FeaturedOperarecensie

Flitsende Cimarosa bij Opera Forward

De Nationale Opera, de Nederlandse Reisopera en Opera Zuid toeren door het land met een coproductie van een vrijwel vergeten opera: Cimarosa’s Il matrimonio segreto uit 1792. In het kader van het Opera Forward Festival deed de voorstelling woensdag de Stadsschouwburg Amsterdam aan.

Scène uit Il matrimonio segreto. (© Hans van den Bogaard)
Scène uit Il matrimonio segreto. (© Hans van den Bogaard)

Il matrimonio segreto was aanvankelijk buitengewoon succesvol. Cimarosa wist in Wenen zelfs enige tijd Antonio Salieri van de troon te stoten. Muzikaal doet het werk een klein beetje denken aan Mozart. Als het orkest inzet voor de ouverture, denkt je eventjes bij Die Zauberflöte te zijn beland. Maar daar blijft het ook bij.

De rijke burgerman die zijn status wil verhogen door een adellijk huwelijk voor één van zijn dochters te arrangeren of zich in de hogere adel wil ‘inkopen’, is geen onbekende in de opera. In Il matrimonio segreto ziet Signor Geronimo zijn plan echter in duigen vallen doordat dochtertje Carolina in het geheim al is getrouwd met zijn huisknecht Paolino. Als middels een grote bruidsschat de belangstelling van graaf Robinson voor de oudste dochter Elisetta is gewekt, maar hij als een blok voor Carolina valt, zijn de poppen aan het dansen.

Uiteraard komt alles op zijn pootjes terecht, maar dan zijn we wel een paar uur verder. Om de aandacht van de toeschouwer vast te houden met zo’n flinterdunne plot, moeten alle zeilen worden bijgezet. Muzikaal doet Cimarosa wat er van hem verwacht kan worden, maar dat is voor ongeduldige 21ste-eeuwse oren en ogen niet genoeg. Regisseur Monique Wagemakers biedt uitkomst: zij is er, geholpen door een zeer vernuftig decor van Francesco Cocco, in geslaagd van het werk een soort Rossini-feestje te maken, waar je als toeschouwer met een permanente glimlach naar zit te kijken.

Het decorontwerp was de winnende inzending in de competitie voor de eerste Dutch Opera Design Award. In hoofdzaak bestaat het uit honderden kledinghoezen die aan rekken hangen in verschillende verdiepingen. Daar kan men verstoppertje in spelen, maar door gehele rekken te verplaatsen kan ook een andere ruimte-indeling ontstaan. Het decor werkt zodoende zowel op micro- als op macroniveau. Zeer inventief.

Scène uit Il matrimonio segreto. (© Hans van den Bogaard)
Scène uit Il matrimonio segreto. (© Hans van den Bogaard)

De voorstelling kwam wat moeilijk op gang. Het orkest was in de ouverture wat rommelig, en de handeling op het toneel een tikje plichtmatig. Maar zodra graaf Robinson ten tonele verschijnt, slaat de vlam in de pan en verandert het toneel in een rollercoaster.

Wagemakers heeft waarneembaar veel aandacht besteed aan de personenregie. Alle zes spelers zijn volledig op elkaar ingespeeld en benutten voortdurend het gehele toneel, zonder een moment echt stil te staan. Dat laatste kan natuurlijk voorkomen als één van hen een lange solo zingt, maar in die gevallen laat Wagemakers de anderen in slow motion een support act uitvoeren in plaats van ‘intelligent rondhangen’ tot het klaar is. Prachtig om te zien.

Lilian Farahani als Carolina stond van begin af aan op het toneel en dat gaf haar direct al enige voorsprong op de beide andere dames. Zij stal de show en gaf hem niet meer af. Zo’n springerige lichte sopraan is echt wat je nodig hebt voor een stuk als dit.

Haar oudere zus Elisetta kwam voor rekening van Florie Valiquette en hun beider tante Fidalma werd op bij wijlen hilarische wijze vertolkt door Hanna-Liisa Kirchin. Daarmee was het damestrio perfect bezet.

Bij de heren bleek de Paolino van Milos Bulajic vocaal de zwakke schakel. Acterend kon hij nog wel meekomen met de rest, maar zijn zang wist niet waar te maken wat door zijn cv wordt gesuggereerd. Wellicht had hij gewoon een mindere avond.

Geronimo, gezongen door de flamboyante Georgiër Mikheil Kiria, maakte er een schitterende show van. Zijn rol doet sterk denken aan die van Rossini-bassen die problemen hebben met jonge meisjes en dat wist hij goed uit te spelen.

Maar qua succes moest ook hij het afleggen tegen de graaf Robinson van Michael Wilmering, die over het toneel stuiterde als een geboren theaterdier en ook nog eens heel aardig bleek te kunnen zingen.

Het enthousiast spelende Nationaal Jeugdorkest werd bekwaam geleid door dirigent Benjamin Bayl. De voorstelling is nog eenmaal te zien, op 31 maart in Maastricht. Een aanrader.

Vorig artikel

Fraai Matthäus-debuut van Heras-Casado

Volgend artikel

'Opera voor beginners' vernieuwd

De auteur

Peter Franken

Peter Franken