Pretty Yende geeft virtuoos visitekaartje af
Het is eens wat anders. In plaats van zich met de grootste hits uit haar stemvak te presenteren, zoals de meeste rijzende sterren, heeft sopraan Pretty Yende haar debuutalbum gewijd aan de sleutelmomenten op haar weg naar de operatop. A Journey heet de cd. Een virtuoos visitekaartje.
Nog beter dan een zangeres met een bak talent is een zangeres met een bak talent én een verhaal. Pretty Yende heeft een verhaal. Ze groeide op in het dorpje Piet Retief in Zuid-Afrika, hoorde op haar zestiende voor het eerst in haar leven opera door een tv-commercial met het bloemenduet van Delibes, raakte verliefd op de kunstvorm, begon te zingen, won grote concoursen in Europa, debuteerde en studeerde aan de Scala en landde uiteindelijk als invalster op het toneel van de Metropolitan Opera, haar internationale doorbrak.
Het verhaal is al tig keer uit de doeken gedaan, maar Sony melkt het nog eens flink uit voor deze cd. “A modern fairy-tale”, zo labelt het label. Misschien wat over de top. Niettemin pakt het idee om Yendes successtory als rode lijn voor de cd te gebruiken goed uit. Het levert een afwisselende tracklist op van met name langere operascènes, adequaat begeleid door Marco Armiliato en het Orchestra Sinfonica Nazionale della Rai.
Natuurlijk is het bloemenduet uit Lakmé aanwezig, in fraaie samenklank gezongen met Kate Aldrich, en ook de showaria ‘En proie à la tristesse’ uit Le comte Ory ontbreekt niet. Met Rossini’s opera debuteerde Yende in 2013 bij de Met in New York. De aria van gravin Adèle zit vol halsbrekende vocale capriolen, maar Yende blijft fier overeind. Het toont haar virtuositeit; mijns inziens de kwaliteit waar ze het in dit stadium van haar carrière het meeste van moet hebben.
Een ander fragment van Rossini, ‘Una voce poco fa’, getuigt eveneens van die kracht. Yende doft de bekende aria op met spectaculaire versieringen. Haar interpretatie en dictie halen het echter niet naast een messcherpe lezing van iemand als Joyce DiDonato. Ook in ‘Regnava nel silenzio’ uit Lucia di Lammermoor en ‘Ma la sola ohimé son io’ uit Beatrice di Tenda is het vooral haar sublieme stembeheersing die in het oog springt, en minder haar interpretatie.
‘Amour, ranime mon courage’ uit Roméo et Juliette geeft een glimp van een andere kant van Yende. Minder virtuoos, meer dramatisch. Haar stem blaakt van kracht en emotie. Doordringend in de hoogte, warm en vol in het midden en de laagte. Een veelbelovende vooruitblik op haar optreden als Juliette bij de Metropolitan Opera in maart 2017.
Met de rol van Elvira in I puritani debuteerde Yende eerder dit jaar in Zürich. Op haar album zingt ze een scène van ruim vijftien minuten, van ‘O rendetemi la speme’ tot ‘Vien, diletto, è in ciel la luna’. Het begin van de scène vraagt om een lange adem, waar Yende in ruime mate over blijkt te beschikken. Toch gaat de hartslag pas echt omhoog in ‘Vien, diletto’, als ze haar coloratuurcapaciteiten weer uit de kast mag halen.
‘Où va la jeune Indoue’ uit Lakmé is een geslaagde uitsmijter. Yende verbluft met haar trapezewerk in de hoogte, maar ook met de softe glans die ze in de tussendelen over haar stemgeluid legt. Hier klinkt een zangeres voor wie geen berg te hoog is. Hoe moeilijk de frase ook is, Yende is hem meester. Het lijkt me een stevig fundament voor de rest van haar journey.