FeaturedOperarecensie

Oedipe bij DNO: hartverscheurend

Het komt weinig voor dat een regieteam geweldige bijval van het publiek krijgt. De vormgevers van de nieuwe productie van Oedipe bij De Nationale Opera werden donderdagavond met jubel beloond voor hun indrukwekkende verbeelding van het drama van Oidipous.

Het openingsbeeld van Oedipe bij De Nationale Opera. (© Monika Rittershaus / DNO 2018)

Eigenlijk zou de opera over het complexe leven van de Griekse held Oidipous compleet zijn met de grote monoloog die de Roemeense componist George Enescu hem aan het eind van het derde bedrijf in de mond legt. Oedipe – in de Franse taal van het libretto – weet zich verdoemd door de goden en vervloekt door zijn volk, heeft zich de ogen uitgestoken en verlaat als balling zijn thuisstad Thebe, op weg naar een zekere dood.

Hartverscheurend waren de klanken die Oedipe uitstoot, en hartverscheurend de wijze waarop de Deense bas-bariton Johan Reuter in stem en houding uitdrukking gaf aan het geestelijk lijden van de held. Hartstochtelijk waren de orkestrale stromen die dat begeleidden en die door het Nederlands Philharmonisch Orkest onder chef Marc Albrecht meeslepend werden uitgewerkt. Tragisch was het afsluitende koor van Thebanen, dat in een zacht wenen eindigde. Het zou een meesterlijke afsluiting zijn geweest.

Maar Enescu en zijn librettist, de Franse toneelschrijver Edmond Fleg, voegden als vierde bedrijf een epiloog van flinke omvang toe. Oedipe vindt toevlucht in een heilig bos dicht bij Athene, waar de milde Eumeniden heersen. Hij komt tot het inzicht dat hij verantwoordelijk noch schuldig is voor de moord op zijn vader Laios en het huwelijk met zijn moeder Jocaste. “Gelukkig hij wiens ziel zuiver is; hij ruste in vrede”, zingt het koor van Eumeniden, terwijl Oedipe onder stralend wit licht in de eeuwigheid wordt opgenomen. Die tweede monoloog van Oedipe (“Heb ik deel aan de misdaden die nog voor mijn geboorte werden beschikt door het Lot?”) is zo mogelijk nog beklemmender, zowel qua tekst als muziek, dan die uit de derde akte.

Filmisch-dramatisch

De levensgang van Oidipous wordt verteld vanaf de geboorte tot aan zijn dood. Een spannend deel uit de Griekse mythologie, samengevat in vier bedrijven, in totaal tweeënhalf uur wervelend muziektheater, met vele rollen en vooral meeslepende koren.

Enescu deed vanaf zijn eerste schetsen in 1910 ruim twintig jaar – met tussenpozen – over het componeren van zijn enige opera. Wat betreft stijl en expressie past het werk in de kleuring en heftige expressiviteit van de opera’s van Richard Strauss, Erich Wolfgang Korngold, Franz Schreker en Alban Berg. Door de invlechting van Roemeense volksmelodieën, vooral in het eerste bedrijf, zorgde Enescu voor rijke klankkleuren en een krachtige stroming in de soms symfonisch aandoende orkestpartijen.

Af en toe pakt Enescu ook lekker filmisch-dramatisch uit, zoals in de scène waarin Oedipe op een driesprong komt, waar – begeleid met donderend onweer – het noodlot toeslaat. Er is in deze opera zo veel aan muzikale uitingen te beleven dat je het niet in één keer kunt bevatten.

Antieke tempelbeelden

De vormgeving van de Catalaan Àlex Ollé en zijn team uit het collectief La Fura dels Baus past als een handschoen om het mythische verhaal van Oidipous. Het publiek kijkt nog voor het begin gefascineerd naar een voordoek waar verstilde antieke beelden doorheen schemeren. Vier etages hoog en vijf grote vakken breed (ontwerp Alfons Flores), zowat de hele toneelopening vullend, blijkt daar het DNO-koor werkelijk voorbeeldig ‘bevroren’ opgesteld als antieke tempelbeelden, terwijl het orkest een ouverture speelt vol boeiende motieven en donkere, conflictueuze samenklanken. Adembenemend.

De hele eerste akte, aangeduid als proloog, toont hoe de pasgeboren, nog naamloze zoon van koning Laios en koningin Jocaste wordt bezongen door herders, vrouwen en krijgers, terwijl de hogepriester (de Franse bas François Lis) het boorlingske met water besprenkelt om hem te zuiveren.

Johan Reuter gaf hartverscheurend uitdrukking aan het lijden van Oedipe. (© Monika Rittershaus / DNO 2018)

Eenzelfde ritueel vindt plaats in de epiloog als dochter Antigone (de Amerikaanse sopraan Heidi Stober) met water uit een bron het hoofd van haar vader wast. De regie versterkt de symmetrie tussen begin en einde door een waterstroom hoog uit de toneeltoren op Oedipe te laten neerdalen als hij zijn einde tegemoet gaat, een poort waaruit heel wit licht straalt.

De idyllische sfeer in de proloog wordt echter ruw verstoord door de ziener Tirésias, met grommend pathos gezongen door de Amerikaanse bas Eric Halfvarson. Tirésias onthult de vloek die op het kind rust. Laios (de Nederlandse tenor Mark Omvlee) geeft in paniek zijn zoontje aan een herder met de opdracht: laat het creperen in de bergen.

Snob in een sportauto

Het tweede en derde bedrijf vormen feitelijk de opera die gaat over de lotgevallen van Oedipe. Hij is gevonden en grootgebracht als zoon van de koning van Korinthe. Het tweede bedrijf toont hoe hij zich belaagd voelt door angstdromen over zijn afkomst, terwijl lieflijke koren op de achtergrond klinken. De regie heeft dit en ook het derde bedrijf in de tegenwoordige tijd geplaatst. De enorme stellages met beelden zijn naar achteren geplaatst, half zichtbaar, maar de antieke gewaden zijn ingewisseld voor tijdloos-moderne kledij.

De problematiek van wie-ben-ik wordt getoond in een emotionele discussie met zijn moeder koningin Mérope (de Britse mezzo Catherine Wyn-Rogers). Oedipe verlaat Korinthe om te ontkomen aan de vloek die god Apollo over hem heeft uitgesproken: je zult je vader vermoorden en met je moeder trouwen. Oedipe denkt dat dit slaat op Polybus en Merope. Oedipe wordt zo naar de ondergang gedreven.

Op zijn zwerftocht komt hij halfdronken op de beroemde driesprong, ontmoet zijn echte vader Laios, die in een auto oprijdt, waarna de nog beroemdere moord plaatsvindt omdat Oedipe zich niet laat vernederen door een wildvreemde snob in een sportauto. De regie laat deze scène spelen in een wegopbreking tijdens een met nevels gevulde avond.

Satanische Sfinx

Een orkestraal tussenspel maakt de verbinding met de scène voor de muren van Thebe, waar Oedipe de beruchte Sphinge (op satanische wijze gezongen en geacteerd door de Litouwse sopraan Violeta Urmana) te slim af is. In de verbeelding van het regieteam is de sfinx een buitenaardse piloot in een wonderlijk vliegtuig. Het ziet er spannend uit. Met prachtige koren wordt Oedipe ingehaald als held en krijgt hij Jocaste, zijn moeder, geschonken als bruid.

Aan het slot wordt Oedipe onder stralend wit licht in de eeuwigheid opgenomen. (© Monika Rittershaus / DNO 2018)

Het derde bedrijf ontrolt nog dramatischer dan het tweede. De pest is uitgebroken in Thebe. De ramp wordt volgens een orakel veroorzaakt doordat de moordenaar van koning Laios in de stad woont. Heftige vloekkoren vullen de scène waarin Tirésias naar voren treedt en er een woedende woordenwisseling plaatsvindt met Oedipe.

Johan Reuter en Eric Halfvarson zongen en speelden deze botsing met spannende, bijna geschreeuwde dialogen, onderlijnd door krachtige orkestrale kleuren. Enescu creëerde hier een magistraal hoogtepunt in de tekening van het Oidipous-verhaal. De regie kleurde bovendien op spannende wijze de enscenering in met enorme zilverkleurige toneeldoeken. Onder de belichting van Peter van Praet zag het eruit als een schilderij van Rembrandt.

Zingende zaag

Oedipe is een topproductie, met het geweldig zingende DNO-koor, het op oorlogssterkte gevulde Nederlands Philharmonisch Orkest (inclusief een zingende zaag in de Sfinx-scène) en Marc Albrecht als een gedreven pleitbezorger van Enescu’s partituur. Het was een uitstekend idee van Pierre Audi om deze productie, die in 2011 in de Brusselse Muntschouwburg werd gecreëerd, naar Amsterdam te halen. Wie erheen gaat, kan het beste een plaats uitkiezen op het eerste of tweede balkon, omdat daar de grootsheid van het decor het allerbeste uitkomt en de muzikale golven er het indrukwekkendst klinken.

Oedipe is nog tot en met 25 december te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 50 van 2018

Volgend artikel

Frommerkerst gaat in reprise

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

14Reacties

  1. Rudolph Duppen
    8 december 2018 at 11:38

    Maakten de Nederlandse kranten maar ruimte om zulke goed doortimmerde recensies te schrijven. Ik ben het bijna volledig eens met wat Franz Straatman hierboven schrijft. De première kwam een beetje moeizaam op gang maar vanaf de scene op de driesprong werd het een grandioze voorstelling. Albrecht wist de spanning tot het einde vol te houden geholpen door een topcast, een subliem spelend orkest en topkoor. De productie zag er ook zeer indrukwekkend uit op het enorme toneel van Het Muziektheater. De koorleden en solisten leken net archeologische vondsten die tot leven kwamen.De belichting, meestal een ondergeschoven kind in recensies sloot naadloos aan bij het drama.Ik had goede herinneringen aan de concertante uitvoering van deze opera in het kader van het Holland Festival(8 juni, 1996). Het werk werd toen gedirigeerd door de Enescu expert Lawrence Foster die ook de bekende cd opname dirigeerde met José van Dam als Oedipus.Het werk maakte nu geënsceneerd een verpletterende indruk. De muziek van Enescu doet soms denken aan de Elektra van Richard Strauss dan weer meen ik echo’s te horen van Schönberg’s Gurrelieder, Bartok’s Blauwbaard en Debussy’s Pelléas et Mélisande. De extatische delen lijken soms geïnspireerd te zijn door Skrjabin. De volksmelodieën doen weer sterk denken aan Zoltán Kodály.De muziek heeft echter een uitgesproken eigen signatuur met verrassende wendingen, bijzondere orkestratie en er zijn dankbare partijen voor verschillende solo instrumenten waaronder de saxofoon.

    Mis deze topproductie niet. Er zijn nog kaarten in overvloed.

  2. Jan de Jong
    9 december 2018 at 19:53

    Een treffende recensie van deze topproductie. Marc Albrecht is de grote held van de avond. Wat een formidabele dirigent. Hoe jammer dat hij er in 2020 mee stopt….
    Na mijn eerste bezoek heb ik direct nog een tweede keer geboekt. Zoveel kans zal er niet zijn om deze opera snel weer te zien. Gaat dat zien!

  3. Stefan Caprasse
    10 december 2018 at 09:54

    Dit is inderdaad een fascinerende opera – en helaas veel te weinig gespeeld (misschien deels door de heel lange en zware tittelrol?)
    Met originele, heel persoonlijke en toch heel toegankelijke muziek, bv fantastische Sfinge-scene! (ik kan niets toevoegen aan de lijst vergelijkingen met andere componisten die Rudolph Duppen hierboven al geeft)

    Ik heb destijds het werk leren kennen (een ondekking!) door de prachtige opname van Lawrence Foster met een unieke (!) José van Dam -de rol lijkt voor hem geschreven!- en oa Brigitte Fassbaender als Iocaste en Marjana Lipovsek als de Sfinge…
    Sindsdien heb ik ook ter vergelijking de opname aangeschaft onder Michael Gielen met Monte Pederson in de tittelrol en waar Marjana Lipovsek zowel Iocaste als de Sfinge zingen (symbolisch? het betreft een live-opname…)
    Momenteel ben ik op zoek naar een archief-opname (op MALIBRAN) onder Charles Brück met Xavier Depraz en oa Rita Gorr (!).

    Deze produktie heb ik destijds in de Munt gezien en vele beelden blijven me nog steeds bij, zoals de terracotta-achtige beelden in het begin, de modder die de personnages geleidelijk als een vloek bedekt en inderdaad het slotbeeld met Oedipe die weggaat in een wit licht. Alleen het vliegtuigje van de Sfinge vond ik een beetje belachelijk.

    Moest ik niet zoveel andere dingen hebben, had ik zeker nu ook komen kijken.

  4. Leen Roetman
    10 december 2018 at 22:04

    De Nationale Opera = De Amsterdamse Opera.
    Wat een absurde eindtijd weer: 23:00 uur. Dan mis ik de laatste ICDirect van 23.07 uur en zou dan pas om 01.00 uur thuis komen. Dat ga ik dus niet doen. Ik moet de volgende dag ook nog werken.
    Ben ook niet meer van plan een hele zondag (matinee) aan opera te offeren.
    Misschien moeten ze bij DNO eens wat beter begintijden gaan plannen, zijn er misschien meer mensen te motiveren.
    Ik had er graag heen gegaan!

  5. Gerard ten Hoope
    10 december 2018 at 22:14

    In Nederland zijn de concertzalen geobsedeerd door die absurde absolute heilige begintijd van 20:00/20:15, met soms een uitzondering, maar da’s alleen als het ook voor de amsterdamse elite te laat gaat worden. Je moet bijna een verplichte vrije dag erna nemen om bij te komen en uit te slapen.

  6. Leen Roetman
    10 december 2018 at 22:22

    Kan iemand mij uitleggen waarom concerten en opera’s in bijvoorbeeld Londen en Wenen nooit later dan 19.30 uur beginnen?

  7. Maarten-Jan Dongelmans
    10 december 2018 at 22:50

    @Leen: In Wenen beginnen ze regelmatig ook om 19 uur. Na afloop staat dan meestal een souper gereed. Zo was het in Nederland ook ooit. In de 19de eeuw begonnen muziek- en toneelvoorstellingen doorgaans om 18 uur. Daarna ging men aan de avonddis. Tijden veranderen …

  8. Rudolph Duppen
    10 december 2018 at 23:11

    @Leen Roetman:helemaal mee eens.Als DNO de tijden zou aanpassen aan de lengte van de opera zoals dat het geval is met een aantal Wagner opera’s, een enkele Mozart en Händel opera zouden ze, denk ik veel meer publiek trekken. Het valt me trouwens op tijdens de gesprekken die ik voer met andere bezoekers en abonnementhouders hoeveel operaliefhebbers er van zeer ver komen. Ik vind het bewonderenswaardig dat mensen er zoveel voor over hebben. DNO zou dat moeten belonen.Ik verkeer in de luxe positie dat ik in Amsterdam woon en gepensioneerd ben. Voor die tijd ging ik alleen in het weekeinde naar concert of opera.

    Londen houdt zo lang als ik er kom vast aan 19.30 tenzij het een lange Wagner opera betreft. Men wil er voor zorgen dat bezoekers uit suburbia nog op een christelijke tijd thuis kunnen komen met de metro.De pauzes zijn meestal ook vrij kort, meen ik me te herinneren.

    Het Concertgebouw laat een enkel concert wel om 19.30 beginnen. Dit geldt voor de Mattheüs Passion, lange Wagner en Händel opera’s.

  9. Stefan Caprasse
    11 december 2018 at 08:45

    Wat me wel uniek voor Amsterdam lijkt, is dat ze de matinees al beginnen om 13u30 daar waar overal elders het standaard-uur 15u is… Overigens, Leen, een zondagnamiddag naar opera gaan noem ik niet “offeren”, al kan ik me voorstellen dat U liever s’avonds naar opera gaat en de zondag aan andere dingen spendeert.

    Ik ben blij hier een aantal ‘gezichten’ weer aan te treffen, maar kunnen we het nu weer over de opera zelf hebben, aub?

  10. c.horsmeier
    11 december 2018 at 09:03

    Ja helemaal mee eens laat ze om 19.30 beginnen en lange opera s 19.00 uur of nog eerder. De tijden in Wenen zijn heel goed.

    Ik kom dan van niet zo ver Haarlem wel aan de buitenkant regelmatig mis ik de bus naar huis daar de N.S vaak problemen heeft.
    Nu met de Barbier ook weer. Dat is nietleuk.

  11. Kersten van den Berg
    11 december 2018 at 22:27

    Sorry, @Stefan e.a., maar, als dit enkelen van bovenstaanden tot troost kan strekken: vanwege mijn leeftijd ga ik sinds een paar jaar per OV naar de DNO. De matinee-Barbier onlangs kostte mij uit en thuis (Hengelo) elf uur. Ik bedoel maar, om met J.J.Voskuils Kaatje Kater te spreken.

  12. Rudolph Duppen
    12 december 2018 at 07:55

    @Kersten van den Berg: dat bedoelde ik. Bewonderenswaardig.

  13. betty bruining
    12 december 2018 at 10:14

    vanuit assen is het met ov niet te doen. dus altijd auto.
    gezien leeftijd (72) zal dat bezwaarlijk gaan worden.
    16.30 uur vertrek ivm files (broodje in de auto) en 01.15 uur thuis.
    maar zolang het lukt, iedere maand present.
    genieten!

  14. Stefan Caprasse
    12 december 2018 at 10:37

    Tja, een mens moet er schijnbaar soms wat voor over hebben…
    maar als het doel dan de moeite loont…
    des Müden Last machte es leicht…