FeaturedOperarecensie

Stenz ontkurkt bruisende Maskarade

Op de valreep vierde de NTR ZaterdagMatinee het 150ste geboortejaar van Carl Nielsen met pas de tweede Nederlandse uitvoering van zijn komische opera Maskarade. Opnieuw concertant, maar dat deerde de uitbundige feestvreugde niet. Bariton Johan Reuter was de uitblinker van een door de wol geverfd Scandinavisch zangersensemble.

Markus Stenz (© Hans van der Woerd).
Markus Stenz (© Hans van der Woerd).

In dit leven dragen we allemaal onzichtbare maskers, symbolen van onze dagelijkse verplichtingen. Pas wanneer we ons vermommen met een echt masker, kunnen we volledig onszelf zijn. Deze moraal verpakte Carl Nielsen begin vorige eeuw in Maskarade, een opera bubbelend als een glas champagne. De perfecte keuze voor de NTR ZaterdagMatinee om de feestdagen mee in te luiden!

Buiten Denemarken klinkt Maskarade zelden, maar in eigen land geldt de opera als nationaal erfgoed. Generaties Denen groeiden op met het verhaal van de deugdzame notabele Jeronimus, die zijn zoon Leander en knecht Henrik elke avond naar een gemaskerd bal ziet gaan. Leander valt op slag voor een onbekende schone en weigert een gearrangeerd huwelijk met de dochter van meneer Leonard. Deze pedante provinciaal meldt bedremmeld dat ook zijn spruit verkikkerd is geraakt op een gemaskerde snuiter. Een kind begrijpt dan al hoe de vork in de steel zit…

Ondanks een huisarrest belandt het hele gezelschap, inclusief verveelde echtgenote Magdelone, weer op het bal, waar Leander zijn Leonora hervindt en Henrik het dienstmeisje Pernille versiert. Nadat Leonard en Magdelone incognito hun jeugd herleven, maakt de dronken gevoerde Jeronimus zich volkomen belachelijk. Bij het demasqué blijkt dat de twee tortelduifjes altijd al voor elkaar waren bestemd. Een vrolijke rondedans besluit de opera.

Zo’n eenvoudige plot met typetjes uit de commedia dell’arte vereist overtuigende zanger-acteurs. Daar ontbrak het zaterdag in het Concertgebouw niet aan. Vrijwel allen Deens, dan wel vast lid van de Deense Koninklijke Opera, waar Maskarade steeds weer op het programma staat. Veel namen vinden we terug op een recente cd-uitgave en een iets oudere dvd-versie, beide gedirigeerd door Michael Schønwandt, die de partituur als 11-jarige al uit zijn hoofd leerde.

Debutant Markus Stenz bewees echter dat een frisse blik ook voordelen biedt. Tegenover de losse, ironische toets van Schønwandt accentueerde hij Nielsens kameleontische muziektaal, verend tussen de sprankeling van Mozart, de gedragenheid van Wagner en de hartstocht van Puccini. Een alert Radio Filharmonisch Orkest volgde Stenz op de voet, met soepele blazers, even warmbloedige als behendige strijkers en uitbundig slagwerk.

Nielsens grootste inspiratiebron was Verdi’s Falstaff, waarvan hij als orkestlid de Deense première meemaakte. Net als Verdi laat hij het orkest op weergaloze wijze allerlei subtiele tekstdetails becommentariëren. Lang leve de moderne boventiteling, want nu pas merk ik wat er bij de Nederlandse première (Utrecht, 1997) allemaal langs mij heen is gegaan…

Stenz’ contrastrijke aanpak bracht het parodie-element sterk naar voren. De pompeuze dodenmars in de derde akte werkte nooit eerder zo op mijn lachspieren. Het oprecht serieuze voorspel van de tweede akte (verwijzend naar Wagners Meistersinger) vormde dan weer een weldadig rustpunt. Een enkele keer kreeg ik de indruk dat de gedreven tempi en forse dynamiek iets te weinig ademruimte lieten voor de zangers, maar hun ervaring hield hen moeiteloos staande.

Johan Reuter (© Miklos Szabo).
Johan Reuter (© Miklos Szabo).

Hoewel aan de lichte kant was de kwikzilveren sopraan van Dénise Beck (Leonora) een waar genot, net als haar elegante verschijning. Niels Jørgen Riis zou scenisch niet meer volledig overtuigen als ‘jeune premier’ Leander, maar zijn lyrische tenor schalde bijna net zo meeslepend als voorheen.

Ook de kloeke mezzo Susanne Resmark bleek nog even onweerstaanbaar als middelbare dame die haar danskriebels niet kan onderdrukken. Stig Fogh Andersen maakte naam met Siegfried, maar overtuigde ook als de allerminst heroïsche meneer Leonard. De al wat oudere Bengt-Ola Morgny vertolkte met bibberende tenor een aandoenlijk schrikachtige Arv, Jeronimus’ naïeve knecht.

Stephen Millings kostelijke transformatie van tirannieke huisvader tot bespottelijke minnaar was compleet toen hij van het podium klauterde om een willekeurige dame op de eerste rij het hof te maken. Zijn royale Wagner-bas liet hem bij al deze escapades nergens in de steek.

In de kleinere rollen klonken een levendige Pernille van mezzo Elisabeth Jansson en gloedvolle lage tonen van Jacob Zethner, die als Nachtwacht en ‘Korporaal Mors’ spaarzame melancholieke momenten inluidde. In nog kleinere rolletjes waren leden van het Groot Omroepkoor te horen, dat als geheel wederom verblufte met een meesterlijke beheersing van een ongetwijfeld lastige taal.

De zegepalm ging echter naar bariton Johan Reuter als de brutale en bijdehante knecht Henrik, geïnspireerd door Mozarts Figaro. Zonder enige behoefte aan de houvast van een lessenaar slingerde hij zijn rappe parolen frank en vrij door de zaal. De jaren lijken geen vat op hem te hebben gehad en onder meer zijn imitatie van een ‘met consumptie’ sprekende rechter was hilarisch.

Natuurlijk is de humor in Maskarade soms wat tijd- en plaatsgebonden en vooral tijdens de fragmentarische derde akte (die Nielsen altijd wilde inkorten) verslapte de spanningsboog. Maar als Nederlanders mogen we best jaloers zijn dat de inwoners van een nóg kleiner landje beschikken over een nationale opera die ook niet-Denen een buitengewoon genoeglijke middag kan bezorgen.

Vorig artikel

Hemelse Lohengrin in het Concertgebouw

Volgend artikel

Reisopera brengt familieopera van Menotti

De auteur

Martin Toet

Martin Toet

4Reacties

  1. Rudolph Duppen
    21 december 2015 at 12:29

    Geheel met Martin Toet eens. Een bruisende uitvoering en een prachtige afsluiting van het jaar. Carl Nielsen heeft een volledig eigen muzikaal idioom en hij heeft van andere opera componisten geleerd wat in het theater werkt. Zelfs de sinaasappelen uit de tweede akte van La Bohème kwamen voorbij.In een oude Penguin Guide trof ik een prachtige omschrijving van Maskarade aan: It is excellently proportioned: no Act outstays its welcome, one is always left wanting more, and the scoring is light and transparent.

    Wanneer wordt onze nationale opera Thijl van Jan van Gilse weer eens uitgevoerd. Ik heb er prachtige herinneringen aan.

    Wat zijn we trouwens bevoorrecht dat we zoveel moois kunnen horen.

  2. Maria
    21 december 2015 at 20:38

    Het was een prachtige middag! Een uitvoering die niet alleen erg goed was, maar ook nog eens geweldig leuk en amusant. Ik heb met volle teugen genoten. Heerlijk als er geen regisseur met een boodschap in de weg loopt.
    Vanochtend een nogal zuinige recensie in de Volkskrant. Daar begrijp ik dan weer helemaal niets van.

  3. peter sluiter
    22 december 2015 at 15:56

    Wat leuk als een beroepsluisteraar en een amateur met goede ogen en oren vrijwel naast elkaar zittend het zo roerend eens zijn. Te zeuren is er altijd wel wat (zie de slechts 3 sterren in Volkskrant en Parool), dat waren zinnige punten maar deden aan de geweldige operamiddag niets af.

  4. 4 januari 2016 at 16:04

    helemaal eens met Rudolph Duppen wanneer weer eens THIJL van Van Gilse wat een pracht uitvoering toen benblij dat ikde cd heb