FeaturedOperarecensie

DNO’s liefdesdrankje werkt, met mate

Het liefdesdrankje dat De Nederlandse Opera opdient in haar reprise van L’elisir d’amore laat je zeker niet onberoerd. Maar dat het spulletje je tweeëneenhalf uur lang in de ban houdt, nee, dat kan ik toch niet zeggen. Daarvoor wordt er te weinig gelachen.

Dmitry Korchak als Nemorino (foto: Marco Borggreve).
Dmitry Korchak als Nemorino (foto: Marco Borggreve).

De productie die regisseur Guy Joosten van Donizetti’s L’elisir d’amore maakte, ging bijna acht jaar geleden in première – in december 2001. Destijds eiste Bryn Terfel zo’n beetje alle lof en eer op als de kwakzalver Dulcamara, die met een zogenaamd liefdesdrankje (elisir d’amore) de jongeman Nemorino aan zijn grote liefde Adina probeert te helpen.

Gisteren (29/10) beleefde het werk haar eerste reprise in Het Muziektheater in Amsterdam. De regie van Joosten was amusant. De Belg had het werk van Donizetti een bont, kleurig, overdadig ‘showbizz-jasje’ aangedaan. Lekker overdreven, lekker buffo.

Met name de onverwachte vondsten van de regisseur scoorden goed bij het publiek – zoals de parachutesprong van Belcore en de langs de voorste rij van de zaal swingende ‘dottor’ Dulcamara.

Ik vond echter dat het spel op het toneel en ook de muziek niet zo grotesk en geestig waren als de aankleding. Het jasje was er wel, maar een bruisend lijf ontbrak op veel momenten. Anders gezegd: voor zo’n humoristisch uitgedoste opera werd er maar weinig gelachen.

Waar het aan lag? Waarschijnlijk aan meerdere dingen. Dirigent Daniele Callegari (invaller voor Riccardo Frizza) duldde bijvoorbeeld geen vlotte tempi. Terwijl de zangers soms duidelijk hoorbaar sneller wilden, toerde hij onverstoorbaar verder. Vijftig in z’n vier, zoiets.

De zangers hadden op hun beurt hun personages wat levendiger kunnen maken voor het publiek. Zo was Adina meer een typetje dan een dame met een eigen verhaal en van de onderlinge relaties van de vier hoofdrolspelers spatten de vonken nog niet af.

Niettemin: de cast was heel leuk bij elkaar gezocht en dat leverde veel mooie momenten op. Valentina Farcas zong Adina. Een lichtgewicht in deze rol, wat soms iele toestanden opleverde, maar daartegenover stond dat ze een aansprekende uitstraling had en dat ze haar hoge noten heerlijk kon laten resoneren. Ook haar versieringen kwamen er prima uit.

Lucio Gallo als kwieke kwakzalver (foto: Marco Borggreve).
Lucio Gallo als kwieke kwakzalver (foto: Marco Borggreve).

De ervaren Lucio Gallo was een lenige Dulcamara, zowel in zijn bewegingen in Elvis-outfit als in zijn zang. De Italiaan bracht met zijn forse stem veel leven de brouwerij. Er zat telkens een heerlijke cadans in zijn passages.

Bij vlagen wist ook Tommi Hakala als Belcore zijn tekst zo goed te verwoorden. De Fin beschikte over een imposante stem, precies goed voor zijn stoere karakter. Hij hing dan ook overtuigend de macho uit. Helaas gaf hij zijn zang soms nóg meer gewicht mee, wat niet nodig was geweest.

De uitblinker van de avond was wat mij betreft Dmitry Korchak als Nemorino. De jonge Russische tenor zat van begin af aan goed in zijn rol van naïeve, dolverliefde jongeman en zong zijn partij makkelijk weg, ook als die de hoogte in rees. Hij had veel klank en volume (heel lyrisch, maar met een mannelijke ondertoon) en leverde een prachtig hoogtepunt af met de bekende aria ‘Una furtiva lagrima’.

Het koor van het operahuis acteerde knap mee en zong even verdienstelijk. Een onmisbare factor in deze productie.

Ondanks dat de productie op mij dus niet het overrompelende effect had dat je zou verwachten bij een liefdesdrankje, zou ik De Nederlandse Opera allerminst af willen doen als een kwakzalver met loze verkooptrucs. Het drankje smaakt prima, maar het zou geen gek idee zijn er wat Spaanse pepers in te gooien. Wellicht dat het dan echt gaat vlammen op het toneel.

L’elisir d’amore is tot en met 6 november nog vier keer te zien. Vanaf 28 juni volgt een tweede reeks voorstellingen. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Trailer: L’elisir d’amore van DNO

Volgend artikel

Place de l’Opera start operaforum

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.