DNO triomfeert met Tristan und Isolde
De wind weerhield donderdagavond veel operaliefhebbers ervan om naar Nationale Opera & Ballet te komen. Wie de code rood trotseerde, beleefde een ijzersterke première van Pierre Audi’s nieuwe productie van Tristan und Isolde.
Het eerste wat we zien als het doek opgaat, is dat Isolde Tristan probeert neer te steken met zijn eigen zwaard. Het zet de toon voor een regie die conflicten en contrasten aanzet. Tussen Tristan en Isolde, tussen licht en donker, tussen leven en dood. De noodlottigheid van de liefde tussen de twee hoofdpersonages domineert vanaf het begin de voorstelling.
In de eerste akte zien we grote ijzeren muren, als van een industrieel vrachtschip, over het podium schuiven. Het kille staal doet tevens dienst als bewegende gevangenismuur, die Tristan en Isolde inklemt en tot elkaar veroordeelt. Daarachter bevindt zich een helle, lichtgevende achterwand, als een onruimtelijk licht in plaats van een horizon. Complimenten voor lichtontwerper Jean Kalman.
De enscenering van de aktes twee en drie zijn variaties op dit thema. Het toneelbeeld is kaal en afstandelijk; de bezoeker die niet meegevoerd wordt in de muziek, zal soms wat meer visuele stimulatie willen. De personages zijn gehuld in betrekkelijk vorm- en kleurloze kleden en lijken soms op levende standbeelden, die bewegen als je een muntje in de pet gooit.
Tristan und Isolde gaat niet over actie of over plot. Daarvan is Pierre Audi zich bewust. Het is een werk waarin allerhande metafysische thema’s primair vertolkt worden in de muziek. Het Nederlands Philharmonisch Orkest zet onder leiding van Marc Albrecht meteen de spanning neer. Albrecht zet het Vorspiel beheerst in en verschiet zijn kruit nog niet. Die beheersing houdt hij de hele avond vast; de ontknoping van het liefdesduet in de tweede akte is eigenlijk het enige echte hoogtepunt.
De spanningsboog is voor het orkest merkbaar erg lang en soms verslapt de aandacht. Maar Albrecht doet meesterlijke dingen in de tempowisselingen, stelt muzikale oplossingen uit en pakt lange stiltemomenten. Niet voor niets krijgt het orkest al bij aanvang van de derde akte een staande ovatie.
De helden van de avond (Ricarda Merbeth als Isolde, Stephen Gould als Tristan) zingen en acteren eerst nog wat onderkoeld. Merbeth maakt gedurende de eerste akte steeds meer indruk en gaat overtuigend van berusting naar wanhoop. Als haar stem warm is geworden, heeft ze een formidabele, heldere klank en verstaanbare dictie. Een sterk duo vormt zij met Michelle Breedt (Brangäne).
Stephen Gould maakte een paar jaar geleden furore in Amsterdam als Siegfried in de Ring-productie van Audi. Met Tristan kan hij ook goed uit de voeten. Gould heeft een karamelkleurige stem en vooral een enorm, moeiteloos volume. In het begin staat hij wat onbeholpen op het podium, wat nogal vlak afsteekt tegen de wervelende emoties van Isolde. Na het drinken van de liefdesdrank komen Gould en Merbeth muzikaal nader tot elkaar en dan wordt het echt genieten. Het liefdesduet in de tweede akte is broeierig en krachtig. Steeds wenden ze zich af voordat ze elkaar vinden, waarna ze zich uiteindelijk naast elkaar neerleggen. De stemmen van Merbeth en Gould passen goed bij elkaar en versmelten in Wagners extatische liefdesmuziek.
Hoe fantastisch gezongen ook, het liefdesduet is ertoe veroordeeld om verstoord te worden door de binnenkomst van koning Marke (Günther Groissböck). Groissböck heeft een relatief korte monoloog, maar laat vanaf de eerste seconde zien waarom hij vanaf 2020 vijf seizoenen lang de nieuwe Wotan in de Ring in Bayreuth zal zijn. Wat een fabelachtige stem heeft deze Oostenrijkse bas met zijn 41 jaar: kernachtig, viriel, doorleefd. Zijn voorname présence, samen met zijn lange gestalte en brede torso, straalt in elke vezel koning Marke uit. Dit maakt hem de meest indrukwekkende Marke die ik ooit hoorde. (Kende u zijn vermelding op fanblog Barihunks al?)
Wie Tristan und Isolde ziet, verlangt natuurlijk naar de ontknopende ‘Liebestod’. Zeker na de vrij lange monoloog van Tristan in de derde akte. Voor de ‘Liebestod’ opent het toneelbeeld zich. Isolde staat in een zwart gewaad voor de achterwand, die steeds heller verlicht wordt, zodat alleen nog haar silhouet te zien is.
Geheel in lijn met het karakter van deze productie wordt de finale muzikaal beheerst uitgevoerd. Albrecht geeft met zijn orkest vooral podium aan de soliste. In plaats van de enorme climax die je soms hoort, vertolkt Merbeth een vrij tedere, maar wel heel indringende acceptatie van haar lot.
Tristan und Isolde is nog tot en met 14 februari te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
19Reacties
ben ik de enige die de enscenering saai vond, de kostuums ook, en in de derde acte echt raar: tristan en stuk doorgestikte deken vastgezet met ductape en de soldaten oude plastic zakken?
Marke was fantastisch, zodra hij opkwam gebeurde er iets.
Produktie al in Parijs gezien.
@ Stefan Caprasse
Nou en,bent u nu niet geweest dan ?
Het was een allerbeste Tristan und Isolde.
Nee (jammer blijkbaar)….
Het viel me op dat de recensies in de serieuze media niet veel aandacht besteden aan de rol van Kurwenal. In deze regie is hij een soms wat verweesd karakter maar hij wordt krachtig en soms kwetsbaar gezongen door Iain Paterson. Of dat conform de bedoelingen van Wagner is, moeten de kenners maar uitmaken. Ik was onder de indruk, zoals eigenlijk alle zangers indrukwekkend waren.
Het personage Melot dat in deze enscenering wordt opgevoerd stemt overeen met de legende. Daarin is Melot een ‘kwaadaardige dwerg’ die belust is op Tristans ondergang. Daarnaast kent de legende de figuur van Marjodo, Tristans vriend en wapenbroeder. Deze Marjodo heeft bij Wagner de naam Melot gekregen terwijl de echte Melot is geschrapt. Door een kreupele grijsaard op te voeren als Melot doet Audi recht aan de legende maar gaat hij volledig voorbij aan Wagners insteek. Hoe kan Audi’s Melot in vredesnaam ooit Tristans vriend en wapenbroeder geweest zijn? Laat staan dat hij het tegen hem op zou kunnen nemen in een tweegevecht. Door deze ingreep wordt onnodig verwarring gezaaid.
waarom zo weinig reacties??
Ben zelf niet geweest kan niet heb net zware operatie gehad dus helaas overslaan . Maar was wel benieuwd naar reacties en die zijn er niet veel. .O,a van de Heer Duppen niets gehoord en vele anderen
Jammergenoeg kan ik minder positief zijn over deze uitvoering van T&I. Het feit dat ik Günther Groissböck als Koning Marke in vocaal opzicht de ster van de avond vond en zijn (anders vaak zo saaie) monoloog ontroerend zegt al heel veel. Dan waren er een in mijn ogen vocaal oersterke maar ijskoude Tristan en een te lichte sopraan die haar vibrato zodanig gebruikt dat de toonhoogte er af en toe onder te lijden heeft…. Het NedPhO speelde prachtig maar Albrecht is geen Wagnerdirigent als Haenchen; die gaf zijn zangers áltíjd voldoende ruimte en Ricarda Merbeth verdronk toch echt te vaak in de orkestklank.
Dat DNO zo weinig oog heeft voor Nederlandse zangers is echt onbegrijpelijk; wat had ik graag Frank van Aken als Tristan gehoord, en indien mogelijk Eva-Maria Westbroek als Isolde, zoals ze dat ook al in Dresden zongen…..
Hopelijk laat het volgend seizoen wat meer Nederlandse zangers van internationale statuur zien dan de enkelingen van dit jaar.
Beste mijnheer Horsmeier, als U op deze site de bijdrage “Van de hoofdredactie” van 4 januari en de reacties daarop leest, zult u begrijpen waarom er op dit moment weinig animo is voor discussie bij een groep vaste reageerders.
mijnheer Horsmeier, natuurlijk veel belangrijker, daar had ik mee moeten beginnen: de beste wensen voor uw gezondheid.
ja hartelijk dank mijnheer deJong.
Ja heb gelezen het bericht van 4 jan. onbegrijpelijk dit erg jammer met groet Chris Horsmeier
@Chris Horsmeier: Van harte beterschap. Ik hoop dat U gauw uw geliefde opera’s weer kunt bezoeken.
Ik zou het mezelf erg kwalijk nemen als ik nu mijn reageerstop niet zou doorbreken, beste Chris. Bij dezen dus van harte een héél voorspoedige reconvalescentie toegewenst!
Ook van mijnentwege…
Allemaal heel Hartelijk dank voor de lieve woordjes doet me goed.
Verwacht wel weer dinsdag aanwezig te zijn bij Rake s Progress.
Chris Horsmeier
Ik ben gisteren bij een uitvoering van ‘Tristan en Isolde’ geweest. Ik heb een wat gemengde reactie, zowel bij de uitvoerenden als bij de regie.
Om met de regie te beginnen: Audi houdt het toneel mooi sober maar mijn probleem met deze regie zit in zijn interpretatie van dit stuk. A la Wagners geliefde filosoof Schopenhauer legt Audi in zijn regie de nadruk op onthechting van het aardse willen, waardoor de passie tussen Tristan en Isolde volledig achterblijft. Wat mij betreft gaat deze opera vooral over de verboden liefde tussen Tristan en Isolde, die (zoals Wagner benadrukt) in het aardse dus niet gerealiseerd kan worden omdat Isolde al voor Marke is bestemd en Tristan dus verraad pleegt aan zijn heer, koning Marke. Alleen door de liefdesdood, aldus Wagner, kan de liefde tussen Tristan en Isolde tot zijn recht komen. Dit lijkt mij overigens een vrij pervers idee maar het onderstreept de sombere kijk van Wagner op liefde. Audi laat dit eigenlijk weg en onderstreept de afstand tussen Tristan en Isolde, zelfs in de liefdesnacht in akte 2: Tristan komt aangerend maar blijft op meters afstand van Isolde zijn liefdesroes beleven. Ik vond het vervreemdend en niet passend bij de inhoud van het libretto. Dat libretto is af en toe ook werkelijk een draak van een stuk en ook het gegeven dat Tristan en Isolde pas na het drinken van een hulpmiddel (liefdesdrank) iets voor elkaar beginnen te voelen is nogal vreemd. Kort samengevat: dit libretto is ingewikkeld en soms gekunsteld, het plot evenzo maar in Audi’s regie staat de afstand tussen Tristan en Isolde veel te veel voorop, waardoor je als kijker en luisteraar emotioneel geen betrokkenheid bij het gebeurde ervaart. De soberheid van de beelden is wel erg mooi gedaan.
Dan muzikaal. Begin akte 3 maakte een deel van de strijkersgroep (Albrecht had ze anders zitten dan normaal: celli voor, contrabassen middenachter, 2e violen rechts van hem) een telfout: ze zetten te vroeg in en daardoor liep de coördinatie even finaal in de soep. Prachtig hoe Albrecht zich hier uitredde: eerst met een verbaasd gezicht, toen gaf hij driftig aan dat ze verkeerd zaten, begon langzamer te dirigeren om ze aan te sporen weer in de goede verhouding te komen en dit lukte uiteindelijk. Het liet zien hoe ervaren en goed Albrecht dirigeert: zeer energiek, met heel veel gebaren maar ook in staat om een klein bedrijfsongeval gelijk op te lossen. Dus een pluim voor Albrecht. Het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde energiek maar is qua niveau toch wel echt minder dan het Radio Filharmonisch of Rotterdam Philharmonisch. De althobosolo in akte 3 werd schitterend gedaan.
Qua zangers voldeden de meeste m.i. wel: Stephen Gould vond ik zondermeer indrukwekkend als Tristan: helder geluid, krachtig als het moest. De gekte die in Tristan kruipt na het drinken van de liefdesdrank gaf hij mooi weer. Voor zo’n complexe partij is dat een groot compliment waard. Ook Ricarda Merbeth was zeer indrukwekkend, al viel de slotscene mij wat tegen (goed gezongen maar geen betovering): energiek, helder stemgeluid, acteerde goed. Wat mij betreft eigenlijk niets op aan te merken (behalve het kleine minpuntje mbt slotscene). Minder geslaagd vond ik de Brangäne van Michelle Breedt: de uitvoering mistte karakter en bleef vlak. Petra Lang deed dit ooit veel beter. De rollen van Marke en Kurwenal werden schitterend gedaan. Door de regiekeuze kon er niet echt geloofwaardig geacteerd worden (de schepen uit akte 3 kwamen vu het publiek, etc, etc).
Al met al een geslaagde uitvoering met de nodige minpunten, die zowel in het libretto als in de muziek (de opera is echt te lang) als in de regie (te afstandelijk) als in de uitvoering lag.
NB. Chris Horsmeijer, (waar nog nodig) ook beterschap gewenst namens mij.
Mooie reactie van de heer Van der Wulp. Bezocht deze opera op zaterdag 10 februari en het viel mij niet mee. Hoewel dit de 4e maal was dat ik Tristan und Isolde zag vond ik vooral deze uitvoering erg lang duren. Dat lag niet aan orkest of solisten maar wel aan de regie van Audi: hoe kun je op zich al saaie (qua toneelbeeld) opera nog saaier ensceneren..
Denk wat dat betreft nog met genoegen terug aan de uitvoering van de Nationale Reisopera uit 2013 die er met veel minder middelen echt meer van maakte. En de uitvoering die ik in 2011 in München zag zal ik helemaal nooit vergeten (met Kent Nagano als dirigent en Nina Stemme, René Pape en de geweldige Ben Heppner als solisten).
Dag mijnheer Siebers!
Ik voel met u mee.
De mooiste Tristan und Isolde die ik ooit mocht meemaken: 1987 (?) DNO Jürgen Gosch.
Anna Minis – Tja, Tristan najaar 1987 onder Haenschen. Een fiasco. De slechtste Tristan-tenor die je maar kan bedenken, Georg Gray uit de VS. Tenenkrommend en krijg weer pijn aan mijn oren als ik aan hem terugdenk.
Rest van de cast was uitstekend. En dan Haenschen, die na alle aanvaringen met Gosch er eigenlijk helemaal geen zin meer in had.
Vond de regie en de enscenering op zijn minst vreemd en nietszeggend.
En als er één voorstelling veel te lang duurde dan was het deze wel.
Maar goed, wie ben ik en wie zijn wij?
Woensdag 7 februari de huidige productie gezien.
Geweldig … een topuitvoering … een weelde!
Deze avond had voor mij nog wel een uur langer mogen duren.