Nabucco is vermakelijk maar inspiratieloos
De Staatsopera van Tatarstan deed zondag Theater de Meervaart in Amsterdam aan met zijn productie van Nabucco. Giuseppe Verdi’s opera kreeg een muzikaal sterke uitvoering, maar de regie ontbrak het aan inspiratie.
Nabucco vertelt het Bijbelse verhaal over Nabucco, koning van Babylonië, en zijn strijd tegen het Joodse volk. In een moment van waanzin eist Nabucco dat hij niet alleen als koning wil worden vereerd, maar ook als God. Hij wordt getroffen door de bliksem en zijn oudste dochter Abigail neemt de troon over. Abigail, die eigenlijk de dochter van een slaaf is en Nabucco heeft geprobeerd af te zetten sinds het moment dat ze hierachter kwam, wil het Joodse volk laten ombrengen. Maar Nabucco geneest net op tijd van zijn waanzin en houdt haar tegen.
De cast van deze opera bestaat uit een grote groep mensen; naast de nodige protagonisten een voltallig koor dat het Joodse volk speelt. De Staatopera van Tatarstan heeft een vindingrijke manier gevonden om de opera op een relatief klein toneel te kunnen brengen en daarbij een intensief reisschema aan te houden.
Het toneel liep schuin af, met linksachter en rechtsachter twee effen vlakken, die effectief gebruikt werden voor de opkomst van de hoofdrolspelers. De regie van het koor was zeer passend. Het koor heeft voor het grootste deel van de opera de rol van gevangen en onderdrukt volk. Ze stonden daarom vaak bijeengedreven in één hoek van het toneel. Dit voorkwam dat de solisten naar de achtergrond verdwenen. Wanneer het koor als enige aanwezig was, stond het in wisselende formaties, zodat de ruimte optimaal gebruikt werd, zonder dat het chaotisch werd.
Hoewel het artistieke team dus goed omging met de praktische beperkingen, was de regie verder zeer vlak. Het voegde niets toe aan de beleving van de opera. De solisten liepen naar hun aangewezen plek en stonden daar statisch hun deel te zingen. En de minimale hoeveelheid acteerwerk die er was, werd erg aangedikt.
Deze vlakheid was ook terug te zien in de kostuums en in het decor. Het decor bestond voor een groot deel uit geschilderde doeken die de stad Babylon en vertrekken van het paleis lieten zien. Het ontwerp van de doeken was grauw en inspiratieloos, net als het ontwerp van de kostuums. Die bestonden uit gewaden waarop glimmende stroken stof waren aangebracht.
Waar het decor en de kostuums op z’n minst nog consistent waren met de enscenering, vielen de pruiken zwaar uit de toon. De pruiken pasten zichtbaar niet goed en leken van een bedenkelijke kwaliteit.
De opera was muzikaal gezien aangenaam. Ik was verrast door het goede spel van het orkest uit Tatarstan. Het speelde heel evenwichtig en de kopersectie blonk uit.
Bijna alle solisten zongen een goede voorstelling en hadden een toereikend volume. Noemenswaardig was de bas in de rol van Zaccaria, Andrey Valentiy, die een prachtig stemgeluid had en zeer harmonieus mengde met het orkest.
Ook de mezzosopraan in de rol van Fenena (Ekatrina Egorova) viel op. Zij is een krachtige, dramatische zangeres, met een enorm stemgeluid en vibrato. Misschien zelfs iets te krachtig voor een Verdi-opera, of in elk geval voor deze cast.
Bariton Andrey Beletsky viel erg tegen in de titelrol. Zijn stem was veelal niet toereikend. Zeker in zijn aria in de tweede scène van de tweede akte, waarin hij getroffen wordt door bliksem en waanzin, ontbrak het hem volledig aan overtuiging.
De glansrol kwam voor rekening van het koor, dat uitzonderlijk goed presteerde, al was er qua uitspraak van het Italiaans voor iedereen nog ruimte voor verbetering.
Al met al een vermakelijke voorstelling. Muzikaal goed, maar qua enscenering inspiratieloos.
Nabucco is nog tot en met 6 november te zien. Zie voor meer informatie Wereldtheater.com.
1 Reactie
Wie was de solist Abegail? Wordt niet benoemd. En de dirigent, in Alkmaar was dat een vrouw.