Satyagraha maakt indruk als gedanste opera
Opera Vlaanderen gaf zondagavond een even krachtige als prachtige presentatie van de eerste ‘echte’ opera van Philip Glass, Satyagraha. Het werk was voor het eerst scenisch te zien in België. Een uitdaging naar De Nationale Opera, dat het werk in 1980 in wereldpremière bracht, maar daarna nooit hernam.
Mahatma Gandhi. Zo kennen en herinneren velen zich de kleine, graatmagere, buitengewoon karig geklede man met een ziekenfondsbrilletje op de neus. Mahatma betekent ‘grote ziel’, de erenaam voor een man die in India met zijn beweging van geweldloosheid het Britse koloniale regime ondermijnde en zo bijdroeg aan de onafhankelijkheid in 1948.
Gandhi’s echte voornamen waren Mohandas Karamchand. Zo vertrok hij als jonge advocaat in keurig krijtstreeppak in 1893 naar Zuid-Afrika. In dat land raakte hij betrokken bij de strijd van de Indiase minderheid om gelijke rechten. Tussen 1893 en 1914 ontwikkelde Gandhi daar zijn filosofie van ‘kracht die uit waarheid en liefde geboren is’, vervat in de combinatie van twee woorden ‘satya’ (liefde) en ‘agraha’ (vastberadenheid). Over die Zuid-Afrikaanse periode gaat het in de opera die Philip Glass met de Amerikaanse librettiste Constance de Jong voltooide in 1980, als opdracht van de Rotterdamse Kunststichting en de Nederlandse Opera Stichting.
Stap naar opera
Philip Glass had als componist in de jaren zeventig de aandacht getrokken met zijn minimale componeerstijl. Hij speelde met kleinere en grotere ritmische en harmonische motieven in voortdurend herhalende en variërende bewegingen. Op die wijze schiep hij muzikale bouwwerken voor zijn Philip Glass Ensemble, vooral bestaande uit synthesizers.
Een belangrijk werk uit die tijd was het theaterstuk Einstein on the Beach. Dat maakte bij de uitvoering in 1976 in Amsterdam grote indruk op Hans de Roo, toenmalig intendant van de Operastichting. Glass memoreerde jaren later De Roo’s reactie: “Weet je, Philip, dat was heel interessant. Maar zou je het niet leuk vinden om een echte opera te schrijven?”
Glass was door zijn contacten met de cultuur van India geboeid geraakt door de figuur van Gandhi. Hij koos hem en zijn vroege jaren in Zuid-Afrika als materiaal voor wat nu een echte opera moest worden. Niet meer gezet voor elektronische instrumenten, maar voor een symfonieorkest, overigens beperkt tot een ensemble van strijkers en houtblazers, aangevuld met elektronisch orgel.
Anders dan in Einstein on the Beach, dat geen verhalende opzet kent, maar associatieve beelden aaneenschakelt, is Satyagraha gemodelleerd rond handelende personen, die het verhaal dragen van Gandhi’s beweging. Het is echter geen historisch, chronologisch verhaal, want de teksten die zij zingen, ontleenden Glass en De Jong aan de Bhagavad Gita, het heilige geschrift uit de hindoecultuur. Met hun opera wilden zij het gedachtegoed van Gandhi overdragen, dat gegrondvest is in Bhagavad Gita, in Gandhi’s woorden “een nimmer falende handleiding voor het gedrag, mijn woordenboek voor dagelijkse raadpleging”.
In zijn muzikale opzet plooide Glass lange zanglijnen over de zich herhalende en veranderende ritmische en harmonische constructies. Die lyrische toevoeging, voor hem destijds een nieuwe ontwikkeling, opende de weg naar het scheppen van inmiddels 26 kleinere en grotere opera’s. In Satyagraha voegde hij ook flinke koorpartijen in met krachtige dramatische uitstraling.
Statige actievoerder
In de productie van Opera Vlaanderen combineert regisseur en choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui de beweeglijke, draaiende en soms kolkende muziek van Glass met zijn eigen soepele, tollende bewegingspatronen. We zien kronkelende lijven en hooggeheven armen, kenmerkend voor de choreografieën die hij maakt voor zijn dansgroep Eastman.
De congruentie tussen het geluid uit het voortreffelijk spelende orkest van Opera Vlaanderen, geleid door Koen Kessels, en het beeld van de virtuoze Eastman-dansers leidde tot een spannende kijk- en luisterbelevenis van de drie bedrijven (inclusief twee pauzes drieënhalf uur). Elk bedrijf bevat een aantal momenten uit de Satyagraha-beweging.
In de openingsscène zat het voltallige, zingende en dansende ensemble rond het toneelwijde speelvlak, dat doorsneden werd met verticale staaldraden, om de vloer ook in schuine standen te kunnen plaatsen. Uit het ensemble maakte zich de figuur van Gandhi los, gezongen door de Amerikaanse tenor Peter Tantsits. Gekleed in wijdvallend wit gewaad verbeeldde hij een statige actievoerder die met een mooie, heldere stem steeds de waardigheid van Gandhi’s ideaal uitstraalde.
Vervolgens betraden ook twee figuren uit de Bhagavad Gita het speelvlak: de godheid Krishna met gouden kroon (de Amerikaanse bas-bariton Justin Hopkins) en de legerleider prins Arjuna in blauwe tuniek (de Belgische tenor Denzil Delaere). Arjuna twijfelt of de strijd die hij aangaat wel rechtmatig is, maar Krishna bemoedigt hem: “Geef nimmer toe aan lafheid.” In het daaropvolgende trio kwamen de drie figuren met krachtige unisonozang samen, waarbij zij ook parallelle bewegingen uitvoerden. Een mythisch ritueel van grote schoonheid, onderlijnd door de op en neer ladderende strijkers en blazers.
Die scène legde de binding tussen de filosofisch-religieuze basis van deze opera en de concrete geschiedenis van de geweldloze strijd. Daarin treden allerlei figuren uit Gandhi’s omgeving naar voren, zoals zijn echtgenote Kasturbai (de mezzo Rihab Chaleb), zijn secretaresse Miss Schlesen (de sopraan Mari Morya) en zijn Europese vriend mijnheer Kallenbach (de met gedreven baritonstem zingende Robin Adams). Die laatste stelde grond ter beschikking voor een commune, die de kern werd voor de Satyagraha-beweging.
De commune (uitgebeeld met allerlei bouwpanelen) kreeg de naam Tolstoj, naar de Russische schrijver. Hij moedigde Gandhi in brieven aan. Ook de Indiase schrijver Rabindranath Tagore was zo’n steunpilaar. Het eerste en tweede bedrijf dragen hun namen, met als moderne toevoeging Martin Luther King voor het derde bedrijf. Het libretto geeft aan dat Tolstoj, Tagore en King als stille, inspirerende figuren aanwezig moeten zijn, maar Cherkaoui had ze geschrapt.
Wijde cirkels
Satyagraha bevat een aantal indrukwekkende koorscènes, die met verve werden gezongen door het operakoor. Echt spectaculair was het mannenkoor in de beginscène van het tweede bedrijf, waar Gandhi wordt aangevallen door een menigte blanken. Glass componeerde een ritmisch agressieve partij, die met duivelse expressie werd verklankt door de in zwart geklede zangers, die ook met heftige bewegingen een choreografie uitbeeldden. Dansers zorgden voor extra spanning door de in wit geklede, volkomen passieve Gandhi te jonassen, terwijl Peter Tantsits zonder probleem doorzong! Verheven beeld van iemand die niet opgeeft.
Het derde bedrijf is wel het mooiste onderdeel van Satyagraha, doordat Glass erin slaagt om met zeer zachte en kleine figuren in de orkestpartijen een intense sfeer te scheppen bij wijsheidsspreuken als: “De wijze is tevreden met kennis en inzicht, en weet zijn zinnen te beheersen.” Drie vrouwen vormden met hun tere zang een subliem klinkend trio van twee sopranen en mezzo, een echte opera waardig. Zij strooiden in wijde cirkels lijnen met wit poeder. Die actie werd overgenomen door het mystiek zingende koor en de dansers. Regisseur-choreograaf Cherkaoui schiep hiermee een ontroerend beeld hoe geweldloos verzet zich sinds Gandhi over de aarde verspreidde. Een hoogtepunt in deze gedanste opera over een grote ziel.
Satyagraha is nog tot en met 2 december te zien in de Opera Gent. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.