Tito: Requiem voor een clemente keizer
Grootse jubel van het premièrepubliek bij De Nationale Opera voor La clemenza di Tito afgelopen maandag, jubel die regisseur Sellars de keizer onthield. Bij hem en dirigent Currentzis een slot vol droefheid omdat Tito, anders dan bij componist Mozart en librettist Mazzolà, sterft.
Dankzij de complete geluidsopname op YouTube van de spraakmakende Salzburgse opvoering vorig jaar van La clemenza di Tito, konden we ons goed voorbereiden op de eigenzinnige aanpak van dirigent Teodor Currentzis. Zoals in de ouverture waar de gecomponeerde pauzes (fermates) net iets langer duurden dan gebruikelijk. Of de spannende versnellingen of juist teruggenomen tempi waarmee ieder segment in de ouverture werd uitgelicht. Een proces dat zich uitstrekte over de gehele weergave van de partituur zoals Wolfgang Mozart die in 1791 voltooide ter opluistering van de nieuwe koning van Bohemen, alias de Habsburgse keizer Leopold II.
Musici uit Perm
Het door Currentzis opgebouwde orkest musicAeterna (niet te verwarren met het Belgische orkest Anima Eterna van Jos van Immerseel) volgde hem in alle virtuositeit en passie. Overigens een orkest uit Rusland met als standplaats Perm. Ook het bijbehorende koor komt daarvandaan. Je vraag je af: had het Nederlands Kamerorkest niet net zo uitstekend gespeeld onder Currentzis? En het zo vaak geprezen koor van De Nationale Opera, zou dat niet op hetzelfde hoge niveau hebben gepresteerd? Weliswaar komt deze productie voort uit een samenwerking met de Salzburger Festspiele en de Deutsche Oper Berlin, maar het budget dat er mee gemoeid is, zal gigantisch zijn. Alleen al de huisvesting gedurende drie weken van 50 orkestmusici en 40 koorleden.
Voor het beeldwerk moesten we in de voorbereiding genoegen nemen met losse opnamen van een aantal aria’s die de persoonlijke aanpak van regisseur Peter Sellars onthulden. Weliswaar verwacht, maar in het echt te zien en te horen, leverde dat toch een enorme verrassing op. Zoals de weergave van de aria ‘Parto, parto, ma tu ben mio’ (‘Ik ga, maar jij, mijn lief’) door de mezzosopraan Paula Murrihy in de rol van Sesto. Die richt zich in zijn volledige onderworpenheid uit liefde tot Vitellia, de Romeinse vrouw die keizer Tito dood wenst omdat hij haar niet uitkoos als echtgenote en keizerin. Die rol was perfect bezet met de Russische sopraan Jekaterina Sjerbasjenko. Haar ietwat scherpe, felle geluid paste goed bij het jaloerse, gemene karakter van deze manipulerende vrouw.
Liggende klarinet
Maar in de regie van Sellars was Vitellia niet aanwezig bij ‘Parto’. Sesto zong haar partij als een meditatie voor zichzelf, met veel spannende stiltes en geraffineerde frasering. De expressieve zang van Murrihy werd op het podium letterlijk en figuurlijk begeleid door de klarinettist die de weergaloos mooie partij voor bassethoorn speelde. Florian Schuele vlijde zich zelfs op de vloer bij de inzet van het tweede deel van de aria (‘Guardami’/ ‘Kijk mij aan’) en blies de tedere lijnen in samenspel met Sesto die als een verliefde partner naast hem ging liggen. Het premièrepubliek ontplofte bijkans in de bijval voor dit staaltje emotietheater.
Eendrachtig streefden Currentzis en Sellars naar emotietheater. De wervelende gevoelens van de diverse personages werden zo emotioneel mogelijk uitgediept, zowel in de muzikale voordracht van aria’s en ensembles als in de visuele ondersteuning met ritmische handgebaren. Ook door het schrappen van hun inziens overbodige recitatieven. Zij traden daarmee in het voetspoor van componist Mozart en zijn librettist Mazzolà. Die verbouwden de opzet van een ouder voorbeeld uit de traditie van de opera seria. Ze legden de expressie van de gevoelens in een veelheid aan aria’s en vooral ensembles en beperkten de recitatieven.
Sellars en Currentzis gingen nog een stap verder: zij schrapten heel wat tekst om de spanning erin te houden. In het eerste van de twee bedrijven deed dat niet veel schade aan de volgbaarheid van het verhaal. In het tweede bedrijf echter vielen er rare gaten, zoals direct aan het begin. Daar bleek de hele tekst geschrapt waarin aan Sesto ( die een aanslag op keizer Tito uitvoerde) wordt verteld dat zijn plan is mislukt; Tito leeft!
Rouwcultuur met Kyrie
In plaats daarvan bedachten Sellars en Currentzis een scène waarin het Romeinse volk in hedendaagse massa-rouwcultuur bloemen, lichtjes en knuffels neerlegde voor de ‘gesneuvelde’ geliefde keizer. De massa zette de zang in van het ‘Kyrie eleison’ uit Mozarts Mis in C, KV 427, een statige compositie die het Russische koor met een pracht aan vocale kleuring tot klinken bracht. Waarna Annio, vriend van Sesto, doodleuk zijn aria ‘Torna di Tito a lato’ (‘Keer terug aan de zijde van Tito’), inzette. Dan moet je als toeschouwer goed in de stof zitten om de hinkstapsprong te volgen. Overigens zong Jeanine de Bique deze aria met inkervende expressie en met eenzelfde schoonheid als haar solo in het voorafgaande ‘Kyrie eleison’. Zij klonk ook als een perfecte partner in combinatie met de Servilia (op wie Annio verliefd is) van Janai Brugger.
Tito als Mandela
Voor de rol van Tito was de tenor Thomas Russell aangetrokken. Een zwarte zanger omdat Sellars in de persoon van Tito overeenkomsten ziet met de Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder en clemente president Nelson Mandela. In een uitvoerig opstel ‘Mozart en Mandela’ in het programmaboek, stelt Sellars onder meer: ‘Mijn eerste indruk van La clemenza di Tito was dat Mozart tijdens zijn laatste dagen een muzikale biografie van Nelson Mandela had geschreven.’ Ook Tito’s hofdignitaris Publio was een zwarte zanger, de fameuze bas Sir Willard White, die zijn 25ste rol speelde bij DNO sinds zijn debuut in 1976.
Zowel in zijn voorkomen met het uiterlijk van een overmaatse bodybuilder in een te strak kostuum als in zijn vocale uitingen met een opgedreven, stentor-tenor, leek Russell in niets op Nelson Mandela, en nog minder op de milde Tito. Deze rolbezetting was voor mij niet geloofwaardig. Sellars leek zelfs in de personenregie de ongedurigheid en onbalans te benadrukken in het karakter van Tito, die inderdaad zwalkt tussen gevoelens van haat en vergevingsgezindheid jegens Sesto.
Door de schrappingen in tekst, en door de voorbereiding van de aanslag in beeld te brengen (Sesto en zijn kornuiten krijgen bomgordels om, terwijl het orkest de donkere muziek van Mozarts ‘Adagio’ en ‘Fuga KV 546’ speelt) dwong Sellars het verhaal naar een noodlottige afloop, namelijk dat Tito sterft. Hij had de aanslag dan wel overleefd, maar flink gewond liet Sellars hem oprollen in een enorm ziekenhuisbed. Emotie alom!
Requiem compleet
Terwijl het volk en zijn entourage hem met jubelzang loofden en zegen uit de hemel afsmeekten (Mozart moest natuurlijk zijn keizer/koning Leopold strelen) rukte Thomas Russell alle slangen en infusen los, sprong uit bed en viel dood neer! Sellars nam de tekst die Tito als laatste zingt, letterlijk: ‘Beëindig, eeuwige Goden, mijn levensdagen op de dag dat het welzijn mij niet langer een zorg zal zijn.’ Waarna orkest en koor de smartelijke zang inzette ‘Hij heeft mij met bittere kruiden verzadigd’ uit de Maurerische Trauermusik. Het requiem voor een clemente keizer dat Sellars in Mozarts opera ziet, was compleet.
Dat drukte zich al vanaf het begin uit in de volstrekt kale en geheel in zwart gehulde enorme podiumruimte. Daarin schoven en daalden sculpturen (ontwerp George Tsypin, de onvergetelijke vormgever van de Ring), op diverse wijzen belicht (James Ingalls) dat de ruimte accentueerde. De kleurrijke en fantasievolle kostuums die Robby Duiveman (DNO’s directeur kostuums, kap en grime) ontwierp voor het Romeinse volk, verzorgden een zilveren rand aan de sombere setting.
La clemenza di Tito wordt nog tot 24 mei gespeeld. Informatie over data en kaarten vindt u op de website van De Nationale Opera.
17Reacties
Helemaal mee eens Franz! Hier lees je mijn bespreking: https://www.cultureelpersbureau.nl/2018/05/la-clemenza-di-tito-verzengende-vertolking-door-teodor-currentzis-musicaeterna/
Helaas kan ik het enthousiasme voor deze productie niet delen. De voorstelling die ik gisterenavond bezocht klonk in mijn oren nogal vlak en zeer onevenwichtig.De tempi waren aanstellerig langzaam om niet te zeggen pervers.De prachtige aria van Sextus met solo klarinet “Parto, ma tu” werd wreed uit elkaar gerukt en de stiltes werden betekenisloos omdat ze veel te lang duurden. Als je de ontroerende passages nog eens extra muzikaal onderstreept wordt het edelkitsch.De scene met de grote aria van Titus “Se all’imperio, amici Dei” die de arme Russell Thomas liggend in een ziekenhuis moest zingen tijdens zo te zien een epileptische aanval werkte bij het publiek op de lachspieren.Zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen.De secco recitatieven van vermoedelijk Franz Anton Süssmayr waren weggelaten maar ook de recitativo accompgnato van Mozart zelf. Ter vervanging van de eerste kregen we prachtige fragmenten uit andere composities van Mozart en ter vervanging van de tweede wat riedeltjes op een klavecimbel.De koor fragmenten waren nog de sterkste onderdelen van deze voorstelling omdat de dirigent daar de natuurlijk stroom van de muziek volgde. De solisten waren over het algemeen redelijk tot goed. Ekaterina Scherbachenko slikte nog al eens haar coloraturen in en had ook niet echt de laagte die voor de rol van Vitellia nodig is. Sir Willard White is nog steeds een indrukwekkende gestalte op het toneel maar hij zingt wel constant tegen de toon aan.De regie van Peter Sellars kende weer de bekende ingrediënten. Een geforceerd concept waarbij de tweede akte nauwelijks te volgen was. De rituele handgebaren van het koor. Het eeuwige ziekenhuisbed dat ook al dienst deed in Theodora in Glyndebourne en Pelléas en Mélisande van DNO. Door het opwekken van vals sentiment bracht deze voorstelling geen enkele ontroering te weeg.Prachtige herinneringen heb ik gelukkig aan voorstellingen van deze geweldige opera onder Muti in de Felsenreitschule in Salzburg. Aan de uitvoering in Het Concertgebouw onder leiding van Sir John Eliot Gardiner en aan de voorstellingen in de Stadsschouwburg in Amsterdam in de regie van Sanjust en met Anthony Rolfe Johnson als Tito Vespasiano en Roberta Alexander als Vittelia.
De eerste uitvoering van deze opera in Nederland was in 1809 in Amsterdam in het Italiaans.Er volgden nog voorstellingen in het Duits in december 1823 en in het Nederlands in 1840.
Het zal flink wat kosten, en het Operakoor en Nederlands Kamerorkest zijn uitstekende ensembles, maar het was voor mij overweldigend om het fenomeen Currentzis mee te maken met koor- en orkestleden die volledig op hem ingespeeld zijn en zijn muzikale visie om weten te zetten in een sensationele klank. In combinatie met de uitstekende zangers was dit muzikaal een zeer memorabele avond!
Ben het helemaal eens met Rudolph Duppen.
De regisseur vindt zich belangrijker dan de componist.
Een uitvoering uit De Munt die ik in mijn jonge jaren, begin tachtiger jaren op TV zag heeft mijn belangstelling voor deze opera gewekt. Ook modern maar trouwens aan Mozart.
goedemorgen ben het helemaal eens met Dhr,Rudolph Duppen.
Was blij weer naar de opera te kunnen na mijn operatie in januari en daarna een hartaanval. Ging gelukkig redelijk goed maar helaas wat een teleurstelling qua zang ging het wel maar dit zag er toch niet uit jammer dat zo een mooi werk zo wordt verkracht zowel regie als muzikaal.
Het enige wat mij zeer boeide was de aria van Sesto PARTO PARTO,
met de basklarinettist op he toneel alles uit het hoofd spelend schitterend
maar ook prachtig gezongen.
Haar 2 de aria Deh, per questo viel weer erg tegen ook door de muzikale opvatting dirigent jammer.
Een zeer zwakke Vitellia en Tito die bij zijn eerste noten al 3x oversloeg.
Nee de mooiste was nog met Charlotte Margiono en Vesselina Kaserova,ook een vreselijke uitvoering met al die containers.
Hoop dat het werk een der mooiste van Mozart een zeer mooie en prachtige revanche krijgt zeer spoedig.
Was en ben erg teleurgesteld.
@Chris Horsmeier. Ik ben blij dat U weer naar de opera kunt gaan na uw nare medische problemen.Ik wens U het allerbeste toe.
De vorige La Clemenza di Tito van DNO was ook weinig oogstrelend maar was muzikaal een veel evenwichtigere voorstelling op de bizarre recitatieven na.Ik ben helemaal niet tegen geactualiseerde producties maar als de muziek geweld wordt aan gedaan kom ik in opstand.Voor een muzikaal en scenische mooie voorstelling moet U volgens de recensies bij de Opera van Vlaanderen zijn.
Helaas tè weinig kunnen regisseurs die een opera naar hun hand zetten op mijn bijval rekenen maar wanneer dit gebeurt met de gouden handjes van Sellars en Currentzis zoals bij La clemenza di Tito, is er voor mij sprake van de opwindendste operabelevenis van deze en de vorige eeuw.
Dagenlang al leed ik aan enige vorfieber (ik verzin maar even een woord) bij de gedachte dat ik zondag op twee meter afstand mijn, mag je wel zeggen, idool Currentzis met zijn MusicAeterna aan het werk zou zien en het was even slikken om twee uur te horen meedelen dat hij wegens ziekte verstek moest laten gaan. Nou, het was slechts de magie van zijn aanwezigheid die voor mij ontbrak want de verrichtingen van het fabuleuze koor en orkest met Teodors elegante remplacant deden in mijn oren niet onder voor de YouTube-registratie van Salsburg `17.
De Titovertolker voldeed meer dan voldoende. De overigen waren van het niveau van de terechte Singer of the World 2009 Ekaterina Scherbachenko.
Dank, meneer Audi en beterschap, meneer Currentzis.
Of Leo Riemens zaliger deze productie op prijs zou hebben gesteld betwijfel ik maar vermoedelijk zou hij na het meemaken ervan aan La clemenza di Tito meer aandacht besteden dan de luttele regels die hij er in zijn Groot Operaboek (uitgave `59) aan wijdde.(En tegen zijn gewaardeerde gewoonte: geen aria`s plus hun inhoud.)
Ondanks alle juichende recensies tè veel lege plaatsen zondagmiddag bij deze opera/muziektheatersensatie. Maar opera is -gelukkig- dan ook geen songfestival.
geachte Heer van den Berg mag ik vragen wie dan de vervanger was??
Zeer terechte vraag n.a.v. zo`n omissie, beste Chris (mag ik toch wel zeggen?). Maar, aangeslagen als ik was, heb ik geen iota verstaan van de naam. Ongetwijfeld iemand uit de eigen gelederen van de Opera van Perm.
Ik maak van de gelegenheid gebruik ook jou een voorspoedig herstel toe te wensen!
geachte Heer van den Berg.
Goedemorgen.
Fijn voor U snelle reactie en bedankt voor U mooie woorden.
U mag zeker wel Chris zeggen.
tot horens eventueelmijn mail adres is c.horsmeier@kpnmail.nl
Heer Rudolph Duppen.
Wil,U hartelijk danken voor de reactie doet me erg goed.
Kom nog uitgebreid terug op La Clemenza.
Vriendelijke groet.
De zieke Currentzis werd zondagmiddag 13 mei op zeer korte termijn vervangen door zijn assistent-dirigent Artem Abashev. Een fenomenale prestatie waarvoor hij terecht zeer veel lof kreeg toegezwaaid!
@Peter Bierma: de productie waar u op doelt was die van Karl-Ernst en Ursel Herrmann in 1982. Deze betekende een revolutie in de geschiedenis van de operascenografie en tevens van die van Mozarts opera. De door mij ingelijste foto van een scène hieruit op de cover van Opernwelt siert al 36 jaar mijn werkkamer. Zondag is Karl-Ernst Herrmann ons ontvallen.
@Peter en Kersten: Heb ik toen ter plaatse gezien. Inderdaad een legendarische produktie! Het was één van de eerste sucessen van het Gerard Mortier – tijdperk. Karl-Ernst Hermann heeft daarna nog ‘legendarische’ Mozartprodukties gemaakt in de Munt: La finta gardiniera (!), Don Giovanni, Die Entführung en Die Zauberflöte. (Cosi fan tutte was, denk ik, wel in zijn decors maar in de regie van Luc Bondy)…
@Stefan: die sensationele Finta giardiniera van jullie Nationale Opera met de gehele originele cast te gast in de A`damse Stadsschouwburg ihkv het Holland Festival 1987, ik krijg er nòg weer de rode oren van bij de herinnering eraan!
@Stefan en Kersten:Inderdaad een onvergetelijke La Finta giardiniera ihkv het Holland Festival. La Clemenza Di Tito uit de Munt herinner ik me ook van de TV uitzending. Ik meen me te herinneren dat Stuart Burrows op glorieuze wijze de hoofdrol zong.
Inderdaad Stuart Burrows en oa Alicia Nafé als Sesto. Later is de produktie nog hernomen met andere bezettingen.
Die ‘Finta gardiniera’ (onvergetelijk inderdaad!) werd de eerste keer in een klein theatertje gegeven in het Warandepark van Brussel – waar het prachtig in paste. Later werd het hernomen in de Munt zelf en zelfs in de Antwerpse Singel -minder sfeervol maar als het licht uit is merkt men het verschil niet…