms en de Oems CD met eveneens Sally Matthews en Breedt. Maar in deze enscenering was het slot zo aangrijpend, dat ik dat niet meer zal vergeten.
Lezers vinden het misschien interessant om te weten dat Denise Duval, de Blanche in de Parijse première van Dialogues des Carmélites samen met Francis Poulenc optrad bij Het Limburgs Symfonie Orkest o.l.v. André Rieu (inderdaad de vader van). Het was Poulenc’s laatste concert. Een paar dagen later overleed hij in Parijs.(30 januari, 1963)
Inderdaad een overrompelende, schitterende voorstelling. Doris Soffel doet mij aan Magda Olivero denken. In Poulencs partituur valt zó veel bijzonders te horen. Ik heb hem deze productie voor het eerst in 1997 gezien, ben op 17 november geweest en ga volgende week nog een keer. Aanvankelijk waren er nog behoorlijk wat kaarten maar nu is alles uitverkocht- en terecht!
Inderdaad prachtige voorstelling, al was ik niet zo happy met de vrouwenstemmen, vooral de Blanche vond ik nogal ouwelijk klinken. Constance en mdm Lidoine sprongen er voor mij uit.
Verder vond ik het slot helaas niet zo ontroerend als ik het in andere voorstellingen wel vond. Het “handen-ballet” vond ik vooral overbodig en afleidend.
Gert-Jan…ik was er ook gister, 17 november. Doris Soffel was ziek en werd vervangen door Rosalind Plowright
De heren, met name de Chevalier vond ik een stuk beter dan de gemiddelde bezetting van de damesrollen.
Al met al heb ik toch een beetje een ‘vocale’ kater….
@Wiebke. Dat Sally Matthews als Blanche wat ouwelijk klinkt ben ik met je eens maar ergens past het wel bij haar zeer serieuze en religieuze rol. Ik kwam dinsdag heel laat binnen en heb niets mee gekregen van de vervanging van Doris Soffel. Dus het is Rosalind Plowright die mij aan Olivero doet denken. Ik ben benieuwd of Soffel volgende week wel weer zingt, dan kan ik vergelijken.
Ik las dat Plowright inmiddels weer terug in Wenen is, dus als Soffel nog steeds ziek is, moeten ze op zoek naar iemand anders.
Woensdag was ik bij de voorstelling. Ik was op de hoogte van de vervanging van Doris Soffel. Tot mijn verbijstering verzuimde de operadirectie Miss Plowright aan te kondigen. Zo kreeg het publiek niet de kans haar zijn bijval en dankbaarheid te tonen. Een bos bloemen voor haar kon er niet eens van af. Ik vond het beschamend. Plowright is een topzangeres, en ik weet toevallig uit de eerste hand wat een bovenmenselijke opgave dit voor haar geweest is.
En bovendien zong ze een fantastische voorstelling, echt een topprestatie, had de rol voor het laatst gezongen in Parijs 2013, en bracht hem nu, alsof ze al jaren niets anders meer gezongen heeft. De Nederlandse opera moet zich schamen!
Vreemde gang van zaken, zelfs het theater in de diepste provincie kondigt de vervanging van solisten aan op de display in de foyer of via een mededeling in de zaal zelf.
Helemaal met U eens, heren.
Ik heb wel een inlegvel gezien in sommige programmaboekjes, maar
normaliter wordt het gewoon even aangekondigd.
Het is disrespektvol naar de zangeres…. Maar in operaland zijn wel meer dingen disrespektvol naar de zangers/essen. Wat denken jullie van de aftiteling van menig concert of operavoorstelling waarbij bwv. de pruikenmaker vermeld wordt maar de zangers niet? Evenals heel veel affiches waar jan en allemaal op staat behalve de zangers.
nb. als DNO nog een andere zangeres nodig zou hebben voor die rol dan kan ik (ja, sorrie, ik maak reclame voor mijn “toko”) onze
Mdm Croissy, Frederike Bruijn, zeer aanbevelen. Zij doet zeker niet onder in deze rol voor Mw.Plowright of Mw.Soffel. Maar goed, zoiets zal wel een droom blijven. DNO haalt liever dure zangers van ver dan dat ze het talent in eigen land zien…..
@mevrouw Wiebke: ik word steeds nieuwsgieriger naar een eventuele uitvoering van ‘de Dialogues’ door uw ’toko’. Mochten datum en locatie bekend zijn, graag even een berichtje via deze site. Er zijn vast zuurpruimen die dat als reclame zien, maar dat is hun probleem. U zou er mij een plezier mee doen.
Voor die reclame hoeft niemand zich te generen. Place de l’opera maakt zelf ook ‘Werbung’ voor de Edesche Concertzaal, een initiatief van Eskes Media, uitgever van deze site. Leven en laten leven.
Thanx heren!
Ik ben in gesprek met 2 lokaties voor deze zomer.
Wanneer eea. zeker is zal ik het jullie melden!
Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van Wiebke.
Het lijkt mij toch een kleine moeite om voor de voorstelling begint aan te kondigen dat Doris Soffel wordt vervangen. Slechte zaak voor DNO.
Doris Soffel zong trouwens wel afgelopen zondag 22 novemberweer haar schitterende sterfscene
Doris Soffel heeft toegezegd dat ze een interview zal geven in de pauze van de radio-uitzending op 26 november.
Zondag ontwaarde ik een zanger met zo`n gezichtsmicrofoontje, waar ik nogal allergisch voor ben op het operatoneel. Ik troostte me met de verzekering die me ooit op dit forum gedaan is, dat zoiets vanwege een opname gebeurt. De radio-uitzending van donderdag is echter live, naar ik heb begrepen. Zie ik weer spoken?
Nu ik het toch over deze overigens schitterende productie heb: ik constateerde dat Michelle Breedts stemgeluid te zwak over kwam (vooraan in de zaal).
Hadden ze Michelle Breedt dan geen microfoontje kunnen geven? 🙂
Een meneer van het toneel van DNO vertelde bij een rondleiding tijdens Der Ring dat subtiele amplificatie gebruikt werd. Heb ik niets op tegen en ook nooit iets van gemerkt. Er kunnen allerlei redenen voor zijn om daar gebruik van te maken.
Operahuizen doen er zelf nogal geheimzinnig over. Anthony Tommasini van de NYT heeft daar twee jaar geleden eens een balletje over opgegooid. Peter Gelb wist het toen terug te brengen tot ‘broadcasts’. http://www.nytimes.com/2013/06/30/arts/music/wearing-a-wire-at-the-opera-secretly-of-course.html
Over die microfoontjes: ja, donderdag is het allemaal live, maar de opnametechnici en de zangers moeten een paar keer repeteren met de microfoontjes, vandaar dat meneer Kersten ze zondag ook gezien heeft.
Florieke Beelen vertelde mij dat ze voor een van de voorstellingen van Trovatore twee microfoontjes had – een boven haar voorhoofd en de ander boven haar oor – opdat de opnametechnici konden zien welke van de twee het beste zou werken. Die microfoontjes zijn er dus niet om de stemmen in de zaal te versterken.
Er wordt altijd met veel zorg en aandacht opgenomen in Amsterdam: het geluidsbeeld is dan ook altijd erg mooi en zeer verzorgd.
Ik heb de voorstelling van 24 november bezocht, en ik moet eerlijk zeggen -het klinkt bijna als een belediging – ik vond het niet zo overrompelend als ik had gehoopt. Het was mooi, maar ook wat koel en afstandelijk (maar dit kwam wellicht door het grote toneel). Doris Soffel was geweldig, en Sally Matthews idem. De kleinere stemmen kwamen wat minder uit de verf, mede door de belabberde akoestiek van het MT. Wat me altijd de das om doet, is de te warme temperatuur in de zaal, en de net te lage stoelen met de te weinig stevige zitting. Ik begin dan snel te knikkebollen, hoe mooi het is ook is wat er gebeurt op het toneel en de bak. Ik heb me na deze productie voorgenomen geen voorstellingen meer daar te bezoeken en het dichterbij huis te zoeken (Reisopera of Opera in Pathe), het is absurd duur (ik heb maar liefst 136 euro neergeteld voor de 2e rang), drankjes zijn niet inbegrepen, en bij alles wat er dan nog bij komt kijken (treinreis) en de drukte van en naar het station en metro (door de hectiek begin ik de voorstelling eigenlijk al uitgeput). Al met al wordt het zo een erg duur avondje uit, en dan moet je maar afwachten wat het gaat worden. Als het tegen zit mag je blij zijn wanneer je rond 1 uur ’s nachts weer thuis bent.
En in Gent en Antwerpen (en in Duitsland) worden ook vaak prachtige producties gegeven. Kleinere theaters misschien, maar sfeervoller en beter van akoestiek. Daarbij is de horeca daar veel beter en gastvrijer dan in Amsterdam. En zo’n uitje is vaak bij elkaar bijna goedkoper dan een avondje Nederlandse Opera.
Zoals ik vorig jaar Lieneke Effern bijzonder erkentelijk was voor
haar explicatie: Leen Roetman en Hein van Eekert, zéér bedankt voor
de verhelderende toelichtingen. Komt mijn onbekommerd genieten zeer ten goede!
Beste Jordi, ik was er pas donderdag eergisteren. Wat een belevenis! Ik had uw recensie hier natuurlijk al eerder gelezen, maar Basia bracht hem gisteren weer onder mijn aandacht: ’the day after.’
En dat was een goed idee van haar: want ik ben ik het 100% eens met uw artikel!
Prachtig geschreven passie voor Poulenc!
Dank, Paul de Boer