Weg met het regietheater!
Het regietheater floreert in veel Duitse operahuizen, maar Harald Schmidt heeft zich daar niets van aangetrokken in een nieuwe productie van Die Lustige Witwe voor de Deutsche Oper am Rhein in Düsseldorf. Het resultaat is prachtig: het geeft operette haar status terug.
Weg met het regietheater! Het zijn mijn woorden niet, al had ik het graag zelf bedacht. De zin komt uit de mond van Harald Schmidt, zelf een regisseur. Nou ja, een regisseur… Schmidt is meer dan alleen een regisseur. In Duitsland is hij een begrip. Men noemt hem een Duits equivalent van David Letterman. Hij regisseert, acteert, heeft een praatprogramma op tv, is cabaretier en entertainer.
En nu heeft hij samen met Christian Brey het onmogelijke mogelijk gemaakt: hij heeft operette haar status teruggegeven in een productie van Die Lustige Witwe. Dus: weg met het stoffige imago, weg met de ‘Anneliese Rottenbergs huisvrouwen truttigheid’, weg met de suffigheid en ingeslepen burgerlijkheid. Terug naar wat operette oorspronkelijk was: satire, scherpe dialogen en erotiek. Met een gezond stukje ‘schmalz’.
Denk nu niet dat hij niet regisseerde, want natuurlijk deed hij dat. Hij had het verhaal een beetje geupdated en verplaatst naar de jaren negentig. Zo waren er discobollen en luchtballonnen. En heel erg veel Jeff Koons. Van hem werden zelfs letterlijke ‘citaten’ geproduceerd: de (blauwe) balloon-dog, de tulips en het gebroken hart – dat als het kleine paviljoen fungeerde.
De dialogen (helemaal compleet!) waren een beetje aangepast – ‘vertaald’, noemde Schmidt het zelf. Dus zagen we Zwitserse minaretten, om van de bankroete banken nog maar te zwijgen. Nou ja, het klopte wel. En was herkenbaar.
Tussen de tweede en derde akte werd het wachten op decorwisseling mooi opgeleukt: Schmidt sprak het publiek toe via een van tevoren opgenomen band. Met verkeersberichten en veel (voor de outsiders niet altijd begrijpelijke) Düsseldorfse grappen.
Hij schuwde het niet om (alweer) een sneer richting zijn collega-regisseurs te laten uitgaan: ‘mocht je niet kunnen lezen, dan kan je nog altijd een operaregisseur worden’.
De uitvoering kon gewoon niet beter. Morenike Fadayoni was – letterlijk en figuurlijk – een prachtige Hanna. Haar visueel zeer spectaculaire entree was een beetje wobby, maar daarna herstelde zij zich en gaf haar rol alles wat het nodig had: kruid en peper.
Anett Fritsch was een heerlijke Valencienne, een lichtvoetige ‘spring in het veld’. Haar Rosillon (Eric Fennell) paste haar als een handschoen: hoog met de noten en met een hoog ‘blondgehalte’. Heerlijk.
Maar mijn hart werd, zoals het ook eigenlijk hoort, door Danilo gestolen. Will Hartmann (onthoud die naam!) was alles wat een hartbreker-macho nodig heeft: looks, bewegingen, dansen, en dan die stem!
De zaal was stamp- en stampvol. Opvallend was ook het aantal (zeer!) jonge mensen in de zaal, iets wat je niet vaak meemaakt.
Resumerend: de voorstelling was tegelijk grappig, geestig, melancholiek en sentimenteel. Ouderwets en vernieuwend, vertrouwd en inspirerend. Prachtig. Het retourtje Düsseldorf meer dan waard.
8Reacties
Let’s hope there will be a dvd, soon. And, please, more operettas à la Jeff Koons.
You can actually see (and hear) some of it on: http://www.youtube.com/watch?v=ViXVAshj5sc
Dank je, Kevin!
Zo leuk om nog eens de herinneringen op te halen ….
‘Anneliese Rottenbergs huivrouwen truttigheid’. Basia, bedoel jij soms de truttigheid van de sopraan Annelies Rothenberger?
Beste Henk,
in de jaren vijtig en zestig werd de operette zowat vermoordt.
Zoveel truttigheid (nee, ik val de arme Anneliese Rottenberger niet aan, zo deed iedereen het toen) … Logisch, dat jonge mensen het lieten afweten, terwijl operette van oorsprong juist vooruistrevend en sprankelend was.
Als je wat meer over operette wilt weten dan kan ik je het boek van Kevin zeer aanbevelen:
http://www.amazon.de/Glitter-Be-Gay-Homosexualit%C3%A4t-Operette/dp/393954213X
Operette werd niet “vermoord” in de jaren 50 en 60, maar vierde toen juist hoogtij. De enige die ooit een operette vermoord heeft, en wel in Nederland, is staatssecretaris en professioneel volksverheffer Rick vd Ploeg, die in 2001 besloot dat de Hoofdstadoperette, een uitstekend gezelschap, van het toneel moest verdwijnen. Geen allochtonen in de zaal, dan ook geen subsidie – een exemplarisch staaltje socialistisch cultuurbeleid.
Overigens, de “arme” (?) Rothenberger (niet: Rottenberger) trad bijvoorbeeld ook op in de Met en tijdens de Salzbuger Festspiele, was zelfs Lulu. En wat te denken van Schwarzkopf, die op YouTube een “Im Chambre Séparée” neerzet om je vingers bij af te likken? (http://v.youku.com/v_show/id_XNDMzNDU3NjA=.html)
Ook een stoffig operettehuisvrouwtje?
“Vooruitstrevend” is geen maatstaf voor operette. De tenenkrommende pogingen die de Hoofdstadoperette indertijd deed om zich alsnog van een “stoffig imago” (“stoffig imago”, de Moeder der Clichés) te ontdoen en “vooruitstrevend theater” te brengen, waren de laatste pijnlijke stuiptrekkingen voordat Vd Ploeg het gezelschap de doodssteek toebracht.
De operetteliefhebber begeve zich naar Wenen.
Beste Olivier,
mijn oprechte excuses voor de misspelling van de naam van Anneliese Rothenberger – ik ben een snelle “toetser”.
Wat operette betreft: lees het boek van Kevin Clarke.
Of tenminste zijn artikel daarover:
http://www.operetta-research-center.org/main.php?task=5&cat=5&sub_cat=16&id=00143
http://www.operamagazine.nl/achtergrond/377/operette-kan-ook-anders/