Jurowski leidt sublieme Semjon Kotko
Met ruim vier uur en twee pauzes was de NTR ZaterdagMatinee-uitvoering van Semjon Kotko op 26 november al bij voorbaat een grootse middag. Dirigent Vladimir Jurowski en een sublieme cast stelden niet teleur en maakten er een ware belevenis van.
“When I am dead, bury me in my beloved Ukraine (…) Oh bury me, then rise ye up and break your heavy chains. (…) And water with the tyrants’ blood the freedom you have gained. And in the great new family, the family of the free, with softly spoken, kindly word remember also me.” Taras Sjevtsjenko’s ‘Zapovit’ (Testament), in een Engelse vertaling John Weir.
Opera is het echte leven. Politiek speelt er – naast liefde, vriendschap en macht – een grote rol in. De meeste opera’s gaan erover. Niet zelden wordt de operakunst daarbij voor propagandadoeleinden misbruikt, waarbij zelfs de meest afschuwelijke geschiedvervalsing niet wordt geschuwd. Het doel heiligt de middelen en zo wordt een (soms nietsvermoedende) luisteraar emotioneel zo gemanipuleerd dat hij met de ‘foute personen’ meeleeft.
Maar een menselijk geweten is een wonderbaarlijk iets. Naarmate de tijd verstrijkt, gaan de ooit zo pijnlijke (politieke) gebeurtenissen tot een verleden behoren. Niemand stoort zich nog aan de geschiedvervalsing in pak ‘m beet Don Carlo. Moeilijker wordt het echter zodra het een recent verleden aangaat.
Semjon Kotko van Sergej Prokofjev is een onvervalste socialistisch-realistische agitprop. Het libretto van de hand van de componist is gebaseerd op de novelle Ik ben de zoon van werkvolk van Valentin Katajev. Het speelt zich af in Oekraïne in 1918, een land verscheurd tussen verschillende belangen, waar iedereen vecht tegen iedereen en de bolsjewieken de good guys zijn.
Daar heb ik moeite mee. Ik ken de geschiedenis maar al te goed. Diep in mijn achterhoofd doemt een vraag: wat als Semjon Wolfgang heette en de actie zich in 1938 in München afspeelde? Je moet er natuurlijk niet met je verstand naar luisteren, maar ik merk dat het best moeilijk is. Er is meer in het spel: gewoon een knop in je hoofd omzetten werkt niet.
De muziek is niettemin weergaloos. Al bij het begin word ik emotioneel meegesleept, want Prokofjevs partituur is zeer filmisch. Geen wonder: daar was hij een ware meester in. Het verhaal wordt zeer dramatisch verteld; er is geen tijd voor verveling. De in de ouverture aangekondigde idylle verandert gaandeweg in een drama, met als hoogtepunt de waanzinnig spannende derde akte.
Geen enkele emotie wordt je bespaard. De boel dreigt te ontploffen, er vallen een paar doden, maar de liefde tussen de jonge soldaat Semjon en de dochter van zijn vijand, Sonja, overwint alles. Het kwaad wordt vernietigd en de revolutie zegeviert. Wat je verder ook van het verhaal en de emotionele manipulaties denkt: muzikaal zit het helemaal snor.
Het Groot Omroepkoor, voor de gelegenheid versterkt door het Vlaams Radio Koor (instudering: Klaas Stok), was de ster van de middag. Het door hen gezongen ‘Zapovit’ (Testament) van Sjevtsjenko was adembenemend mooi en liet je met ingehouden adem en tranen in je ogen achter. Alleen al daarvoor was het bezoek aan de Matinee de moeite waard!
De tenor Oleg Dolgov zong een bewonderenswaardige Kotko. De hondsmoeilijke rol verlangt van zijn vertolker een meer dan wagneriaans uithoudingsvermogen, waarbij hij geen seconde zijn lyriek mag vergeten. Iets als ‘Cavaradossi meets Siegfried’. Dat (en veel meer) had Dolgov in huis. Hij was volkomen overtuigend in de liefdevolle scènes met zijn moeder (een uitstekende Alexandra Durseneva), evenals in zijn heldhaftige verlangen naar actie.
Boris Rudak deed niet voor hem onder als zijn toekomstige zwager Mikola. Toegegeven: de (lyrische) rol is veel kleiner en van een mindere omvang, maar verlangt minstens zo veel inlevingsvermogen.
De beide bassen – Maxim Mikhailov als Tkatsjenko en Vladimir Ognev als Remenjoek – waren aan elkaar gewaagd. Mikhailov deed mij af en toe aan Sergej Leiferkus denken, zeker in de manier waarop hij de rol van ‘volksvijand’ gestalte gaf.
Ook bariton Andrey Breus kon mij behoorlijk bekoren. Zijn Tsarjov klonk jongensachtig en onbezonnen. In de scène waarin hij met zijn verloofde Ljoebka (zeer ontroerende Evelina Dobracheva) wandelt, moest ik denken aan Koelegin en Varvara in Kat’a Kabanova.
De jonge Oekraïense mezzo Alexandra Kadurina (Frosja) was voor mij dé ontdekking van de middag. Haar zeer licht gevoerde stem klonk zeer meisjesachtig, maar wat een volume! En wat een persoonlijkheid! Van haar gaan we zeker veel meer horen.
In haar rol van Sofja vond ik Lyubov Petrova licht teleurstellend, maar dat kan ook liggen aan haar gebrek aan charisma. En aan het zeer hoge niveau van alle zangers. De bezetting was tot in de kleinste rollen subliem gecast (bedankt, Mauricio Fernandez, we zullen je missen!).
Ook wat de couleur locale betreft was het zaterdag prima in orde. Die was niet alleen in de muziek, maar ook op de bühne aanwezig. De meeste zangeressen hadden Oekraïense doeken om hun schouders gedrapeerd. Het was niet alleen mooi om te zien, maar maakte tevens dat je nog meer bij het verhaal betrokken raakte.
Over Vladimir Jurowski en het door hem briljant geleide Radio Filharmonisch Orkest kan ik kort zijn: subliem. Het was een echte belevenis en wie er niet bij was, kan het alleen maar betreuren.
Maar er gebeurde iets meer: Jurowski veranderde het einde. Bij Prokofjev eindigt de opera met de apotheose van het Rode Leger, maar Jurowski liet het ‘Testament’ terugkomen, nu gezongen in het Oekraïens. Om daarna nog de ouverture (gedeeltelijk) te herhalen. Mooi was het zeker en het legde een melancholische sluier over de opera. Maar zou Prokofjev het zo hebben gewild? We kunnen het hem niet meer vragen. In het programmaboekje legde Jurowski het helemaal uit, maar is zijn verklaring niet ook een soort propaganda? Sta mij toe om mijn mening daarover voor mezelf te houden.
12Reacties
Opera is het echte leven – dat kan alleen maar recensie van Basia zijn.
Bedankt Basia. Wat een fantastische middag. Ik zal waarschijnlijk deze opera nooit meer live horen mag je aannemen.
Zelfs Lenin kon het niet verpesten (werd meen ik 2-3 keer genoemd).
Vandaag je krachtige mooi recentie gelezen. Ik was er gelukkig bij, ook ik werd meegesleept vanaf het begin tot het einde. Veel lof voor Jurowski, het koor en solisten. Een middag om nooit te vergeten.
Bedankt Basia.
Zelden zo’n opwindende opera matinee meegemaakt. Alle factoren voor deze opwinding waren ruimschoots aanwezig. Eerst en vooral de muziek van Prokofjev en dankzij de bijna 100% Russische cast werd die muziek dramatisch heel sterk vertolkt. Het Radio Filharmonisch Orkest en de koren vulden onder de zinderende leiding van Vladimir Jurowski deze opwinding vooral in de onvoorstelbaar mooie 3e akte tot explosieve hoogte.
Een wel heel belangrijke factor vormde deze heerlijke lange middag de BOVENTITELING. We zouden bijna vergeten, dat hierdoor het verhaal gekoppeld aan de muziek, tot volle wasdom en volledig begrip kon komen.
Dank dus ook aan Jurjen Stekelenburg die voor dit werk alle lof verdient!!
Krijgt die man weleens een bloemetje?????
Het regent sterren in de Nederlandse kranten voor deze uitvoering. Volkomen terecht. Basia’s schitterende recensie sluit hier prachtig bij aan. Gergiev dirigeerde de eerste Nederlandse uitvoering van deze opera in het Gergiev Festival in 2003 en deze werd toen rechtstreeks uitgezonden op de radio.
Het was een hele bijzondere middag. Geweldig om mee te maken. Al was de tekst toch wel om kriebelig van te worden, of erger. Maar aan de muziek en de uitvoering deed dat niets af. Een topper!
Super!
Niet gehoord, maar ik kan het vast nog wel ergens terug luisteren. De opera is geweldig, dat weet ik en je uitstekend geschreven recensie maakt nieuwsgierig!
Het was in één woord: GEWELDIG. Wat een programmering heeft die Zaterdagmatinee toch. We leven toch in een rijk land. Complimenten aan alle betrokkenen.
Jurowski heeft overduidelijk de taak van Gergiev overgenomen in het brengen van (vrij onbekend) russisch repertoire, en sowieso, zijn (symfonische) programmeringen blinken uit door een visie, iets wat Gergiev nauwelijks meer lijkt te hebben, Gergiev dirigeert alleen nog maar in marathon (alle pianoconcerten van Prok/Rach), en lijkt alleen maar in aantallen en statistieken te denken, waardoor het oude vuur lijkt te zijn gedoofd.
En over het aangepaste slot (ik was er niet bij), ook dat zegt weer veel over hoe Jurowski (toch een soort van dirigent-filosoof) nadenkt over wat hij doet, en komt dan tot een onalledaagse (die misschien niet bij iedereen in de smaak valt) ‘oplossing’.’Mooi dat hij deze keuze toelichtte en beargumenteerde, waren er meer zoals hij. Iemand als Mark Elder behoort ook tot het kleine gezelschap van dirigenten-filosofen.
Dat oude vuur is er nog steeds. Zijn concerten van de afgelopen jaren met het KCO waren hoogtepunten van het seizoen. Ik verheug me op 9 december a.s. als Gergiev de derde akte uit de Walküre dirigeert.
@Rudolph: laat ik zeggen, dat oude vuur wakkert bij tijd en wijle nog af en toe op, als het meezit, en hij wat meer repetitietijd heeft genomen; maar het vuur sluimert iets te vaak op een te routineus niveau, is mijn mening.