FeaturedOperarecensie

Flitsende Zauberflöte uit Tatarstan

Het Zuiderstrandtheater in Den Haag fleurde paaszondag op met een uitstekende productie van Die Zauberflöte door de rondtoerende Staatsopera van Tatarstan. Het tempo lag hoog, gesproken dialogen waren er niet. Een vlotte voorstelling.

Scène uit Die Zauberflöte. (© Staatsopera van Tatarstan)

Als de laatste noten van ‘O zittre nicht, mein lieber Sohn’ hebben geklonken, tilt de Koningin van de Nacht haar rokken een beetje op en gaat af, Tamino verbijsterd achterlatend. Zodra het applaus voor de perfect uitgevoerde aria is weggeëbd, kijkt de prins naar het portretje van Pamina. Ongemerkt heeft hij dit toegestopt gekregen, voorzien van zijn marsorders: red mijn dochter uit de klauwen van die schurk Sarastro.

Zoveel was duidelijk: deze Zauberflöte werd gespeeld zonder gesproken dialogen en daardoor duurde de voorstelling een half uurtje korter dan gebruikelijk. Niet iedereen zal dat op prijs stellen, maar ik vond het prima. Sterker nog, die eindeloze gesprekken met hun trage, oudbakken humor en pseudogewichtige beschouwingen over het goede in de mens, een nieuwe harmonie enzovoort maken dat ik altijd een beetje opzie tegen een voorstelling van deze opera. Zonder al dat geklets komt de nadruk meer te liggen op de muziek van Mozart en minder op de teksten van Schikaneder, und das ist gut so.

Komt bij dat dirigent Andrei Anihanaov een hoog tempo aanhield, zonder daarbij de zangers in de problemen te brengen. Ben je gewend aan Karl Böhm, dan zat je tijdens de ouverture met wapperende haren. Maar het klonk allemaal zeer goed verzorgd.

Regisseur Andrew Botha hield het verhaal zo luchtig mogelijk, met kleine grapjes door gemaskerde figuranten en veel ruimte voor de muzikale invulling. Zo kwam Sarastro in deze productie minder over als dictatoriale sekteleider – lees: fascistoïde etterbuil – simpelweg omdat hij alleen maar zong. In een poging tot politiek correct handelen had de uit Zuid-Afrika afkomstige Botha ervoor gekozen om Monostatos als blanke duivel (met bijbehorend kostuum) op het toneel te zetten. Een detail, meer niet; hij zong nog steeds dat hij zwart is.

Het decor was een collage van Egyptische parafernalia, waarin verrassenderwijs ook ruimte was voor een paar gotische bogen. Het zal wel multifunctioneel zijn: straks weer Aida, daarna iets uit de middeleeuwen. Het vormde een kleurrijk geheel, prettig om naar te kijken. Sowieso was de hele productie het aankijken waard en dankzij de goed verzorgde muziek werd het een plezierige middag in het Zuiderstrandtheater.

Promotiebeeld van Die Zauberflöte.

Uitblinker was Olga Vutiras als Koningin van de Nacht. Zij zong haar twee grote aria’s gewoon perfect. Alle noten waren loepzuiver, zonder ook maar ergens te forceren. Kennelijk is ze vooruitgegaan, want op YouTube staat een filmpje van een tijdje geleden waarin het toch wel wat minder gaat.

Haar tegenstrever Sarastro werd vertolkt door Sergei Kovnir, naar mijn smaak iets te baritonaal voor deze rol en in zijn ‘Heilige Hallen’ niet overal in de pas met de partituur. Niettemin een adequaat optreden.

Prins Tamino was in handen van Manolito Franz: type Wunderlich, heel lyrisch. Een mooie vertolking. Zijn maatje in de zoektocht naar Pamina was Arthur Islamov. Hij speelde zijn Papageno zoals hij eruitzag, als een kwajongen. Die twee zijn als het duo Shrek en zijn ezel, maar zonder de dialogen raakt dat aspect natuurlijk snel op de achtergrond. Ook de tamelijk vulgaire humor die blijkt uit de keuze van een toverfluit en een klokkenspel als hulpmiddelen op hun queeste kwam hier nauwelijks uit de verf. Maar ook dat kan gemist worden.

Solo wist Islamov beslist te overtuigen, zowel qua zang als acteren. Alleen in het duet met Pamina klonk het allemaal wat moeizaam, ook van haar kant. Waarschijnlijk was het wat onwennig vanwege de dubbele bezettingen die de Staatsopera tijdens zijn tournee hanteert.

Gulnora Gatina zette een prachtige Pamina neer. Gatina is het sieraad van het gezelschap, gelet ook op haar optreden in andere producties. Ze wist haar reputatie geheel waar te maken. In haar aria ‘Ach ich fühl’s’ viel alles op zijn plaats, schitterend gezongen.

De bijrollen van de drie Dames en de drie Knapen waren goed bezet. De andere bijrollen waren wat onopvallend. Papagena kwam alleen even op voor haar ‘Pa-pa-pa-duet’, de scène waarin ze met Papageno spreekt als oud vrouwtje was uiteraard komen te vervallen. Voor wie het verhaal een beetje kent, was dit geen probleem en daar dacht men in de uitverkochte zaal van het Zuiderstrandtheater kennelijk ook zo ver. Een ovatie viel de uitvoerenden ten deel.

Die Zauberflöte is alleen nog vanavond (3 april) te zien, in De Meervaart in Amsterdam.

Vorig artikel

Kremer en Netopil delen hoofdrol in Salome

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Paul, Plácido en Anna

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

1 Reactie

  1. Willem
    6 april 2018 at 17:37

    Gulnora Gatina, die nog niet meer in de Europese opera’s wordt uitgenodigd, Luik, Berlijn, Amsterdam, Duisburg of Praag, Dresden, ect. Ja, geluk is zeker ook een factor. Dit jaar geen extra voorstelling van de Opera of the Night, een gemiste kans.