Dimitris Tiliakos zingt sobere Winterreise
Het werk is al bijna tweehonderd jaar oud, maar nog altijd weet de liederencyclus Winterreise van Franz Schubert en Wilhelm Müller te inspireren. De Griekse bariton Dimitris Tiliakos en zijn landgenoot Vassilis Varvaresos namen vorig jaar in Schiedam hun interpretatie op voor Navis Classics.
Over de betekenis van Schuberts Winterreise is veel geschreven. Gaat het simpelweg over een ‘Ik’ die, verwond door de liefde, het winterse landschap opzoekt? Of zit er een politiek-maatschappelijke boodschap in? Of – nog een lezing – gaat het eigenlijk over de kunst, de muziek?
Gissen naar verborgen boodschappen en dubbele bodems draagt voor mij niet veel bij aan het luisterplezier. Ik onderga de cyclus het liefst gewoon als een winterreis, een ‘wandern’ van een gekwetste ziel. Dat is meer dan genoeg om je vijf kwartier lang op het puntje van je stoel te zetten.
Winterreise is een reis die steeds weer imponeert, hoe vaak je hem ook maakt. De muziek van Franz Schubert is eenvoudig en ingetogen, maar raakt de prachtige poëzie van Wilhelm Müller in het hart. Noten en woorden vormen een diepe eenheid. Meeslepend en ontroerend.
Bariton Dimitris Tiliakos, in Amsterdam bekend van zijn optreden als Giorgio Germont in Willy Deckers productie van La traviata, doet de ongekunsteldheid van Schuberts muziek recht met een sobere, pure interpretatie. Hij gebruikt weinig vibrato en zingt de meeste strofen op ingetogen wijze. Precies daar waar de tekst erom vraagt, pakt hij groter uit. Soms gaat het richting operazang, maar hij weet het goed te doseren.
Tiliakos heeft een goede vertelstem. Mooi egaal gekleurd, en met een aantrekkelijke, diepe laagte. In de luide passages verliest hij soms wat glans en zijn Duits is niet onberispelijk (de rollende r is enigszins irritant). Maar zijn naturelle toon is naar mijn smaak perfect voor dit repertoire.
Al in het eerste lied, ‘Gute Nacht’, toont Tiliakos zijn talent om met minimale vocale gebaren veel te bereiken. Prachtig hoe hij in de laatste strofe, bij “Will dich im Traum nicht stören, wär schad’ um deine Ruh’”, zijn stem verzacht. Zo teder en liefdevol!
‘Der Lindenbaum’ kleurt hij op eenzelfde, verstilde wijze in, met knap gebruik van pianissimo. De jonge pianist Vassilis Varvaresos gaat daar goed in mee. Waar Tiliakos weinig vibrato gebruikt, gebruikt Varvaresos weinig pedaal. Zijn sobere begeleiding is hoogst effectief.
In ‘Auf dem Flusse’ doorbreekt Tiliakos zijn beheerste verteltrant en laat de smart van de hoofdpersoon op expressieve wijze naar buiten komen; één van de weinige momenten waarop het innerlijke lijden van de ‘Wanderer’ zo extravert te horen is. Maar dat maakt het des te aangrijpender. Nog zo’n moment zit in ‘Die Krähe’, waarin Tiliakos op de zin “Treue bis zum Grabe!” geweldig de hoogte in gaat.
Het hoogtepunt is voor mij het lied daarvoor, ‘Der greise Kopf’, dat met zijn gedragen tempo, verstilde melodielijn en verdrietige harmonieën een dieptepunt in de depressie van de hoofdpersoon vormt, maar daarmee tegelijkertijd goed is voor de bekoorlijkste muziek uit de hele cyclus.
Sommige liederen overtuigen minder, zoals het wat vlakke ‘Die Post’. Daarnaast kun je je afvragen of Tiliakos de vergelijking met de vele liedgrootheden die de cyclus eerder opnamen – er zijn nogal wat alternatieven voor de consument – kan doorstaan. Maar wellicht moet je die weg niet bewandelen en deze uitvoering gewoon op zijn eigen merites beoordelen. Het is een knappe interpretatie, die mij van begin tot eind weet te boeien.