Frankfurt: Vasco da Gama in de ruimte
In navolging van de Deutsche Oper Berlin en andere Duitse operahuizen die de werken van Giacomo Meyerbeer de laatste tijd weer onder de aandacht brengen, brengt de Oper Frankfurt een nieuwe productie van L’Africaine, onder de titel Vasco da Gama. Een uitstekende voorstelling.
Giacomo Meyerbeer (1791-1864) stierf een jaar voordat zijn laatste opera in première ging. Waarom het werk de geschiedenis is ingegaan als L’Africaine is niet helemaal duidelijk: de Afrikaanse Sélika uit de titel is waarschijnlijk geen Afrikaanse, maar een Indische, en Meyerbeer zelf noemde zijn zwanenzang consistent Vasco da Gama, naar de beroemde Portugese ontdekkingsreiziger.
Meyerbeer was de meest succesvolle operacomponist van de negentiende eeuw. De Duitse componist had een kameleontische gave: hij leerde het vak van zowel een Duitse grootmeester, Zelter, ook de leraar van onder anderen Spohr, als van een Italiaanse grootmeester, Antonio Salieri. Al snel lonkte het Italiaanse operaleven, waar hij binnen de kortste keren furore maakte. Vervolgens trok hij naar Parijs, het centrum van de Europese opera. Daar tilde hij het genre van de grand opéra naar een hoger plan.
Meyerbeer-opera’s zijn spektakels, vergelijkbaar met de Hollywood-blockbusters van vandaag de dag. De populariteit van Meyerbeer was zo groot dat hij gezien werd als de meest invloedrijke componist in Europa. Dit tot grote ergernis van Richard Wagner, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de afnemende populariteit van Meyerbeer.
Als Jood werd Meyerbeer gedurende de Tweede Wereldoorlog niet meer gespeeld. Na de oorlog vond zijn oeuvre niet echt meer zijn weg terug naar het vaste repertoire van operahuizen. Maar vandaag de dag lijkt er sprake te zijn van een Meyerbeer-renaissance, vooral in Duitsland.
In space
Het verhaal van L’Africaine, geschreven door librettist Eugène Scribe, draait om de Portugese ontdekkingsreiziger Vasco da Gama, zijn geliefde Inès (die gedwongen trouwt met Don Pedro) en de inheemsen Sélika en Nélusko.
In Frankfurt was de opera in de handen gelegd van regisseur Tobias Kratzer, later dit seizoen bij De Nationale Opera (DNO) verantwoordelijk voor Les contes d’Hoffmann. Het is alweer de derde Meyerbeer-opera die hij onder handen neemt.
Kratzer maakt van Vasco de Gama een ontdekkingsreiziger in de ruimte (de wereld is immers al ontdekt) en maakt daarmee op ondoorzichtige wijze duidelijk dat Meyerbeer in onze tijd eerder een succesvolle filmcomponist zou zijn geweest dan een operacomponist. Sélika en Nélusko lijken beiden uit de film Avatar te komen en tijdens de intro van de vierde akte wordt door middel van het projecteren van een tekst naar Star Wars verwezen.
‘Vasco da Gama in space’ werkt eigenlijk prima. Het levert een redelijk tekstgetrouwe operaproductie op, geholpen door het feit dat Scribe en Meyerbeer in het vage bleven over waar de twee inheemsen vandaan kwamen.
Claudia Mahnke en Kirsten MacKinnon
Een Meyerbeer-opera bezoek je uiteraard voor de muziek en de zangers. De uitvoering in Frankfurt stond onder leiding van Antonello Manacorda, die er mijns inziens niet in slaagde om de muziek de diepgang te geven die het moet hebben. Hij dirigeerde te oppervlakkig en bracht de pracht die Meyerbeer-werken in zich hebben onvoldoende voor het voetlicht.
Aan de cast lag het niet. Het zangersensemble, op Vasco na allemaal zangers uit eigen huis, was uitstekend. Bijzonder dat een operahuis een dergelijke opera volledig met eigen zangers kan bezetten, zangers die bovendien niet onderdoen voor de wereldsterren die bijvoorbeeld in de productie van de Deutsche Oper stonden.
De ster van de avond was mezzosopraan Claudia Mahnke als Sélika. Zij is sinds 2006 lid van het ensemble van Frankfurt en is nauwelijks daarbuiten te horen. Ondanks dat ze wat raar moest bewegen – wel logisch, ze moest zich de motoriek van een buitenaardse blauwe aanmeten – was haar Sélika vocaal van een hoog niveau. Haar lichte mezzosopraan is ideaal voor deze rol.
De Oper Frankfurt had de Amerikaanse tenor Michael Spyres aangetrokken voor de zware rol van Vasco da Gama. Spyres, een paar seizoenen geleden bij DNO te bewonderen als Libenskoff in de succesvolle Viaggio a Reims, heeft een prachtige, lichte belcantostem, maar Vasco is naar mijn smaak iets te zwaar voor hem. De rol vraagt om een heroïsche tenor, en die heeft hij niet. In enkele passages forceerde hij te veel. Zijn stem is niettemin prachtig, dus er viel zeker veel te genieten.
De prima bariton Brian Mulligan, volgend jaar te zien in Madama Butterfly bij DNO, zong Nélusko. Soms wat grof, soms juist te licht.
De verrassing van de avond was Kirsten MacKinnon, toekomstig ensemblelid. Ze bracht een prachtige lyrische Inès ten gehore. Haar openingsaria zette de toon voor de avond. De winnares van de Metropolitan Opera National Council Auditions 2017 maakte de verwachtingen helemaal waar. Naast Claudia Mahnke maakte zij de show.
Het geheel werd geregistreerd voor een cd-uitgave van het label Oehms, dat veel meer Frankfurter producties vereeuwigt. Voor Meyerbeer-fans uiteraard een must, maar ook interessant voor ‘gewone’ operafans, want veel opnames zijn er niet van het werk. Naast wat oudere liveopnames bracht CPO drie jaar gelden een ‘complete’ uitvoering uit, gemaakt in Chemnitz. Deze Vasco da Gama was iets korter dan die uit Chemnitz, maar toch bijna compleet. Zeker de moeite waard!
Vasco da Gama is nog tot en met 2 april te zien. Zie voor meer informatie de website van de Oper Frankfurt.
1 Reactie
Op opusklassiek besprak Paul Korenhof eerder een cd-uitgave van Vasco da Gama en ging daarbij in op de wat merkwaardige titel waaronder het werk bekend werd, L’africaine. Zie daarvoor: http://www.opusklassiek.nl/cd-recensies/cd-pk/pkmeyerbeer02.htm.