Opera en sprookjes mengen bij Opera Zuid
Kinderen kennis laten maken met opera lukt niet door ze urenlang naar complete voorstellingen te laten kijken. Maar als je opera mengt met de wereld van sprookjes en daar een creatieve draai aan geeft, leert een jong publiek spelenderwijs de muziek kennen. De Prins op het Knappe Paard van Opera Zuid en Het Laagland maakte de klassieke zang wel heel aantrekkelijk.
Je zal maar kind zijn, zo vanaf een jaar of acht, en op één van de mooiste herfstdagen van het jaar lekker niet in de natuur hoeven wandelen en troep hoeven te verzamelen voor een herfststukje. Je zal maar leuke grootouders hebben of met de nieuwe vriendin van je moeder mee mogen naar een echt theater, in de gebouwen van de cementfabriek ENCI in Maastricht. Waar je de mooiste muziek hoort en meteen alles leert over de liefde, wat ook voor een achtjarige hele nuttige bagage is.
Het werd allemaal voorgeschoteld door een betoverend mooie Assepoester, met lang blond haar en een weelderige blauwe japon, en door een minstens zo mooie Sneeuwwitje, die ook nog prachtig bleek te kunnen zingen. Naast hen stonden twee prinsen, woest aantrekkelijk, waarvan de één stug volhield dat hij een kikker was en de ander grandioos faalde bij zijn eerste kus – en die was nog wel bedoeld om Sneeuwwitje uit haar slaap van honderd jaar te wekken.
Hoe gezellig het ook begon en hoe charmant de spelers ook zwaaiden naar het publiek, het was een soms bijna ontluisterende ervaring om de liefde, ontleend aan heel verschillende sprookjes, in al zijn gruwelijke werkelijkheid te zien. Dat je moet kussen maar uit je mond ruikt. Dat je zó graag een glazen muiltje wilt aantrekken, maar dat je niet in dat schoentje past. Uiteindelijk komt het dan toch nog goed, als de wolf, die natuurlijk ook in het verhaal voorkomt, je zijn harige pootjes aanbiedt.
In de grote opera hebben ze het nooit over de vraag hoe je moet kussen. Daar wordt flink gezoend, al schijnt het meestal niet echt te zijn. Op dat punt kan de kinderopera nog wat leren van de grotemensenvariant. Maar zoals de spelers in De prins op het Knappe Paard opkwamen, het publiek aankeken, zwaaiden en contact maakten met de toeschouwers, dat zie ik Eva-Maria Westbroek en Ildebrando D’Arcangelo niet doen. Er was wel één pijnlijk verschil tussen deze jeugdtheateropera en die in de grote huizen. Daar duurt een opera al gauw een uur of vier, vijf, terwijl deze al na een uurtje afgelopen was. Het had gerust veel langer mogen duren.
Opera Zuid en Het Laagland, het familietheatergezelschap uit Sittard, werken samen in een productie die de ingewikkeldheden van de liefde koppelt aan de klassieke magie van oude sprookjes. Ze werden door regisseur Lennart Monaster gemengd en er kwam muziek bij, uitgezocht door Tjitte de Vries van Opera Zuid en gespeeld door een viertal musici met een ongebruikelijke mix van instrumenten: cello, viool, gitaar en accordeon. Naast besloten voorstellingen met voorwerk voor scholen zijn er dit najaar openbare theateroptredens, waarvan de eerstvolgende op 18 november in Sittard.
De Prins op het Knappe Paard is voor een publiek van 8 tot 108 jaar, dus de recensent viel nog net binnen de doelgroep. Het is wonderlijk om vanuit de grotemensenoperawereld te kijken naar een voorstelling die gemaakt is voor kinderen die vermoedelijk voor het eerst van hun leven het duet ‘Pur ti miro’ van Monteverdi horen en kennismaken met ‘Lascia ch’io pianga’ van Händel.
Dankzij echte zangers, zoals mezzosopraan Janneke Schaareman als Sneeuwwitje en Paula Stemkens als Roodkapje, kreeg de muziek de kwaliteit die kinderen echt kan verleiden om meer te gaan luisteren. Iedereen zong in de voorstelling, ook de acteurs die niet per definitie daarvoor opgeleid zijn. Het was niet altijd helemaal zuiver, maar een prins met dezelfde kapper als Floris Kortie vergeef je veel.
Het was een plezier om naar De Prins op het Knappe Paard te kijken en te luisteren en dat zat hem, net als bij elke andere operavoorstelling waar je enthousiast over wordt, in de gedrevenheid en muzikale vaardigheden van de mensen op de bühne en in de aantrekkelijke mix van ideeën in tekst en beeld. Onder artistieke coördinatie van Sybrand van der Werf maakte Jorine van Beek geweldige kostuums en een inventief decor. Alex Brok deed het licht en Bart Rademakers arrangeerde de muziek.
Voor de kinderen, hun ouders en de recensent was het een middag om veel te genieten en veel te leren over de liefde. Je kunt wel een glazen muiltje willen, maar als zelfs een zaag niet helpt om daar met je maat 41 in te passen, eindig je op heel ander schoeisel. En dan kun je toch – zoals een sprookje hoort te eindigen – lang en gelukkig worden.
De Prins op het Knappe Paard is nog op 18 november te zien in Schouwburg De Domijnen in Sittard. Zie voor meer informatie de website van Opera Zuid.