BuitenlandFeaturedOperarecensie

Kosky succesvol met nieuwe Meistersinger

Barrie Kosky tekende deze zomer voor een nieuwe Meistersinger von Nürnberg in Bayreuth. Het grootste succes sinds het aantreden van Katharina Wagner als directeur van de beroemde Festspiele.

Scène uit Die Meistersinger von Nürnberg in Bayreuth. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

Barrie Kosky is intendant van de Komische Oper Berlin. De programmering van dit huis weerspiegelt zijn temperamentvolle karakter. Opera is showbusiness en die komt nu eenmaal in maten en soorten. Het was dan ook niet te verwachten dat zijn Meistersinger in Bayreuth een ingehouden karakter zou vertonen.

Kosky plaatst net als Stefan Herheim voor hem Haus Wahnfried op het toneel, maar gaat vervolgens een stap verder: Wagner en zijn entourage bevolken het toneel. Dat is even wennen, want wie is nu wie in deze merkwaardige setting? Niet geheel onverwacht neemt Richard Wagner de rol van Sachs op zich en vertolkt Cosima Eva. Pogner komt voor rekening van Liszt en Beckmesser is bij Hermann Levi opgespeld.

De overige personages zijn in dit stukje huistoneel wat onbestemd en om de verwarring nog te vergroten, duiken voortdurend incarnaties van Wagner op, in verschillende leeftijdsfasen. Zo verschijnt Walther von Stolzing als een jongere uitgave van Wagner/Sachs en ook David komt tevoorschijn als Wagner-lookalike. Zonder voorbereiding is het allemaal nauwelijks bij te houden. Ik had te doen met de recensenten die de première voor hun rekening moesten nemen.

Van Wagner is bekend dat hij graag nieuw werk voordroeg aan zijn entourage, waarbij hij alle rollen vertolkte. Tijdens de ouverture zien we het Wagner-personage dan ook zo bezig in de grote salon van Wahnfried, voortdurend alle aandacht opeisend. Daarna gaat dit spel als het ware over in een generale repetitie van Die Meistersinger bij Wagner thuis.

De Lehrbuben komen zo nu en dan binnengestormd om even iets te zingen en verdwijnen dan direct weer, alsof ze aan een groot elastiek vastzitten en terugveren. Het levert hilarische taferelen op, nog het beste te vergelijken met vaudeville. Kosky is ook duidelijk geïnspireerd door films van The Marx Brothers en voegt er nog een toefje Muppet Show aan toe voor extra gecontroleerde chaos.

Wagners antisemitisme

Het marionettentheater kent als vaste regel dat er altijd iemand de klos is, iemand ten koste van wie de hoofdfiguren de lachers op hun hand krijgen. Hier is dat Levi, die zich niet goed weet te gedragen in Wahnfrieds salon en zich duidelijk niet op zijn gemak voelt. Toch blijft het allemaal binnen de perken.

De schok komt pas aan het einde van de eerste akte, als het Wahnfried-toneel wordt weggerold en plaatsmaakt voor het interieur van de gerechtszaal in Neurenberg. Alsof Kosky de toeschouwer wil voorhouden dat Wagner in dit stuk weliswaar een toneelfiguur is, maar dat hij als enige uit dat raamwerk kan stappen. Wagner ensceneerde zijn eigen leven en daarbij heeft hij bedoeld of onbedoeld aanzetten gegeven die een paar generaties later hebben geleid tot onvoorstelbaar grote ontsporingen.

Johannes Martin Kränzle en Michael Volle. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

De keuze van Levi als ‘front’ voor Beckmesser maakt direct duidelijk welke kant Kosky opgaat in  zijn interpretatie van Wagners antisemitisme. Voor hem is het niet de vraag of er in Die Meistersinger sprake is van antisemitisme, maar in welke mate het werk erdoor bepaald wordt.

Beckmesser is weliswaar geen Jood, maar zijn gedrag vertoont stereotiepe Joodse trekken die voor een negentiende-eeuws publiek gemakkelijk herkenbaar waren. Althans, zo ziet een bepaalde stroming binnen de Meistersinger-discussie dat. Kosky sluit daarbij aan door Beckmesser voor alle duidelijkheid in de tweede akte een Joods masker op te zetten en maakt handig gebruik van het feit dat er zowaar een echte Jood tot Wagners entourage gerekend kon worden.

Hoe ernstig is dit alles, zo lijkt Kosky zich vervolgens hardop af te vragen. Komt Wagner weg met tijdgebonden pesterijen waarin de Jood het moet ontgelden of is hij mede schuldig aan het nationaalsocialisme? De voorstelling geeft daarop geen eenduidig antwoord. Wat na Wagners leven is geschied – duidelijk onder de aandacht gebracht door dat Neurenberger decor – behoort niet tot zijn directe persoonlijke verantwoordelijkheid, maar kleeft wel aan hem. Er is sprake van een beperkte schuldigverklaring, zoals iemand die in een gestolen auto een aanrijding veroorzaakt en vervolgens slechts wordt veroordeeld wegens diefstal.

Die gedeeltelijke vrijspraak voor Wagner betekent niet dat Beckmesser/Levi er gemakkelijk van afkomt, zeker niet in de tweede akte, waarin hij als enige wordt ‘geprügelt’ en wordt opgetuigd als een Joodse karikatuur die gezelschap krijgt van een gelijk uitziende ballon die langzaam wordt opgeblazen tot een enorme omvang en bij het einde van de akte plots leegloopt. Ook voor het publiek houdt Kosky het zo nog even ongemakkelijk.

Dat is minder het geval met zijn behandeling van het beladen einde van de opera. Hier geen grote scène op een Festwiese, maar een solo-optreden van Wagner/Sachs. Kosky maakt handig gebruik van de uitspraak van Sachs: “Ich bin verklagt”, en laat hem gekleed als Wagner de grote monoloog zingen, waarin de Duitse kunst wordt geroemd en wordt gewaarschuwd tegen diens verwording, zonder nadruk op nationalistische tendensen, maar meer in de sfeer waarin een paar generaties geleden in Europa werd gewaarschuwd voor de amerikanisering van de wereld.

Groots optreden

Michael Volle zong de rol van Sachs de voorbije jaren al in Salzburg, New York en Milaan. Hij was afgelopen zaterdag in ‘Hochform’. Hij wisselde lyrische passages af met soms vrij hardhandig optreden, waarbij zijn zang ruwe kanten vertoonde. Dat was geen toeval, Kosky wilde het zo: overdrijving in opdracht als het ware.

Zijn directe tegenspeler Johannes Martin Kränzle deed niet voor hem onder. Kränzle is hard bezig de Beckmesser van onze tijd te worden met succesvolle optredens in Londen en New York en bevestigt zijn eigendomsrechten op deze rol met een groots optreden in Bayreuth.

Scène uit Die Meistersinger von Nürnberg in Bayreuth. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

Klaus Florian Vogt vertolkte evenals in de vorige Bayreuth-productie de rol van outsider Walther von Stolzing. Hij krijgt nogal wat kritiek de laatste tijd: hij klinkt jongensachtig, hol en met een metalig timbre, zo benadrukken zijn tegenstanders. Evengoed zijn er velen die van zijn stemgeluid maar geen genoeg kunnen krijgen. Duidelijk een geval van smaak. Dat hij anders klinkt dan de meeste tenoren past echter wonderwel in dit stuk. Hij is geen Meistersinger en klinkt ook helemaal niet zoals hen. Vogt beheerst de rol tot in de kleinste details en ik was zonder meer tevreden over zijn optreden – ook al behoor ik tot diegenen die niet dol zijn op zijn stemgeluid.

Günther Groissböck zette een solide Pogner neer. Dit seizoen dubbelt hij nog als Fasolt, maar met ingang van 2018 zal hij naast Pogner ook te zien zijn als Gurnemanz. Met de rol van Wotan in het verschiet vanaf 2020 wordt Groissböck de komende jaren een vaste waarde in Bayreuth en ‘das ist gut so’.

Daniel Behle wist te overtuigen als een wat pedanterige David, ook een incarnatie van Wagner. Zijn wederhelft Magdalene was in goede handen bij Wiebke Lehmkuhl. Anne Schwanewilms stelde wat teleur als Eva. Zij komt niet goed tot haar recht in ensembles, moet het hebben van solospel met lange lijnen en Eva biedt haar onvoldoende mogelijkheden te laten horen hoe geweldig ze eigenlijk is. Duidelijk een miscast, Elsa is meer haar rol.

Maestro Philippe Jordan hield het geheel goed in de hand en wist er ook muzikaal een fantastische voorstelling van te maken. Deze Meistersinger is op afstand het grootste succes sinds het aantreden van Katharina Wagner en we kunnen alleen maar hopen dat ze deze de komende jaren zal weten door te trekken. One in the bag, more to follow?

Vorig artikel

Opera in de media: week 34

Volgend artikel

Thielemann dirigeert fenomenale Tristan

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

8Reacties

  1. Herman
    22 augustus 2017 at 13:34

    Op Radio 4 Opera Live deze uitvoering beluisterd. Elke keer val ik weer in zwijm door de geniale partituur van dit meesterwerk. Maar inderdaad, Anne Schwanewilms is niet écht de ideale Eva. De aanmerkingen over haar van de recensent deel ik. Maar Klaus F. Vogt als Stolzing vond ik een complete misbezetting. Vogt is een tenore leggiero met een groot volume. Zijn Lohengrin is prachtig, zijn Parsifal wordt al iets problematischer, maar van Stolzing moet hij afblijven. Maar ja, hij is een idool in Duitsland e.o. en idolen kunnen zich meer dingen veroorloven dan niet-idolen.

  2. Jan de Jong
    22 augustus 2017 at 22:19

    Dank voor deze recensie.

    @Herman, ik kan niet anders dan het beamen. O, o wat is Die Meistersinger toch een meesterwerk. Het stuk zit zo verduveld goed in elkaar en Kosky haalt er veel uit en geeft blijk van een enorme kennis van Wagner, dit stuk en de Wagner-receptie.

    Ik ben het met de interpretatie van Kosky niet altijd eens en twijfel dat Wagner Beckmesser expliciet als Jood heeft willen afschilderen. Voor mij is hij in de eerste plaats formalist en bureaucraat (en een karikatuur van Hanslick). Van de andere kant is wel bekend dat Beckmesser al vrij snel door het publiek als Jood werd gezien, zodat – zeker in het historisch perspectief dat Kosky heeft gekozen – er vanuit de receptiegeschiedenis voor deze typering kan worden gekozen.

    Dat Anne Schwanewilms niet zo geschikt is voor deze rol, is helaas waar. Maar dat haar bij de première boegeroep ten deel viel, is echt beschamend.

    Michael Volle als Hans Sachs is absolute top. Vocaal en dramatisch. Wat een zanger. Zijn interpretatie is uitermate rijk en gaat van uitermate verfijnd tot soms wat ruw als de situatie daarom vraagt.

  3. Stefan Caprasse
    23 augustus 2017 at 09:14

    @Jan de Jong: Ik heb ooit wel eens in een TV documentaire gehoord dat bepaalde ‘zang-tics’ van Beckmesser (oa het feit dat hij als bas toch geregeld ‘hoog’ moet zingen) een allusie op de Joden zou (kunnen) zijn. En dat geldt nog meer voor Mime, wiens “Als zullendes Kind” een parodie op een Joodse melodie zou zijn…

    Maar Beckmesser is natuurlijk inderdaad in de eerste plaats de conservatieve kritikaster en betweter (Hanslick dus in de ogen van Wagner).

    “Boe” roepen naar een zanger(es) (ook al heeft hij/zij minder gepresteerd) is vernederend en als dusdanig ALTIJD beschamend…

    En inderdaad, ‘Meistersinger’ is een meesterwerk. Dat zijn natuurlijk bijna alle werken van Wagner, maar ‘Meistersinger’ is natuurlijk zijn meest ‘menselijke’ werk.

    En ik wil dus dolgraag deze enscenering (die er visueel ook prachtig uitziet) ter plaatse zien. En Tristan! En Parsifal!

  4. Jan de Jong
    23 augustus 2017 at 18:00

    Wat mij – naast vele andere zaken – dit keer zo opviel aan Die Meistersinger: de grote massascenes en in het bijzonder de geraffineerde stapsgewijze opbouw naar het Johannesfeest deden mij weer eens ontzettend denken aan Berlioz Romeinse carnaval in Benvenuto Cellini. Beide zijn meester in de opbouw naar de grote tutti-partijen.

    Wagner liet zich negatief uit over het libretto en bekritiseerde Liszt om de moeite die deed het werk uit te voeren. Hij heeft delen ervan gehoord, door Berlioz zelf gezongen met Liszt aan de piano. Hij moet de partituur gekend hebben, mag je aannemen. Of hij de opera ook ooit met orkest uitgevoerd heeft gehoord, heb ik niet kunnen vinden. Maar het lijkt erop van niet.

    Qua thematiek – een opera over de kunst – hebben beide werken veel gemeen, maar ook in de symfonische benadering van de muziek in de grote groepsscènes heeft Wagner veel van Berlioz kunnen leren.

    Leuk om meer te lezen over de wisselwerking tussen deze drie grote componisten:
    http://www.hberlioz.com/Predecessors/wagner.htm

  5. Paul
    18 augustus 2018 at 07:48

    Gisteren deze schitterende voorstelling bezocht. Muzikaal was het ongelooflijk goed en wat werd er goed geacteerd. Het enthousiasme spatte van het podium af.

  6. Stefan Caprasse
    20 augustus 2018 at 10:37

    Dit jaar (2018) ook voor het eerst deze produktie gezien. Visueel werkelijk prachtig (samen met de huidige Parsifal en de destijds onovertroffen -vond ik- Parsifal van Herheim de mooiste produkties sinds het aantreden van Katharina Wagner).
    Ik had wel een paar bedenkingen (wat niet noodzakelijk negatief is):
    In het eerste bedrijf in Wahnfried dus) is het duidelijk dat de personnages uit de entourage van Wagner geleidelijk opgaan in hun respectievelijke Meistersinger-rollen…(prachtig!).
    Maar waarom zijn in het tweede bedrijf de decorelementen uit het eerste gereduceerd tot een “bric à brac”?
    En na de groffe spot met de Joden op het einde van II (opblaasbare karikatuur!) is het wel duidelijk waarom het derde zich afspeelt in de gerechtzaal van het proces van Nurenberg, maar het viel me op dat dit voor de rest amper invloed heft op de regie, die verder ‘heel gewoon’ (en goed!) is; maw ‘gewoon’ de winkel van Sachs in de proceszaal van nurenberg…

    Volle en Kränzle zijn inderdaad fantastisch in hun rol. Ik hoor Walter ook liever zingen door een ietwat ‘heroïschere’ stem dan Vogt (zijn Preislied klonk niet erg gemotiveerd) en ik meen ook al mooiere Eva’s dan Magee gehoord te hebben (al was ze naar het schijnt een verbetering tav Schwanewilms)en ze was enig in haar rol als de Cosima-met-migraine! Een opvallend mooi klinkende Magdalena (jammer dat die rol zo ondanbaar is)

    Maar alles bijeen een produktie om van te snoepen!

  7. Olivier Keegel
    21 augustus 2018 at 14:43

    Mijn denkraam schiet enigszins te kort bij deze passage uit bovengenoemde recensie:

    “Wagner ensceneerde zijn eigen leven en daarbij heeft hij bedoeld of onbedoeld aanzetten gegeven die een paar generaties later hebben geleid tot onvoorstelbaar grote ontsporingen.”

    Is deze observatie nu van recensent Franken of van regisseur Kosky? Of parafraseert de recensent de regisseur? Ik ben geen Wagner-expert en reeds meermalen in diverse landen afgewezen door de ballotagecommissies van Wagner Genootschappen, maar zit ik er heel ver naast als ik in mijn naïviteit steeds maar denk dat Wagner niet zozeer een verhaal over zijn eigen leven maar eerder een vrolijk verhaal over het reilen en zeilen van de mens toondichtte?

    Sachs is Wagner in deze regie, deze vermoeiende idiotie laten we vooralsnog maar even onbesproken, voordat je het weet heb je een Berufsverbot aan je broek. Onderdeel van Sachs laatste woorden in deze opera zijn:

    Habt Acht! Uns dräuen üble Streich’:
    zerfällt erst deutsches Volk und Reich,
    in falscher wälscher Majestät
    kein Fürst bald mehr sein Volk versteht,
    und wälschen Dunst mit wälschem Tand
    sie pflanzen uns in deutsches Land

    Dat Wagner met de nazi’s geassocieerd wordt, MAAR DE REGISSEUR NIET! (good guy), hebben we dat niet tot vervelens toe onder de neus gewreven gekregen? Er is nog een andere, veel verrassender insteek te bedenken dan de “aanzetten tot onvoorstelbaar grote ontsporingen”. Als we Wagners libretto dan toch in exonieme termen moeten vertalen (ik doe graag een keer mee), heb ik een hyper actuele invalshoek. Let op! 57% van de Duitse burgers heeft angst voor islamisering. Daar zitten waarschijnlijk weinig Mensen Van Nu bij, dus een regisseur voor dit aardige karweitje zal moeilijk te vinden zijn. De islam als “falsche wälsche Majestät” is uiteraard politiek über-incorrect.

    De eerste regisseur die “Habt Acht” als waarschuwing voor Mensen Van Nu interpreteert, krijgt van mij een schaap tijdens het Offerfeest. (Eid al-Adha. Nu, 21 augustus, ies.)

  8. Stefan Caprasse
    21 augustus 2018 at 15:45

    Dat Wagner bedoeld of onbedoeld aanzetten zou gegeven hebben tot (…) latere onvoorstelbaar grote ontsporingen (en dan nog wel door ‘Die Meistersinger, zijn menselijk stuk bij uitstek!) vindt ik toch ook HEEL kort door de bocht. Hij was zeker niet de enige antisemiet en daarbij, antisemitisme is van alle tijden. Maar dat kan natuurlijk leiden tot een oeverloze discussie – wat het ongetwijfeld al ontelbare malen gedaan heeft. Laten we daar dus alstublieft niet aan beginnen!

    Dit gezegd zijnde is ‘Die Meistersinger’ toch niet (alleen) ‘een vrolijk verhaal over het reilen en zeilen van de mens’ (voor een groot deel is het dat natuurlijk OOK Godzijdank!).
    Maar als Beckmesser al geen karikatuur van een Jood is (weer stof voor eindeloze discussie) dan staat hij toch alleszins voor het prototype van de “conservatieve” kunstenaar en Walter voor de “vernieuwer”. En of men nu in de personnages van Walter en Sachs al dan niet het beeld van Wagner zelf ziet, het stuk gaat, naast de menselijke kant, toch ook over zijn visie op kunst. Ik denk niet dat dat te ver gezocht is.

    En toch blijf ik, los van alle discussie, de enscenering van Kosky prachtig om naar te kijken vinden…