Eén van de meest veelbelovende artiesten van zijn generatie. Zo wordt Joseph Calleja omschreven in de biografie op zijn website. En niet alleen daar, want in heel de operawereld is men enthousiast over de Maltese tenor. Een portret in beeld. Met dank aan Youtube.

Calleja werd in 1978 geboren in Attard, op Malta. Toen hij zestien was begon hij te zingen. De Maltese tenor Paul Asciak ontdekte hem en begon hem te coachen.

Daarna ging het hard. Calleja debuteerde op 19-jarige leeftijd als Macduff in Verdi’s Macbeth op Malta. Hij won hetzelfde jaar de Belvedere Hans Gabor-competitie in Wenen. Het jaar daarop won hij de Caruso Competition in Milaan en in 1999 won hij een prijs tijdens Plácido Domingo’s Operalia.

De rol van Macduff bracht Calleja na zijn debuut meer roem. Zo zong hij de partij bij het Royal Opera House in Londen en de Seattle Opera in de Verenigde Staten. Hieronder zingt hij Macduffs aria ‘Ah la paterna mano’ tijdens een concert in 2008.

Met slechts 25 levensjaren achter de rug tekende Calleja al een contract bij Decca. Hij produceerde er twee cd’s: Tenor Arias (2004) en The Golden Voice (2005). De albums kregen enthousiaste reacties.

Hieronder de aria ‘La mia letizia infondere vorrei’ uit I Lombardi van Verdi, dat hij opnam voor zijn album The Golden Voice. Carlo Rizzi dirigeert.

Zijn beide albums werden met de nodige onderscheidingen beloond. Vreemd genoeg bleef het na die successen stil. Hoewel Decca zegt dat er weer een album aan zit te komen, heeft Calleja al zo’n vier jaar niets meer geproduceerd.

Maar misschien waren die paar jaar ‘opnamerust’ juist wel goed voor zijn carrière. In plaats van platgeëxploiteerd te worden door een groot label kon hij zich zo rustig verder ontwikkelen.

Het resultaat is dat hij nu een graag geziene gast is bij de grootste operahuizen en daar zeer overtuigend presteert. In Londen zong hij Alfredo in La Traviata, in Wenen Rodolfo in La Bohème en in december treedt hij bij de Metropolitan Opera aan als hoofdrolspeler in Les contes d’Hoffman.

Het repertoire van Calleja is behoorlijk uitgebreid voor iemand van 31 jaar. Eén van zijn voornaamste rollen is de hertog van Mantua uit Verdi’s opera Rigoletto. Daarmee debuteerde hij bij operahuizen als het Royal Opera House, de Bayerische Staatsoper, de Deutsche Oper Berlin, De Nederlandse Opera en de Welsh National Opera.

Hieronder zingt hij de beroemde aria ‘La donna è mobile’ uit Rigoletto, tijdens een concert in Boedapest in 2007.

Bij de Metropolitan Opera trad Calleja al diverse malen op. In maart zong hij er nog Rodolfo in La Bohème van Puccini. Hieronder de beroemde aria ‘Che gelida manina’.

Tot slot hieronder een interview met de tenor, dat gehouden werd in juli dit jaar in het Royal Opera House in Londen, waar Calleja op dat moment Alfredo zong in La Traviata van Verdi.