Cyrano de Bergerac giert van de passie
Cyrano de Bergerac zou de 121e rol van Plácido Domingo zijn, maar het is aan weinig te merken. Zijn magie is nog lang niet uitgewerkt. Hij vereenzelvigt zich volledig met zijn karakter en zingt met zoveel emotie dat het je wel wat moet doen.
In februari 2007 zong Domingo in het Palau de les Arts in Valencia de rol van Cyrano – een vrijbuiter die hopeloos verliefd is op zijn nichtje Roxane, maar zichelf vanwege zijn grote neus geen kans geeft. De voorstelling werd op dvd gezet door Naxos.
De tenor steekt met kop en schouder boven de rest van de cast uit. Alleen al bij zijn entree: een paar blinkende, strakke, volumineuze noten en pats, hij heeft de toon gezet.
In het begin vind ik hem wel wat kortademig, maar dat is vanaf de tweede akte voorbij. De manier waarop hij de tekst weerklank geeft in zijn zang is erg intelligent. Daarbij weet hij als geen ander emoties te uiten. Zijn liefdesverklaring onder het balkon van Roxane is heftig gepassioneerd en in de slotscène, waarin hij sterft, laat hij de spanning geen seconde verslappen. Domingo-magie zal het zijn, die kunst om zo rechtstreeks je hart aan te spreken.
Wat daar zeker aan bijdraagt, is dat Domingo tot aan de kleinste gebaartjes toe in de huid van Cyrano kruipt. Hij vereenzelvigt zich met het karakter dat hij speelt en wordt zo uiterst geloofwaardig.
Het orkest gaat fraai mee in de intense vertolking van Domingo en laat onder leiding van Patrick Fournillier de partituur van Franco Alfano nu en dan gieren van de passie.
Domingo’s klasse wordt door de rest van de cast niet geëvenaard, al is er geen reden tot veel klagen. Sondra Radvanovsky is zeker indrukwekkend als Roxane, maar dan vooral in de heftige passages. Haar forse, harde stem leent zich minder voor tere uitdrukkingen. Niettemin zet ze, ook met dank aan haar goede acteren, een sterk personage neer.
Rod Gilfry is een uitstekende De Guiche. Hij acteert een prima ‘slechterik’ en zingt met grote, stoere stem.
Arturo Chacón Cruz vind ik daarentegen tegenvallen als Christian, de jonge geliefde van Roxane. Zijn zang is nogal egaal, met weinig articulatie en weinig nuanceverschillen.
De kleinere rollen zijn wel sterk bezet, met mooie optredens van onder andere Corrado Carmelo Caruso als Ragueneau, Roberto Accurso als De Valvert en Nahuel di Pierro als Le Bret.
De regie is rechttoe-rechtaan. Geen modern gepruts dus, maar heldere, realistische decors, duidelijke scènes en veel ruimte voor de solisten om het verhaal te maken. Bravo.