Opera Zuid zet Ballo fraai in scène
Dinsdagavond bereikte Opera Zuid de Stadsschouwburg Utrecht tijdens zijn tournee met Verdi’s meesterwerk Un ballo in maschera. In de coproductie met de operahuizen van Nancy, Luxemburg en Nantes blonken vooral de mooie enscenering en de kostuums uit.
Un ballo in maschera is een opera met een conflictueuze ontstaansgeschiedenis. Giuseppe Verdi componeerde vanwege problemen met de censuur meerdere versies. Het is ook een opera die sterk is geïnspireerd door Verdi’s bewondering voor Shakespeare en diens voorliefde voor dramatische tegenstellingen. Verdi maakte voorafgaand aan Un ballo in maschera een grondige studie van Shakespeares King Lear en de invloed daarvan is volop aanwezig in deze opera. De integriteit van de koning wordt door Verdi stevig aan de kaak gesteld.
Interessant is dat de opera is gebaseerd op waargebeurde omstandigheden en personages uit het historische Stockholm van de achttiende eeuw. De koningsmoord op Gustavo III vond plaats in 1792, in het door hem zelf opgerichte operahuis van Stockholm, tijdens een gemaskerd bal. Vanwege zijn verlichte ideeën had de koning vijanden, die zich bedreigd voelden door zijn humane hervormingen. Onder hen was de vroegere kapitein van de lijfwacht, Anckarström, een fanaticus, die in de opera een hoofdrol heeft.
In Un ballo in maschera zoekt koning Gustavo III naar vrijheid. Hij wil zich aan zijn status onttrekken, onder meer door zich te vermommen. Hij flirt meer dan eens met de gevaren die dat met zich meebrengt. Ook daagt hij bovennatuurlijke krachten uit met zijn bezoek aan de waarzegster Ulrica. De page Oscar, de zonnige alter ego van Gustavo, verleidt hem tot deze frivoliteiten en ondersteunt hem in zijn drang naar vrijheid. Verdi toont de gehele hofhouding vermomd en verkleed op de bühne. In het noodlottige einde toont hij het destructieve effect van deze houding.
Verdi heeft veel muzikale en dramatische contrasten gecreëerd, die zich manifesteren in de afwisseling tussen majeur en mineur, tussen licht en donker. Ook de tegenstellingen tussen serieuze en lichtvoetige elementen, tragiek en humor, subliem en banaal spelen een belangrijke rol.
Uit de enscenering en uit interviews met dirigent Karel Deseure en regisseur Waut Koeken blijkt dat zij deze opera van Verdi grondig bestudeerd en begrepen hebben. Dat genereert grootse verwachtingen. Maar daarom bevreemdde het mij dat orkest, zangers en koor af en toe erg over de top speelden en zongen. Op sommige momenten werd het zelfs wat karikaturaal, wat ten koste ging van de inleving in de rollen, de verstaanbaarheid en de vocale kleuring.
De enscenering van Koeken is overtuigend. Hij gebruikt een theater in het theater, gebaseerd op het Markgräfliche Opernhaus in Bayreuth. Iedereen in de opera draagt een masker. Pas aan het einde van de opera, na de moord op de koning, legt iedereen zijn masker af en loopt ook de vermoorde koning het licht tegemoet.
De wat kitscherige pronkbühne is het podium dat de koning voor zichzelf en zijn hofhouding heeft gecreëerd. De spelende Gustavo III (Adriano Graziani) wordt voortdurend geschaduwd door zijn zonnige alter ego, de page Oscar, de publiekslieveling van deze avond. De uit Slovenië afkomstige Kritina Bitenc danste, klom en dartelde over het podium dat het een lieve lust was en zong haar rol met verve.
Op speelse wijze werd het theater omgetoverd tot de duistere plek waar Ulrica haar profetieën kon verrichten. De rol van Ulrica was de eerste altpartij in een opera van Verdi. Melanie Forgeron liet donkere en duistere klanken horen en droeg een groot boos oog op haar buik. Haar jurk was bezaaid met kaarten, die de toekomst moesten voorspellen. Ze gaf een integere performance, maar haar diepe, lage noten kwamen niet altijd over het voetlicht.
Tijdens de tweede akte vinden de fatale gebeurtenissen plaats die alle verhoudingen uiteindelijk zullen veranderen. In deze akte konden we het enige liefdesmoment van Amelia (Jannelieke Schmidt) en Gustavo beleven. Daarna verandert de komedie in een tragedie. Zo staat het letterlijk in de tekst. Nadat de trouwe Renato (Jason Howard) ontdekt dat zijn vrouw een rendez-vous had met zijn vriend de koning, treden er scheuren op in alle verhoudingen. Die werden letterlijk uitgebeeld aan het begin van de derde akte, toen het theater van de koning doormidden brak en Amelia en Renato zich ieder aan één kant bevonden. Mooi gevonden.
In de derde akte besluit Renato zich met de rivalen van de koning te verenigen en worden er duistere plannen gesmeed. De ontknoping daarvan komt tijdens de schitterende finale met de balscène, tegen de achtergrond van het prachtige decor vol dansende paren in schitterende kostuums.
Een mooie enscenering, maar muzikaal gezien viel het geheel toch wat tegen.
Un ballo in maschera is nog tot en met 30 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van Opera Zuid.
9Reacties
huh? in een operarecensie geen specifiek woord over de wijze waarop de hoofdrollen door Adriano Graziani en Jannelieke Schmidt werden vertolkt?
@olivier keegel: huh? En nou wordt Renato, toch bepaald geen bijrolletje, ook door u doodgezwegen.
P.S., @olivier keegel: Ben het geheel met u eens.
Als kind, en reeds stemmengek, kon ik me in de jaren 40 en 50 wild ergeren aan de operarecensies van Leo Hanekroot in De Tijd, het dagblad waarop mijn ouders geabonneerd waren. Pas in de laatste regels werden daar, schijnbaar obligaat en als terloops, nog enige woorden aan de prestaties van de zangers gewijd. Leo Hanekroot bleek zijn tijd ver vooruit!
En: in een operarecensie onbesproken blijven is voor de hoofdrolspelers wel wat pijnlijker dan het voor politici was in Wim Kans Oudejaarsconferences te ontbreken!
“Huh” ?!
Misschien weet mevrouw Vd Berg niet dat “Renato” van achteren “Annkarström” heet?
Mijn recensie: “De internationaal bekende Jason Howard (Anckarström) was evenmin een succes. Zijn bariton is weliswaar expressief, maar vederlicht. Geenszins een Verdi-bariton, en bovendien een houterig acteur.”
Ik heb afgelopen dinsdag de voorstelling in Utrecht bijgewoond, en heb van de voorstellingen genoten. Het gebeurt niet vaak dat ik vrijwel ononderbroken met een glimlach op mijn gezicht naar een voorstelling zit te kijken en (hierin verschil ik van mening met de recensent) te luisteren.
Dat kwam natuurlijk in grote mate door de fantastische muziek, wat een verrukkelijke stukken schreef Verdi. Vooral de ensembles aan het einde van de bedrijven! De productie was mooi, intelligent en zat goed in elkaar. Ouderwets? Misschien, maar – zoals dhr. Keegel in zijn recensie opmerkte – zeker niet in de slechte zin van het woord.
Wat zang betreft was ik ook aangenaam verrast. Bitenc speelde en zong fantastisch als Oscar, wat een charismatische zangeres. Ik vond Graziani, hoewel misschien niet bijzonder subtiel, een goede Gustavo. Hij produceert van hoog tot laat een mooi Italiaans geluid, en de stem heeft vult de zaal met het grootste gemak. Ulrica zong mooi en zong met overtuiging, maar miste de vocale vuurkracht om de scene het kippenvel-moment te maken die ze kan zijn. Ik vroeg me af of de dirigent de scene niet meer kracht had kunnen geven door het orkest iets minder luid te laten spelen.
Ik was erg onder de indruk van Jannelieke Schmidt als Amelia. Een prachtige stem van hoog tot laag, en ze wist mooie kleuringen aan te brengen in de stem. Een zeer veelbelovende sopraan! In tegenstelling tot dhr. Keegel had ik niet de indruk dat de rol vocaal te zwaar voor haar was, en ze zal gedurende de tour ongetwijfeld nog in haar rol en interpretatie groeien.
De Renato van Howard was ik niet erg over te spreken. Hoewel het publiek zijn Eri Tu met applaus beloonde, klonk het mij onplezierig en geforceerd in de oren. Misschien een slechte avond.
Het orkest was op dreef, al gaan de nuances in de matige akoestiek van Vredenburg snel verloren. Ik vond het jammer dat de dirigent weinig ruimte liet voor applaus: het publiek had voelbaar de behoefte om haar enthousiasme aan de zangers te laten blijken.
Kortom, gaan!
Correctie: Vredenburg moet natuurlijk Stadschouwburg zijn.
@olivier keegel: Renato = Anckarström is mij bekend – evenals uw recensie in Opera Gazet – maar wat mij in uw reactie slechts opviel was dat deze figuur door u niet onder de hoofdrollen werd geschaard, waar er aan zijn vertolking in de recensie van mevrouw Van Rooij toch evenmin een `specifiek woord` werd gewijd.
Als ik toch op deze plaats een toevoeging mag geven op het artikel over de ‘Boris Godounov’ uit de Parijse Bastille die op Euroscoop wordt uitgezonden (het zou praktischer zijn dit onder het artikel in kwestie te kunnen doen zoals in de ‘goede oude tijd’, maar vermits dit nu niet meer kan…), dus:
In de Parijse Bastille wordt blijkbaar die eerste versie van 1869 gespeeld, dwz zonder de ‘Poolse’ akte en met een aantal scenes (oa de fameuze monoloog van Boris) nog in hun ‘oorspronkelijke’ versie, die afwijkt van de ‘definitieve’ van 1874. Wie hierover meer wil weten en het frans voldoende machtig is: dit wordt heel uitgebreid en goed uitgelegd in het ‘avant-scene’ nummer rond deze opera.
Daarin staat oa ook te lezen dat deze ‘Poolse akte’veel meer is dan zo maar een toegeving aan de tradities. Dit bedrijf breid het onderwerp uit en in tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, heeft ze ook haar eigen muzikale verdiensten. De scene komt trouwens ook al bij Poeskhin voor…
Maar dus niet in Parijs.
Ik ga er trouwens zelf naartoe en bij dit Parijsbezoek ga ik ook naar ‘La nonne sanglante’ van Gounod in de Opéra Comique (wat de hoofdreden van mijn reis is en waar ik zeer benieuwd naar ben!) en ook naar een concertante ‘Samson & Dalila’ in het Théatre des Champs Elysées (met Alagna en Lemieux).
N.B. Beste redactie, U merkt dat ik het steeds nog goed met U meen, zoudt U ECHT er niet eens aan denken, gewoon ALLE artikels weer voor reacties vrij te stellen? Er is nog nooit iemand gestorven van op zijn beslissing teruggekomen te zijn…
KvB: nice try. Wij noteren de nieuwe betekenis van het woord “doodzwijgen”.