Götterdämmerung sluitstuk geslaagde Ring
De Deutsche Oper am Rhein heeft na een kwarteeuw eindelijk weer een nieuwe productie van Der Ring des Nibelungen. De tetralogie in de regie van Dietrich Hilsdorf werd voltooid met een geslaagde enscenering van het monumentale slotdeel Götterdämmerung. Het huis heeft zich voor langere tijd verzekerd van een publiekstrekker.
Dietrich Hilsdorf mag dan wel de regie voeren, de nieuwe enscenering bij de Rheinoper wordt zeer sterk bepaald door het toneelbeeld dat Dieter Richter voor hem heeft ontworpen. Uitgangspunt voor de regie is in alle delen het klein houden van de handeling. In de eerdere delen werd dit gerealiseerd door kernsituaties aan een grote tafel te laten spelen. In Götterdämmerung is de oplossing nog veel radicaler. Vrijwel alles speelt zich af op het dek van een klein schip, een roestbak met de naam MS Wodan.
Bij uitzondering wordt de kade gebruikt, zoals in de tweede akte, als Hagens ‘Männer’ en de vrouwelijke figuranten niet allemaal op het dek passen. En als alternatief worden er scènes gespeeld voor een groot doek, waardoor het schip aan het oog onttrokken wordt. Zo begint het stuk ook. De drie Nornen, oude dames, drinken thee op het voortoneel. Later zullen de jagers achter een doek blijven als Hagen de geplande moord op Siegfried ten uitvoer brengt.
Van Hilsdorf hoeven we geen ideologische insteek te verwachten, bij hem is het toneelspel met zang. De karakterisering van de protagonisten is van meer belang dan politieke actualisering. Heel even lijkt hij aan het einde buiten het libretto te treden als achtereenvolgens alle vlaggen van Duitsland sinds de voltooiing van de Ring op de dode Siegfried worden gelegd, met inbegrip van die van het Derde Rijk en de DDR. Als laatste een witte vlag: een niet-ingekleurde vlag van Europa of gewoon een lijkwade? Het blijft onduidelijk.
Geen toverdrank
Centrale figuur in het stuk is Hagen, de poppenspeler, die iedereen laat dansen als marionetten. Hij is de personificatie van het kwaad, de vertegenwoordiger van alles wat mis is met de mensheid. Voor zo’n personage is een goede rolbezetting natuurlijk imperatief. Met de bas Hans-Peter König heeft men in Düsseldorf zo ongeveer de beste Hagen van dit moment in huis. Vanaf dat hij opkomt tot het moment dat de Rijndochters hem laten verdrinken in de Rijn beheerst hij het toneel in spel en zang.
König kan een enorm volume produceren, maar ook heel subtiel te werk gaan, dreigend en sluw, nu en dan gespeeld empathisch. Hij heeft ook zijn figuur mee: niet iemand die je alleen in het donker wilt tegenkomen. Zwakke momenten waren er alleen als hij even niet aan de handeling deelnam en wat moest blijven ronddrentelen op het scheepsdek. Dat probleem bleek generiek; niet alleen Hagen worstelde ermee. Het leek erop dat de personenregie werd gehinderd door het primaat van het kleine speelvlak. Dat was minder een probleem in de scène met Alberich, een weinig opvallende Michael Kraus, aangezien die sowieso bijna altijd statisch gespeeld wordt.
Ook Michael Weinius (Siegfried) heeft een fors postuur, maar hij is meer een zwaargewicht van het joviale type. Zijn zang kwam minder uit de verf dan in Siegfried. Weinius zette zwaar in op overleven tot het einde, wat goed lukte, maar ten koste ging van de overall intensiteit. Zijn inbreng was een tikje teleurstellend.
Interessant was de wijze waarop Hilsdorf hem wist in te zetten in de verwisselingsscène. In Gunthers kleren en met een ‘Gunthermasker’ op leek de Tarnhelm echt te werken. De oplettende toeschouwer kon het verschil alleen zien doordat slechts de mond bewoog, niet de rest van het gezicht.
Om zijn halfbroer en halfzuster te manipuleren, hoeft Hagen zich niet al te veel moeite te getroosten. Hilsdorf portretteert hen als een gedegenereerd tweetal, met Gutrune als drugsverslaafde en Gunther aan de drank. Niettemin zien beiden er piekfijn uit en weten naar Siegfried goed de schijn op te houden van een voornaam geslacht.
Gutrune heeft zo veel vertrouwen in haar feromonen dat ze de vergetelheidsdrank wegkiepert voor Siegfried ervan kan drinken. Ook op eigen kracht kan ze hem gemakkelijk om haar vinger winden. Misschien was hij ook al een beetje uitgekeken op zijn tante Brünnhilde en direct onder de indruk van de eerste de beste jonge meid die hij in het vizier krijgt, eentje in een modieus jurkje in plaats van een streng gewaad. Het is een kleine afwijking van de tekst, maar goed doordacht. Om verliefd te worden heb je geen toverdrank nodig, allemaal onzin.
Sylvia Hamvasi kwam wat volume tekort voor haar Gutrune. Haar spel was beter dan haar zang. Deze uitstekende sopraan gedijt vooral in ander repertoire. Beter was het gesteld met de Gunther van Bogdan Baciu. Voortdurend met een fles in de hand probeerde zijn personage vergeefs de schijn van enige daadkracht en ruggengraat op te houden. Hij liep al op het randje, maar toen bleek dat Hagen hem erin had geluisd, liep hij leeg als een ballon. In de derde akte is deze Gunther nog slechts een schim van wat hij verondersteld werd te zijn: Gibischs zoon, een potentaat aan de Rijn.
Kanjer
Net als Die Walküre kent Götterdämmerung een groot aantal vrouwenrollen. Zo ongeveer alle sopranen die aan een repertoiregezelschap zijn verbonden, hebben dienst als de opera wordt opgevoerd. Het getuigt van kwaliteit in de breedte dat zowel de Rijndochters als de Nornen een voorbeeldige prestatie wisten te leveren. De Nornen zoals gezegd als theekransje, de Rijndochters een beetje hoerig, iets wat sinds Chéreau min of meer de standaardbenadering is geworden.
Naast hen had de Rheinoper nog een kanjer van een mezzo over voor de rol van Waltraute, dus zonder te hoeven dubbelen als Norn. Katarzyna Kuncio is een vaste waarde van het gezelschap en haar grote monoloog ‘Höre mit Sinn’ was vocaal het beste wat door de vrouwen deze avond werd gebracht. Jammer genoeg kwam de scène met haar zuster spanning tekort door de beperkte dynamiek in de personenregie. Maar vocaal haalde Kuncio er alles uit wat binnen haar mogelijkheden lag. Mooie mezzo!
De Brünnhilde van dienst was deze avond de dramatische sopraan Linda Watson. Naar aanleiding van haar optreden in Siegfried maakte ik kritische opmerkingen over haar inbreng. Het is duidelijk dat de jaren gaan tellen en dat de topnoten inmiddels buiten bereik zijn. Ze leunt op een enorme ervaring, heeft deze rol al zeer vaak gezongen en weet hoe ze moet doseren om ongeschonden het einde te halen. Het klinkt niet allemaal even mooi, maar dat is wel vaker het geval als men iemand in het theater de rol hoort vertolken. Waardering voor haar optreden, vanuit het eigen huis de aangewezen bezetting.
Hagens ‘Männer’ werden ten tonele gevoerd als een carnavalsgezelschap met dansmariekes als figuranten. Het zag er wat geforceerd leuk uit, ook door de felle lichteffecten, waarmee hun optreden een zwaar aangezet toneelmatig accent kreeg. Het klonk joviaal, beetje hard, maar dat mag wel in deze scène.
Ook de Düsseldorfer Symphoniker was zo nu en dan nogal luid en helaas ook weleens een beetje slordig. Daar wreekt zich de beperkte repetitietijd en de onmogelijkheid zich gedurende een speelperiode op dit specifieke stuk te concentreren. Ook de kwaliteit speelt een rol, het is zeker niet het beste orkest uit de regio. Met name het koper biedt ruimte voor verbetering, inzetten mislukken vaker dan met de mantel der liefde bedekt kan worden.
De grote bijval van het Düsseldorfer publiek die het orkest en dirigent Axel Kober ten deel viel berust vermoedelijk meer op gewoonte en waardering voor het tot een goed einde brengen van het grote werk dan voor een prestatie van hoge kwaliteit.
Götterdämmerung is dit seizoen nog vijf keer te zien in Düsseldorf en Duisburg, de laatste keer op 23 juni 2019. Zie voor meer informatie de website van de Deutsche Oper am Rhein.
1 Reactie
Hoe dan ook een Ring die ik wel eens zou willen zien, al was het op DVD…
Bij Chereau is Siegfried ook al gefascineerd door Gutrune VOOR hij van de drank heft gedronken…