Jonge cast overtuigt in bleke Così fan tutte
De Nederlandse Reisopera trekt momenteel met een nieuwe productie van Mozarts Così fan tutte door het land. In het relatief grote Carré was de stijlvolle zang van de jonge cast, begeleid door een energiek spelend Orkest van het Oosten onder Arnoud Oosterbaan, het stralende middelpunt van de voorstelling. De kleurloze regie wist minder te overtuigen.
Così fan tutte kent een relatief simpele verhaallijn: de jonge vrienden Ferrando en Guglielmo zijn overtuigd van de trouw van hun geliefden Dorabella en Fiordiligi. Don Alfonso, een oudere vriend, beweert echter dat trouw onder vrouwen niet bestaat. Een weddenschap volgt. Ferrando en Guglielmo veinzen het leger in te gaan, maar komen verkleed als Albanese edelmannen terug en proberen elkaars verloofden te verleiden. Uiteindelijk zwichten de dames. Don Alfonso wint de weddenschap en de vrouwen worden vergeven voor hun misstap.
Op het eerste gezicht lijkt de opera nogal simpel en seksistisch. De titel – ruwweg te vertalen als ‘zo zijn alle vrouwen’ – refereert naar de stelling van de misogyne Don Alfonso dat geen enkele vrouw trouw en standvastig is. In de loop van de opera haalt hij zijn gelijk.
Tegelijkertijd plaatsen Mozart en zijn librettist Lorenzo Da Ponte subtiele kanttekeningen. Nemen de piepjonge geliefden begrippen als trouw bijvoorbeeld niet te gemakkelijk in de mond? Bestaat zoiets als trouw wel? En als de vrouwen fout handelen, hoe ernstig is het dan wel niet gesteld met de twee heren die hen opzettelijk mis- en verleiden – en daarbij eveneens beloftes van trouw en monogamie aan hun laars lappen?
Regisseur Xander Straat kiest er door middel van een interessante vondst voor om het publiek voor aanvang van de opera op dit soort zaken te attenderen. Mozart zelf (gespeeld door Floyd Koster) verschijnt ten tonele in een T-shirt met de opdruk TEDx Salzburg. In de stijl van een TED-talk vertelt de componist dat hij met Così fan tutte juist de bedoeling heeft gehad de discrepantie tussen wat de maatschappij van mannen en vrouwen verwacht en accepteert aan de orde te stellen. Door dit begin werd er wel veel voorgekauwd, maar het stoorde niet.
Een belangrijk aspect van het regieconcept kwam echter niet goed voor het voetlicht. In het programmaboek wordt gesteld dat in deze productie alle betrokkenen op de hoogte zijn van het feit dat er een spel gespeeld wordt. Men zou bewust meespelen, maar zich er gaandeweg in verliezen. Helaas is dit onvoldoende duidelijk in de regie. De vrouwen zijn inderdaad met Despina op het podium aanwezig wanneer de mannen hun plan bekokstoven en lijken daar iets van op te vangen, maar daar blijft het bij. Op het toneel geeft verder geen enkele beweging, interactie of handeling blijk van een openlijk gespeeld spel.
Wel een interessante vondst was wat mij betreft de vormgeving. Een lust voor het oog is het niet, maar naarmate de intrige vordert, verschijnt er steeds meer troep op het podium. Buizen, karton, piepschuim, plasticfolie… De chaotische bende lijkt de toenemende complexiteit van de verwikkelingen en gevoelens te spiegelen.
Ondanks de kanttekeningen die te plaatsen vallen bij de regie, bleef Mozarts opera fier overeind staan, met name dankzij de prestaties van de jonge zangers. Sopraan Shantelle Przybylo wist als Fiordiligi de meeste indruk te wekken met haar helder klinkende stem en uitstekende, mozartiaanse stijlgevoel. Of het nou lange, mijmerende zanglijnen betrof of korte, snelle passages van verwarring en paniek, Przybylo had het allemaal in huis.
De Dorabella van Anna Traub viel op door haar unieke stem. Ze heeft een bijzonder timbre en een groot stemgeluid met een opvallende donkere kleur. Deze kwaliteiten lijken van nature meer aan te sluiten bij later repertoire.
Onder de mannelijke jongelingen viel de tenor Yaroslav Abaimov op als Ferrando. Zijn aria ‘Un aura amorosa’ was een muzikaal hoogtepunt. Hij maakte indruk met zachte en gevoelige lange lijnen, die hij toch uitstekend wist te projecteren. In de snellere passages van zijn rol had Abaimov het hier en daar wel moeilijk.
De Guglielmo van Nicholas Crawley klonk op en top mozartiaans en zijn stem kwam vooral in solo’s en duetten goed tot zijn recht. In grotere ensemblestukken was merkbaar dat zijn stem een maatje kleiner was dan die van zijn collega’s.
De Zweedse Nina Lejderman zette met de nodige speelsheid een stilistisch uitstekende Despina neer en Robert Davies, die eerder bij de Reisopera groot succes boekte in De Parelvissers, zong een mooie Don Alfonso, al is het jammer dat zijn karakter van weinig diepgang is voorzien.
Het Orkest van het Oosten had onder leiding van de jonge dirigent Arnaud Oosterbaan hoorbaar plezier in de opera en leverde een energieke bijdrage.
Het is de muziek die deze voorstelling het bezoeken waard maakt. De regie kent weliswaar wat zwakke plekken, maar de uitstekende prestaties van de getalenteerde jonge cast en het Orkest van het Oosten zorgen voor een voorstelling waarin Mozarts opera goed tot zijn recht komt.
Così fan tutte is nog tot en met 19 maart te zien in verschillende theaters in het land. Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Reisopera.
8Reacties
Het blijkt maar weer eens te meer dat ook bij deze Cosi fan tutte de regisseur en de dirigent het weer eens beter wisten dan de Componist en zijn libretist. We schrappen maar weer eens de vlgs hun totaal overbodige muziek incl. het koor!!!!
Tjonge jonge het is wat die componisten. Ze wisten blijkbaar niet beter en schreven nogal eens wat overbodige noten!
Oja en of Anna Traub nou zo’n unieke stem heeft heb ik helaas niet gehoord. Ik vond dat ze nogal eens ten onderging in het muzikale “geweld” tijdens de duetten en ensembles.
Ik had liever een sopraan gehoord dan deze alt.
Per slot van rekening schreef Mozart deze rol voor een sopraan.
Maar misschien klinkt haar stem op 18 maart in Assen beter. We zullen zien!
Sorry 13 maart in Assen
Ik vroeg me af: waarom dat(Marcel Heikoop 16:27)`schrappen`-met het oog op de laatste trein?- als je daarnaast voor de ouverture uitgebreid een acteur laat opdraven?!
P.S.
Of juist vanwege die inleiding? Geef mij dan maar de echte Mozart!
Het schrappen heeft niet te maken met de ‘vgls hun totaal overbodige muziek’ maar met een aantal andere overwegingen lees ik op http://www.opusklassiek.nl/opera_operette/dnr_cosi2016.htm
Bedankt voor de link, Leen. Paul Korenhof, met zijn excellente kennis van opera, is voor mij een kompas, en ook in het door jou aangehaalde artikel weet hij regieflauwekul weer genadeloos te ontmaskeren, als hij het heeft over de “totaal overbodige acteur die vóór de voorstelling totaal overbodige rondjes holde en vervolgens het publiek onthaalde op een totaal overbodige toelichting op wat volgen zou. (…) Getuigt niet van respect voor het publiek – en zeker niet voor de intelligentie van het publiek.”
Wat dat laatste betreft: ik heb mij aanvankelijk verbaasd dat het publiek zo met zich laat sollen en kant noch wal rakende regievondsten voor zoete koek slikt, maar ik denk nu dat er momenteel sprake is van een populatie in operazalen die grotendeels niet beter weet. En sterker nog: nooit anders gezien heeft.
Die acteur vond ik zeker niet storend. Ik vond het wel effectief dat hij vooraf de voorstelling kaderde. Ook met het decor had ik geen moeite. Luchtig chaotisch, met neerhangende verwarde visnetten, touwen, dobbers en loodjes. Op het toneel van alles uit een zeil neergestort, met piepschuim ‘come scoglio’. “in wat voor wilde tegenstrijdigheid, in wat voor chaos van gedachten en gevoelens ben ik beland” (Ferrando). Mooie symboliek. Goede personenregie, alles in overeenstemming met het libretto. Puike jonge zangers, met fraaie aria’s, duetten, terzetten en kwartetten. Maar de hoofdrol was voor het orkest, dat speelde fantastisch, hemels, energiek en kleurrijk (prachtige houtblazers!). In de fraaie akoestiek van de Rotterdamse Schouwburg kwam de ‘mooiste muziek die Mozart ooit voor het operagenre schreef’ helemaal tot zijn recht. Een integere en met plezier gebrachte voorstelling!