Prins Igor is Tcherniakovs meesterstuk
Dinsdagavond vond bij De Nationale Opera de première plaats van Prins Igor, een megaproductie van de Russische regisseur Dmitri Tcherniakov. Het was een groot succes. Gaat dat zien!
Van Prins Igor bestaat geen definitieve versie. Alexander Borodin liet het werk onvoltooid achter. Zijn collega’s Glazoenov en Rimski-Korsakov hebben uit Borodins materiaal een werk samengesteld dat voor opvoering geschikt was. Glazoenov componeerde de nog ontbrekende ouverture en aanvullende stukken muziek, Rimski-Korsakovs bijdrage bestond hoofdzakelijk uit het orkestreren van Borodins schetsen.
Dirigent Stanislav Kochanovsky heeft in samenwerking met Tcherniakov en een aantal musicologen een nieuwe versie van de opera verzorgd. Desgevraagd wist Kochanovsky mij te vertellen dat alle muziek die Glazoenov en Rimski-Korsakov zelf componeerden was weggelaten. Hiervoor in de plaats waren nieuwe stukken muziek gekomen, waarvoor men was teruggegaan naar de bron: Borodins nagelaten materiaal. De orkestratie door Rimski-Korsakov is wel ongewijzigd gelaten.
Afgaande op mijn eigen luisterervaring lijkt mij dat de nieuwe muziek voornamelijk de laatste tien minuten van de opera betreft. Het werk heeft in elk geval een heel ander einde dan tot nu toe gebruikelijk was.
Papaverdoolhof
Doordat Glazoenovs ouverture is gesneuveld, vallen we met de deur in huis. Igor heeft besloten ten strijde te trekken tegen Khan Kontsjak, de heerser over de Polovetsers, en houdt een afscheidsrede. Een plotselinge zonsverduistering werpt letterlijk een schaduw over deze onderneming. Igor erkent dat het een voorteken kan zijn, maar stelt dat niemand zijn lot kan ontlopen. In deze scène zien we een eerste voorbeeld van Tcherniakovs gave om grote groepen mensen te regisseren. Geef hem nog een paar jaar en hij kan een koor als een zwerm bijen laten vliegen.
Tijdens de scènewisseling tussen de proloog en de eerste akte krijgt de toeschouwer een reeks beelden te zien van gewonde en gesneuvelde soldaten. Ook zien we hoe de zwaargewonde Igor wordt opgetild en meegenomen. Een volgend beeld suggereert dat hij wordt verpleegd onder toeziend oog van zijn tegenstrever Khan Kontsjak. Als het doek weer opgaat, is het toneel gevuld met een enorm papaverveld, waartussen looppaden zijn vrijgehouden. Een soort papaverdoolhof. Hierin staat een kerngezonde Igor. Enerzijds roepen de papavers direct een associatie op met de Eerste Wereldoorlog, anderzijds met opium en dus bedwelming.
Tcherniakov suggereert dat Igor alles dat de toeschouwer te zien krijgt beleeft in een koortsdroom. De gebeurtenissen in deze akte vinden slechts plaats in zijn hoofd. Hij is de gevangene van de Khan, maar wordt met alle mogelijke egards behandeld. Khan Kontsjak probeert hem feitelijk in te palmen en tot een bondgenootschap te bewegen. Zijn dochter Kontsjakovna doet iets dergelijks met Igors zoon Vladimir, maar wordt al gauw oprecht verliefd op hem. Des te beter voor de Khan: een gijzelaar is prima, maar eentje die door een huwelijk opgenomen is in je familie is nog beter.
Het papaverveld is ook de plek waar de bekende Polovetser dansen zich afspelen. Een grote groep dansers beweegt zich over de vrijgelaten paden. Op zich wordt dat mooi gedaan, maar hun mogelijkheden beperken zich hoofdzakelijk tot heen en weer rennen, opspringen en elkaar optillen. Er is gewoon weinig bewegingsruimte. Na een tijdje kreeg ik associaties met een les vrije expressie. Hier had meer ingezeten.
Tweede minpuntje was dat er geen ruimte was vrijgelaten voor het koor, dat nu onzichtbaar voor de toeschouwers van opzij stond te zingen. Waarom werden hiervoor niet de uiterste delen van het tweede balkon benut? Geen ongebruikelijke oplossing in andere theaters.
Voorbeeldig geregisseerd spektakel
Adèle Charvet zong aan het begin van de tweede akte het lied van het Polovetser meisje, over bloemen die gaan hangen door de droogte. Dat is normaliter de opmaat voor de ‘thuiskomst’ van de Russische gevangenen na een dag van dwangarbeid. Maar deze scène was kennelijk van Glazoenov en was daarom gesneuveld. Zodoende ging de handeling direct over in de aria’s van Kontsjakovna en Vladimir, gevolgd door het duet van de twee geliefden. Prachtig gezongen door respectievelijk Agunda Kulaeva en Pavel Cernoch.
De tweede akte was Tcherniakov op zijn best, Borodin niet te na gesproken. Chaotische toestanden in het paleis, de voor een Russische opera obligate dronkenmanstoestanden met levensechte gevechten, stennis op het plein: allemaal voorbeeldig geregisseerd spektakel.
Dmitri Ulyanov, die eerder al veel indruk had gemaakt als Kontsjak, stal hier de show in zijn andere rol, die van Igors zwager Prins Galitski. Ulyanov heeft een figuur dat bij zijn stem past: groot en zwaar. Hij acteerde de rol als een ‘über alpha male’ met minachting voor iedereen die hem voor de voeten kwam, zijn zuster Jaroslavna inbegrepen. Na afloop was voor hem de grootste bijval, en geheel verdiend.
In de derde akte toonde het toneelbeeld een impressie van een geheel verwoeste stad, binnen het decor van wat ooit het paleis had voorgesteld. Dit was het moment dat alle ogen op de sopraan Oksana Dyka waren gericht, met haar grote klaagzang van Jaroslavna. Helaas ook hier een minpuntje. Dyka heeft een stem die nogal metalig klinkt, met schelle uithalen. Bovendien was haar vertolking van het lied bij wijlen tamelijk wankel.
Beter verging het Ildar Abdrazakov, die kort daarop als Igor zijn rolbepalende monoloog mocht inzetten. Deze schitterende bas wist de overgang van zelfbewuste heerser via gegijzelde vorst naar gesjeesde veldheer mooi vorm te geven, ook door de steeds minder martiale wijze van zingen. Hoe het Igor vergaan was in deze versie van de opera, bleef overigens onduidelijk. Ik kreeg de indruk dat hij door de Polovetsers na de plundering van Putivl geheel onttakeld als nutteloos geworden gevangene in zijn vorstendommetje was achtergelaten.
Het eerste deel van de derde akte was eveneens geschrapt, waardoor Igors ontsnapping buiten beeld bleef. Of was hij wel ontsnapt? Gelukkig was er nog steeds de mogelijkheid van een koortsdroom, waardoor tenminste de dialoog van Kontsjakovna en Vladimir kon worden gered. Zij slaat alarm, hij blijft bij haar, en Igor bevindt zich plotseling weer alleen tussen de puinhopen van zijn stad.
In de voorlaatste scène waren de zogeheten Gudokspelers eindelijk in hun normale rol van opportunistische dronkenlappen te zien, aardig vertolkt door Andrej Popov en Vladimir Ognovenko. Voordien vond ik hen te ‘netjes’. Van een Gudok overigens geen spoor.
Het nieuwe einde van de opera werkte bevreemdend. Igor wilde kennelijk niet meer als vorst behandeld worden, maar begon in zijn eentje met de herbouw van de stad, symbolisch uitgebeeld door hem met een deur te laten sjouwen. De onderliggende muziek was mooi, maar neigde niet tot afsluiting. Jammerende personen (waarom nu pas?) ontsierden het geluid.
Garantie voor succes
Tot slot een opmerking over het Igorlied waarop Borodins opera is gebaseerd. Dit lied dateert vermoedelijk uit het einde van de twaalfde eeuw, kort na Igors mislukte veldtocht. Het is zeker niet ondenkbaar dat het de wereld ingebracht is als noodkreet, een wake-upcall. Politiek gezien draait het om Igors oproep aan de prinsen van Rusland om zich te verenigen. Alleen zo kan het gevaar uit het oosten worden gekeerd. Om dat in te wrijven, wordt Igors ‘Alleingang’ en daaropvolgende nederlaag breed uitgemeten.
Zijn monoloog heeft de vorm van zelfkastijding: hij had nooit alleen ten strijde moeten trekken tegen een vijand die wel onderling samenwerkt. Anderen hebben niet gefaald, dus er is nog hoop, als men zich maar aaneensluit. Op het gevaar van heulen met de vijand wordt impliciet gewezen door het lot van Vladimir te schetsen. Hij wordt gegijzeld in de vorm van een huwelijk.
Een hoofdrol is in dit werk weggelegd voor het koor en Ching-Lien Wu wist met haar getrouwen de hooggespannen verwachtingen geheel waar te maken. Absoluut top. En wat moet dat een enorme klus zijn geweest om alleen al die Russische teksten in te studeren.
In de bak zat het Rotterdams Philharmonisch, sowieso eigenlijk een garantie voor succes als er een opera begeleid moet worden. Ook hier een fantastisch resultaat, uiteraard mede dankzij maestro Kochanovsky.
Prins Igor is niet vaak te zien in het theater. De uitvoering van een zo groot werk is kostbaar en complex. Reden te meer voor alle operaliefhebbers om deze DNO-productie niet aan zich voorbij te laten gaan. Al gezien in de bioscoop? Geen punt: in het theater is mooier!
Prins Igor is nog tot en met 26 februari te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
37Reacties
Ik ken de produktie enkel van de MET-transmissie en zoals ik al zei beviel het me niet helemaal, noch de gebruikte versie (enkel de “authentieke” Borodin-muziek met weglating van de ouverture en bijna het ganse 3de bedrijf-het trio eruit werd in de slotakte ingelast), noch het regieconcept van anti-oorlog en de gevangenschap als geïdealiseerde koortsdroom. Al moet ik zeggen dat het visueel wel een paar hele mooie beelden oplevert (zoals dat papaverveld en het vernielde paleis).
En misschien maakt het spektakel live meer indruk (zicht op de ganse scene!) en maakt de muzikale kwaliteit in Amsterdam veel goed…
Heldenepos “Prins Igor” getransformeerd tot een deprimerend psychodrama en een wel heel simplistisch anti-oorlogsmanifest.
http://operagazet.be/recensies/recensies-20162017/nl/amsterdam-prins-igor
De HD uitvoering uit de Met maakte op mij grote indruk en ik verheug me op de uitvoering a.s. maandag in Het Muziektheater. Tot nu toe heb ik in het theater alleen maar traditionele om niet te zeggen folkloristische uitvoeringen gezien of concertante uitvoeringen gehoord. Ik las net de prachtige 4**** recensie in NRC Handelsblad.
@Rudolf Duppen: is een “traditionele” c.q. “folkloristische” uitvoering net zoiets als een librettogetrouwe uitvoering?
@Otto:naast de gebruikelijke betekenis van berustend op overlevering, zoals het gebruik of de gewoonte dat meebrengt kan traditioneel ook betekenen conventioneel, conservatief.In die laatste betekenis heb ik hierboven het woord traditioneel gebruikt.Als de regisseur librettogetrouw is dan volgt hij of zij de traditie. Dat kan op een fantasievolle wijze gebeuren maar ook op een nogal letterlijke, nabootsende manier. De laatste uitvoering die ik van Prins Igor zag was op 14 september, 1978 in Het RAI Congrescentrum door de Staatsopera van Bulgarije en die was van de laatstgenoemde soort.Prachtig gezongen, schitterende kostuums maar een zeer statische vertoning op de folkloristische intermezzi na die men vaak in Russische opera’s aantreft.
Eigenlijk ben ik het dus grotendeels eens met Olivier Keegel (we zijn ver gekomen! 😉 😉 😉 ). Ik vond ook die anti-oorlogspropaganda (Het was ten tijde van de MET-produktie het herdenkingsjaar van WOI en dat zullen we dus geweten hebben…) en euforische dromen enigszins naast de kwestie in een heldenepos.
Maar nogmaals, het gaf wel mooie beelden en de koren en solisten waren alleszins in de MET voortreffelijk en waarschijnlijk in Amsterdam ook…
En wellicht zou ik nu al milder zijn, nu ik de produktie gewoon ben (bij mij werkt dat toch zo…)
@Otto Een prachtig vileine vraag die u daar opwerpt. Meneer Duppen antwoordt u “Als de regisseur librettogetrouw is dan volgt hij of zij de traditie”, maar hierin dwaalt hij. Een librettogetrouwe regie is, o wonder, een regie die het libretto respecteert, dat wezenlijke onderdeel van elke opera. Als u naar de Madonna kijkt, en niet naar een nageschilderde persoonlijke impressie, kijkt u ook niet naar de “traditionele” Madonna. Als u een boek boven de verfilming ervan prefereert, leest u ook niet het “traditionele” boek. Zoals u weet worden wij de laatste pakweg 45 jaar verblijd met operaregisseurs die het beter weten. Het naar de eigen hand zetten van libretti komt zo langzamerhand eerder in aanmerking voor de kwalificatie “traditioneel”.
Terug naar deze uitvoering:
ik heb dinsdag enorm genoten en ben diep geraakt door de muziek van Borodin, de uitvoering van de zangers en het orkest, het spel op het toneel en de prachtige decors. Als een ensemble dat lukt, verdienen ze de hoogste lof en dat is hier het geval. Als het lukt om het klaprozenveld te zien als metafoor voor een gruwelijk slachtveld (en niet blijft steken in de primaire WO I-associatie, die overigens buiten Groot-Brittanië recent is), blijft dicht bij het libretto en de middeleeuwse bron daarvan. De uitvoering legt de nadruk inderdaad op de gruwelen van de oorlog, dan op de grootsheid van de Russische geschiedenis. Heeft die laatste ons meer te zeggen dan de eerste? Ik denk het niet.
De voorstelling is coherent, krachtig en diep geladen.
Over de keuzes die de regisseur heeft gemaakt, kun je discussiëren. Maar de Rus heeft dit niet lichtzinnig gedaan. Ook musicologisch en muziekhistorisch zijn zijn keuzes goed te verantwoorden.
Iedereen die zich verdiept in de ontstaansgeschiedenis van Prins Igor zal al snel tot de conclusie komen dat DE Prins Igor van Borodin niet bestaat. Ook de door Glazunov en Rimsky aangevulde versie (liever aangevuld in plaats van voltooid) is de afgelopen 120 jaar vaak in verschillende versies uitgevoerd.
Ik durf wel te voorspellen dat deze productie aan het eind van het jaar bij vele recensenten hoog in de jaarlijstjes zal staan. En als dat niet zo is, dan is dat alleen maar mooi, want dat zou betekenen dat we nog heel veel spectaculairs voor de boeg hebben.
iedereen die nog geen kaartje heeft: laat deze gelegenheid niet voorbij gaan. De kans op een reprise is in deze tijd van toenemende co-producties niet zo groot.
Enerzijds indrukwekkend anderzijds teleurstellend, naar mijn eigen ervaring j.l. dinsdag bij de première. De samenhang in de plot was zoek en de sopraan zat me in de weg, soms ook langdurig statisch toneelbeeld en een nachtkaarseffect aan het einde…..
Maar ook geweldige muziek met een erg goed orkest, prachtige koorscènes, spectaculaire beelden en enkele solisten van formaat, met name Ulyanov en Abdrazakov.
@Conus: Er is toch een verschil tussen bv schilderkunst en podiumkunsten. Het eerste ligt voor eeuwig vast (hoewel er geregeld parodies op gemaakt worden, zoals de snor op de MOna Lisa of de Nachtwacht met Disneyfiguren). Maar podiumkunsten krijgen hoe dan ook een “opvoeringsgeschiedenis” en zijn hoe dan ook onderworpen aan de “modes” en de “stijl” ende “smaak” van de tijd, of men dat wil of niet en of dat in de ene zijn smaak valt of niet…
“Librettogetrouwheid” is iets heel relatiefs…
Maar, O wee, dit riskeert weer aanleiding te geven tot het zoveelste oeverloze en zinloze debat over dit onderwerp!
@ Conus: ik heb de vraag helemaal niet als vilein ervaren maar als intelligent.We geven ook geen commentaar op deze site om elkaar vliegen af te vangen maar eerder om feitelijke onjuistheden recht te zetten of om onze indrukken van voorstellingen weer te geven. Regisseurs doen er vaak goed aan het libretto niet al te getrouw te volgen want het libretto is vaak al een aftreksel van een aftreksel van een toneelstuk, roman of andere bron.Als een regisseur het libretto van b.v. La Muette de Portici van Auber getrouw zou volgen wordt het slot klinkklare onzin en dat geldt voor meer opera’s.Net als vele operaliefhebbers ben ik tegen de uitwassen van het regisseurstheater maar als een regisseur een intelligente en voor mij overtuigende interpretatie geeft van een werk dan geef ik mij gewonnen.Zo te lezen is Jan de Jong diep onder de indruk van Prins Igor in deze niet helemaal librettogetrouwe regie.
Voor mij kan zowel een total letterlijk librettogetrouwe enscenering (zelfs bij ‘La muette de Portici’… 😉 ) als de ‘verste uitwas van het regieteater’, zolang het MIJ toevallig bevalt (wat zeker niet altijd het geval is!). Want zo werkt kunst immers : met het risico dat het (persoonlijk) tegenvalt.
Dat het wervelende en vermakelijke slot van La Muette de Portici “klinkklare onzin” is, vermag ik niet in te zien. Althans niet minder klinkklare onzin dan de gehele Ring.
Met het triviale gebroken geweertje van Tcherniakovs Prins Igor is op Opera Gazet reeds afgerekend, dus alle bezwaren tegen deze productie zal ik hier niet herhalen. Wel heb ik nog enkele interessante citaten, ter overdenking. Allereerst Maria Callas die het kunstmatig ten faveure van de “controversieële regisseur” opgewekte probleem met haar uitspraak “The composer is your stage director” op simpele wijze tot zijn ware proporties terugbrengt.
Helaas beseft bijna niemand meer dat een operaverhaal in het geheel niet GEÏNTERPRETEERD hoeft te worden (zie ook hierna), en dat op een intelligente en aantrekkelijke manier VERTELLEN voldoende is. Paul Korenhof maakte daar eens een van zijn verstandige opmerkingen over:
“Momenteel groeit er een generatie op die de ene ‘spannende’ enscenering na de andere aan zich voorbij ziet trekken, maar die soms niet eens meer weet waarover werken als Don Giovanni en Salome uiteindelijk gaan.”
Dan is er nog een anonieme Amerikaanse musicoloog die een aantal behartenswaardige en vermakelijke directieven inzake “hedendaagse opera” op internet heeft gepresenteerd, zoals:
“The stage director must avoid any idea that is not his own.”
“Happy endings are intellectually bankrupt. Play the opposite.”
“Storytelling is always anathema to the modern director just as realistic, “photographic” painting is to the abstract painter. Don’t tell the story. COMMENT on it! Even better, UNDERMINE it!”
“Historical atrocities must be incorporated and exploited as much as possible.”
“Props must be overused pointlessly, then dropped on the floor, loudly. Best done when the music is soft so as to call attention to it.”
“Preparation is important for the director. Try to read the libretto in advance to make sure it doesn’t interfere with your staging ideas.”
“A costume must contradict the period in which the opera is set (that last hardly worth mentioning).”
Ik denk dat Tcherniakovs Prins Igor redelijk aan deze vereisten voldoet.
En daar gaan we weer!
Het gaat in een opera altijd om trouw aan de partituur, dus niet aan het libretto. En dat is natuurlijk met Prins Igor precies het probleem want er is geen partituur, althans geen van Borodin. Ik vind dat Tsjermiakow Barodin met respect behandeld heeft. Ik was ook blij met de sopraan, al vond ik die niet mooi, maar ze was zo typisch Russisch met dat vrij schelle vibrato. Dat het een flut libretto is, daar zijn we het met z’n allen en de NRC toch wel over eens. Dat het grandioze, helaas onvoltooide muziek is, ook, toch?
Gerard van der Leeuw
Als ik hierboven lees “Het gaat in een opera altijd om trouw aan de partituur, dus niet aan het libretto.” dan vraag ik me in gemoede af, waarover we nog moeten discussiëren.
@Conus: inderdaad zeer vermakelijke uitspraken die betrekking hebben op de excessen van het regisseurstheater waar we allen genoeg voorbeelden van kennen en die op deze site uitvoerig zijn besproken.
Er zijn ruwweg twee scholen: de mimetische school. Deze neemt alles letterlijk en bootst alles na. Er is geen of weinig gevoel voor satire of ironie in al haar verschijningsvormen en er is de school die de opvatting huldigt dat kunst betekenis suggereert en dus om interpretatie vraagt en daar beginnen de problemen.
… voornamelijk de problemen dat meningen verschillen en men niet voor iedereen goed kan doen…
Laten wij niet te cultuurfilosofisch worden. Opera, een fijn moppie muziek opgeleukt met een verhaaltje, is (was) tenslotte een ongecompliceerde, of beter gezegd niet-ingewikkelde vorm van vermaak. De functies “moet van een regisseursvisie voorzien worden” of “moet aan het denken zetten” zijn relatief nieuwe (opgedrongen) verworvenheden. Ik begrijp niet waarom een libretto serieus nemen, en dus uitvoeren “as is”, in de lichtelijk depreciërend klinkende categorie “alles letterlijk nemen” en “nabootsen” zou vallen. Noch begrijp ik, in operatermen, “een betekenis suggereren”.
Om er nog maar eens een citaat tegenaan te gooien: over zijn regie van Attila (de Hun) zei regisseur Ruggero Raimondi “If there are Huns in it, I show the audience Huns”.
Een nuchtere, zuivere en verheugende stellingname.
Die uitspraak van Ruggero Raimondi is op deze site al een aantal malen aangehaald en zijn opvatting zal omgezet in een daar bijpassende regie in veel opera’s werken.Moeilijker wordt het met satirische opera’s zoals De Neus of Life with an Idiot of opera’s zoals Wozzeck en Lulu, een aantal opera’s van Richard Strauss en Richard Wagner, barokopera’s om een aantal moderne opera’s maar niet te noemen.Een te letterlijke benadering van deze opera’s kan net zo belachelijk uitpakken als een benadering waarbij excessief geïnterpreteerd wordt. Een weloverwogen en evenwichtige regisseursvisie is dan echt wel nodig. Operaregisseurs zijn natuurlijk door het reguliere theater sterk beïnvloedt en kunnen moeilijk om de vernieuwingen die daar plaatsgevonden hebben heen. Die vernieuwingen dateren al van ver voor de Tweede Wereld Oorlog maar schenen de operahuizen maar langzaam te bereiken. Na de Tweede Wereld Oorlog kwam daar verandering in vooral door de invloed van de Oostenrijkse regisseur Walter Felsenstein die directeur werd van de Komische Oper in Oost Berlijn.Zijn opvattingen en zijn invloed zijn tot de dag van vandaag voelbaar.
Veel operacomponisten zullen zich trouwens in hun graf omdraaien als ze zouden horen dat opera “een ongecompliceerde, of beter gezegd niet ingewikkelde vorm van vermaak is (was)”. Vooral de hooggestemde idealen van Gluck, Cherubini, Spontini en Berlioz om er maar een paar te noemen zouden een aardige knauw krijgen.
De vele aria’s en monologen van onze operahelden en heldinnen over innerlijke tweestrijd of de vergankelijkheid van het leven om maar een paar onderwerpen te noemen suggereren betekenis.
Om nog even terug te komen op het slot van La Muette de Portici.Fenella die niet zingt in de opera stort zich vanuit het paleis van de onderkoning dat op grote afstand van de Vesuvius ( die net tot eruptie is gekomen) ligt, direct in de gloeiende lava. Hier heb je ook “a willing suspension of disbelief “voor nodig.
Ik zal de lezers van deze site nu even niet meer vervelen.
De aria’s over innerlijke tweestrijd of de vergankelijkheid van het leven “suggereren” geen betekenis, maar HEBBEN gewoon betekenis. De protagonist overdenkt dat het leven geen pretje is, is sterven niet beter dan leven, moet ik mij aan mijn haren uit het moeras trekken, kop op kerel niet zo lamlendig, zal ik het doen of niet doen, is dat lekkere wijf belangrijker dan Het Vaderland, etc. etc. Kortom, men zit soms zwaar te denken over zonnen, zielen, hemelrijk. (En eveneens verbijstert hen de uitslag Ajax-Elinkwijk. T.Hermans.) Om uit te vinden over welk specifiek existentieel vraagstuk een deuntje gezongen wordt, hebben wij geen visionair-conceptueel duider nodig – het staat in het libretto.
wat een flauwekul allemaal vertel eens iets over de uitvoering daar heben we meer aan als dat gezwam over libretti en zo slaat nergens op.
zeg eens iets over het concert vanJonas Kaufmann ik vind het slecht geprogrammerd helaas duur maar 1.45 incl pauze. lees ook niets over het overlijden van Nicolai Gedda toch wel een der grootste uit onze tijd..
Ik vind het toch ook een beetje (veel) vervelend dat de commentaren over zowat alle produkties (vooral bij diegenen die daar stof voor geven natuurlijk) uiteindelijk ontaarden in dezelfde discussie over al dan niet ’trouw’ zijn aan een libretto en of men daar ‘mag’ van afwijken. Zo kan men nog jaren doorgaan (en zal men ongetwijfeld ook doen!). We weten nu stilaan dat de standpunten tussen voorstanders en tegenstanders van ‘moderne ensceneringen’ en ‘regietheater’ meestal onverzoenlijk zijn, wat op zich niet verkeerd is, mits men het nodige respect voor de andersdenkende kan opbrengen. Voor mij zeker allemaal niet gelaten, maar ik blijf het een vaak oeverloze en nutteloze welles-nietes discussie vinden.
Ik vind wel dat zowel ’traditionalisten’ als ‘modernisten’ hun deel moeten krijgen in de operahuizen, dat is dan voor mezelf ook goed, want ik hou van beide, als het goed gedaan is…
En gelukkig worden er in de commentaren soms ook inhoudelijk (zeer) interessante zaken aangebracht…
Op Opusklassiek lees ik een aardig artikel van Aart van der Wal en Jan de Kruijff uit 2007 over de componist Borodin.
Over de ouverture van Prins Igor zegt Aart; “De ouverture, door Glazoenov gemaakt op basis van Borodins pianoimprovisaties, geeft – zoals het een goede ouverture betaamt – een indrukwekkend voorproefje van wat volgt. – een Polowetskische mars, de Dans van de Polowetskische meisjes en de Polowetskische dansen met koor. Al die fragmenten behoren tot de scène in het kampement van Igors vijanden.”
zie https://www.opusklassiek.nl/componisten/borodin.htm
Ik vraag me dan af waarom die ouverture geschrapt is. Spelen we ooit nog een Turandot zonder afsluiting (al dan niet van van Alfano) ?
Die ouverture past niet in Het Concept, Leen. Zie Opera Gazet.
@Leen Roetmans: Ik ben het met U eens dat OOK de stukken van Rimski-Korsakow en Glazounov zouden MOETEN gespeeld worden (Zoals de ouverture en het GANSE 3de bedrijf). In een onafgewerkte opera als Prins Igor hoeft niet alle muziek van de oorspronkelijke auteur te zijn om uitgevoerde te mogen worden…
In de Opera van Luik stopte men de opera wel aan de dood van Liu.
Ik ben daar ook absoluut geen voorstander van al moet in dit gezegd worden dat dit wel goed opgelost werd met de regie (jawel mr Conus!). Timur kwam voor zijn laatste repliek terug als Puccini himself, die dan stierf en al zijn bekende personages uit zijn opera’s kwamen rond hem staan. Totaal ongebruikelijk slot (en niets te maken met het libretto!), maar mooie vondst…
Wie herinnert zich trouwens nog die prachtige uitvoering van Prins Igor uit de ROH, Covent Garden die door de BBC uitgezonden werd? Bernard Haitink, die je normaal niet met dit repertoire associeert, dirigeerde en ik herinner me vooral de prachtige stem van de Bulgaarse sopraan Anna Tamova-Sintov als Jaroslavna.
geachte heer R.Duppen ja zeker deze heb ik op dvd schitterend.
Ben ook maandag bij Prins Igor ben benieuwd .
Ja die dame blanche met Gedda in de matinee lang geleden maar toch…..
Denk dat ik niet ga naar Janos Kaufmanmn vind de programmering niks jammer
Na mijn eerste en ter voorbereiding op een tweede bezoek (ik wilde de productie graag nog een keer zien en horen) realiseer ik me opeens dat de zeer gewaardeerde discografische bijdrage van mevrouw Basia Jaworski ditmaal ontbrak. Juist bij deze Slavische opera had ik graag van haar gelezen. Hopelijk komt er nog een bijdrage en anders hoop ik dat dit een eenmalig hiaat is.
Opera Nederland heeft een uitgebreide discografie van Prins Igor. De uitvoering van gisterenavond in een na genoeg uitverkocht Muziektheater maakte grote indruk.De HD uitvoering uit de MET was al zeer indringend mede door de close ups, nu vanaf mijn plaats in het midden van de zaal had ik een prachtig overzicht over het geheel.De zangers waarvan er, zover ik kan nagaan, twee dezelfde waren als in de Met (Oksana Dyka en Ildar Abdrazakov) waren uitstekend.De kernachtige sopraan van Oksana Dyka deed me denken aan die van Galina Vichnevskaja alhoewel er weinig fluweel in de stem zat zoals b.v. bij Anna Tamova-Sintov of Galina Gorchakova in dezelfde rol. Ildar Abdrazakov zong en speelde de getormenteerde Igor met veel overtuigingskracht. De rol van Konchakovna werd verleidelijk gezongen door Agunda Kulaeva maar Anita Rachvelishvili in de MET uitvoering was ongeëvenaard. Dimitri Ulyanov in de dubbelrol van Prins Galitski en Khan Kontsjak was geweldig. De dirigent had wat mij betreft hier en daar de boel wat meer mogen opstoken en de coördinatie tussen koor en dirigent was niet altijd optimaal. Het was jammer dat het koor in de proloog niet frontaal mocht zingen. Het effect was in de zaal veel groter geweest en dat gold natuurlijk ook voor het koor dat in de coulissen stond opgesteld aan het einde van de eerste akte.Over de enscenering is al genoeg gezegd.
Paul Korenhof https://www.opusklassiek.nl/opera_operette/dno_borodin_igor_kochanovsky.htm
Inderdaad, Leen. Paul Korenhof ontleedt en fileert weer eens tot op het bod. MUST READ! De intro is al om van te smullen:
“Hoe kun je in een opera meeslepende koren van hun effect beroven met leuke, weinig zeggende dansjes? Voor regisseur Dmitri Tcherniakov is dat geen probleem. Hij degradeerde de befaamde Polovtser dansen tot achtergrondmuziek bij een lenteballetje en plaatste het koor daarbij in de coulissen, zodat het op een gegeven moment zelfs niet boven het door hem verlangde gegiebel [ook in Opera Gazet gesignaleerd. ok] van de danseressen uit kon komen. En van Borodin’s poging om een semi-Aziatische, half barbaarse sfeer te creëren bleef weinig meer over dan onschuldig amusement op zondagsschoolniveau.”
“Het probleem is alleen dat hij [Tcherniakov] zelden of nooit de opera ten tonele voert die door librettist en componist geschreven is.”
Wie het lange artikel in The New Grove Dictionary of Opera (deel 2) heeft gelezen en de uiterst gecompliceerde ontstaansgeschiedenis van deze opera probeert te doorgronden en ook de verschillende modernere uitvoeringsversies van deze opera kent, zal tot de conclusie komen dat het vrij lastig is, in dit geval te bepalen wat de componist en de librettist geschreven hebben.
Wat is het toch makkelijk voor ons om Beckmesser te spelen.
@Jan de Jong: Ik mis de discografie van Basia Jaworski ook! Ik weet dat Basia als gevolg van een chronische aandoening met ziekenhuisopname op dit moment behoorlijk in de lappenmand zit!
Inmiddels is Basia weer thuis. Laten we hopen op een voorspoedig herstel voor Basia en dat zij spoedig de draad van haar discografieën weer kan oppakken!
Op de NRC staat een aardig artikel over co-producties.
De peperdure zijden papavers (170.000 dollar) blijken voor DNO binnen het afgesproken budget met The Met, ‘leidend co-producent’, te vallen.
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/01/31/de-peperdure-papavers-van-prins-igor-6476493-a1543955
Geachte Heer Duppen.
Ja was er ook maandag avond .Vond het geen vlees nog vis.
Het verhaal was erg omgegooid.Het einde heel anderskoor uit ander werk van Borodin Mlada en slot muzikaal erg mooi gespeeld deed me erg denken aan einde 3de symfonie Mahler. jammer dat het zo ontsierd werd door het gejammer van het volk.
Dirigent was geweldig schitternd koor toch wel een der beste van de wereld en Roterdams Philharmonisch altijd succes geweldig.
De Igor von dik een mooie bas bariton maar niet echt een Igor welm,prachtig spel. de andere bas heel goed voopral zijn lage F.
Sopraan vond ik erg schel maar moet gezegdhaar klaagzang in de 3de akte was heel mooi en ingetogen gezongen prachtig.
Onthoud de naam Pavel Cernoch wa t een mooie lyrische tenor.’Mag vaker terugkomen bij de OPera.
Toch blij dat ik geweest ben voral het koor en orkest en veel spektakel vooral de explosie aan eind 2 de akte.
Even nog, voor het goede begrip. @R.Duppen Vergelijkt u Paul Korenhof, i.c. het geciteerde commentaar van hem, met Beckmesser?