AchtergrondFeatured

Schone lei voor Sophie de Lint

Vier grote portretten kijken de bezoekers van de website van De Nationale Opera aan. Het is het artistieke team met Sophie de Lint als operadirecteur, Marc Albrecht als chef-dirigent, Jesús Iglesias Noriega als casting director en Klaus Bertisch als dramaturg. De portretten zullen echter, sommige al spoedig, worden vervangen. DNO krijgt artistiek andere gezichten.

Sophie de Lint krijgt als nieuwe operadirecteur in Amsterdam een schone lei. (© Altin Kaftira)

Met ingang van 1 september nam de 45-jarige Sophie de Lint de leiding over van Pierre Audi als directeur opera in de combinatie Nationale Opera & Ballet. “Ik ben een Nederlandse die nog geen Nederlands spreekt”, zo introduceert ze zich in een interview dat Odeon, het huisblad van DNO, met haar in het voorjaar maakte. Voorlopig haar eerste openbare uiting naar het publiek, want, zo laat de persdienst van DNO weten, ze wil zich eerst oriënteren in het bedrijf en haar beleid uitwerken vanaf 2020. Het pas begonnen seizoen en het volgende werden nog samengesteld onder leiding van Audi.

Met het Nederlands gaat het inmiddels de goede kant op. Na de première van de seizoensopening Die Zauberflöte sprak De Lint nog slechts een eerste zin in het Nederlands uit bij het huldigen van regieteam, dirigent en zangers. Na de première van Jenůfa op 6 oktober vloeide er al een hele Nederlandse begroeting uit haar mond. Met een licht Frans accent, want in die taal groeide zij op in Genève, de stad waar haar Rotterdamse ouders naartoe verhuisden toen ze nog heel jong was.

Stemfetisjist

Sophie de Lint noemt zichzelf een “operadier”. “Op mijn negende zag ik Un ballo in maschera in het Grand Théâtre de Genève, met giganten als Luciano Pavarotti, Anna Tomowa-Sintow en Piero Cappuccilli. Het was, zoals het cliché luidt, een life-changing experience. Ik voelde de collectieve opwinding in de zaal en ik wist: dit is de plek waar ik wil zijn.”

Die plek werd het Grand Théâtre, waar zij na haar middelbare school kon beginnen als assistent van de pasbenoemde intendant Renée Auphan. “Zij heeft mij álles geleerd. Zij deelde heel veel met mij, onder andere haar passie voor de stem – ik ben een echte stemfetisjist geworden.”

Zeven jaar werkte De Lint in Genève, in diverse functies. Omdat ze ook andere operaculturen wilde leren kennen, besloot ze als freelance regieassistent te gaan werken, wat haar voerde naar centra als Wenen, Bayreuth, Tokio en Baden-Baden.

Haar gedreven belangstelling voor de zangstem deed haar besluiten om te gaan werken als artiestenmanager voor zangers, maar ook voor dirigenten en regisseurs. Ze wilde de hele breedte van de operacultuur bedienen, vooral in het schouten en ontwikkelen van jong operatalent. De Lint: “Al snel kreeg ik de reputatie dat ik daar een goede neus voor heb. Het bracht me in 2009 naar de opera van Zürich, waar ik ‘Operndirektorin’ werd. Na de komst in 2012 van Andreas Homoki als intendant werd ik medeverantwoordelijk voor de langetermijnplanning van de opera, en was tevens verantwoordelijk voor het engageren van dirigenten, artistieke teams en de volledige casting.”

Vanwege haar ervaring en achtergrond werd ze getipt om zich kandidaat te stellen voor de vrijkomende post als directeur opera in Amsterdam. “Het was een aanbieding waar ik onmogelijk neen tegen kon zeggen”, aldus De Lint in Odeon.

Personele unie

Haar goede neus en ruime ervaring zal ze zeer nodig hebben, niet alleen om een beleid uit te zetten, maar allereerst om een goed artistiek team samen te stellen.

Marc Albrecht vertrekt in 2020 als chef van het NedPhO en DNO. (© Marco Borggreve)

Eerder dit jaar kondigde chef-dirigent Marc Albrecht aan dat hij zijn contract bij het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat tot 2020 loopt, niet verlengt. Aangezien er een personele unie bestaat tussen het operabedrijf en het orkest in de persoon van de muzikaal leider, moet Sophie de Lint, samen met orkestdirecteur Rob Streevelaar, op zoek naar een nieuwe chef-dirigent. Die moet dus niet alleen een uitstekende reputatie hebben op operagebied, maar ook in het symfonische repertoire. Daarin staan sinds jaar en dag de werken van Mahler en Bruckner centraal.

Het toeval wil dat het Koninklijk Concertgebouworkest, na de plotse beëindiging van de samenwerking met Daniele Gatti eind augustus, ook op zoek is naar een topdirigent, die het liefst ook affiniteit met opera heeft, aangezien het Concertgebouworkest met zijn eigen chef om het jaar in de bak van DNO speelt. Aan het einde van dit seizoen (juni 2019) zal dat het geval zijn bij Pelléas et Mélisande. Orkestdirecteur Jan Raes en operadirecteur De Lint hebben dus een flinke klus om daar een dirigent bij te vinden.

Casting en dramaturgie

Sophie de Lint noemt zichzelf dan wel een ‘stemfetisjist’ en is bedreven in casting, maar ze zal toch een capabel hoofd artistieke zaken, alias casting director, moeten aantrekken. Want de huidige functionaris, de Spanjaard Jesús Iglesias Noriega, vertrekt.

Luc Joosten is op 1 oktober aan de slag gegaan als nieuwe dramaturg. (© Alexander Noël)

Noriega kwam in 2012 bij DNO, na een carrière als medewerker in het operabedrijf van het Teatro Colón in Buenos Aires en als casting director bij het Teatro Real in Madrid. In Amsterdam zette hij met succes het beleid voort om talentvolle jonge vocalisten te engageren en reeds gevestigde namen te strikken voor roldebuten.

De Lints artistieke team krijgt ook een nieuwe dramaturg. Per 1 november vertrekt Klaus Bertisch na 28 jaar bij DNO. Hij gaat met pensioen, al was hij net als Audi nog sterk betrokken bij het huidige en volgende seizoen en zal hij de komende tijd nog de nodige dramaturgieën voor zijn rekening nemen.

De nieuwe functionaris wordt De Lint op een presenteerblaadje aangeboden, want de opvolging werd eerder dit jaar al geregeld. Per 1 oktober is Luc Joosten de nieuwe dramaturg. De 53-jarige Belg werkte als dramaturg zowel bij toneelgezelschappen als in operahuizen. Sinds 2010 was hij vast verbonden aan Opera Vlaanderen.

Huisregisseur

Mogelijk komt er nog een vijfde portret bij in de galerij van het artistieke team: die van huisregisseur. Het bijzondere van Pierre Audi was dat hij zich al kort na zijn benoeming in 1988 als operadirecteur ontpopte als een begenadigd operaregisseur. In zijn bijna vijftig ensceneringen drukte hij een bijzondere stempel op DNO. Ook door zijn keuze van andere regisseurs groeide de internationale bekendheid van DNO als plek met veel ruimte voor experiment en vernieuwing. Uiteraard zal Audi als gastregisseur niet ontbreken in het komende pallet. Maar een huisregisseur die met zijn of haar eigen inbreng een specifiek karakter aan DNO verleent, past op de schone lei die Sophie de Lint mag gaan invullen.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Thomas, Thomas en Angela

Volgend artikel

Met brengt nieuwe Samson et Dalila in bios

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman