BuitenlandFeaturedOperarecensie

De Parelvissers als bejaardenhuisdrama

Twee kaskrakers schreef Georges Bizet: in 1863 Les pêcheurs de perles en tien jaar later Carmen. De Parelvissers krijgt doorgaans minder voorstellingen dan Carmen, maar Opera Vlaanderen biedt een kans het werk te zien. Op dus naar Antwerpen, waar Bizets smeltende melodieën verpakt zijn in een eigenzinnig bejaardenhuisdrama.

Een stokoude vrouw werd opgedragen in een rolstoel, terwijl het koor haar toezong en om haar bescherming smeekte. (© Annemie Augustijns / Opera Ballet Vlaanderen)

“We vielen als een blok voor de muziek. In eerste instantie waren dat de highlights, zoals ‘Au fond du temple saint’ en ‘Je crois entendre encore’. Maar al gauw beseften we hoe mooi de hele opera is.” Aldus Marie Vinck in het programmaboek dat Opera Vlaanderen samenstelde. Zij en haar drie collega’s van het Belgische theatercollectief FC Bergman kozen voor Les pêcheurs de perles toen intendant Aviel Cahn hen vroeg om een operaregie te doen – hun eerste.

“Naar ons gevoel werd het stuk nog niet zo vaak ‘hertaald’. Doorgaans plaatst men de opera in zijn oorspronkelijke, oriëntaalse setting. Van dat exotisme blijven wij wat verder weg. Wij verplaatsten het verhaal naar een rusthuis dat uitkijkt op de kust. Tijdens onze eerste luistersessies bleek ons dat het sterk drijft op herinneringen, dat het stuk zo nostalgisch is”, aldus Stef Aerts, aanvoerder van het team dat tekent voor regie, decor en lichtontwerp.

Het is even slikken om bejaarden aan formicatafeltjes te zien, in een sfeerloze ruimte onder fel wit licht, terwijl ze vol hartstocht zingen over het gloeiende strand bij de blauwe zee waar ze hun tenten hebben opgeslagen. Dit bejaardenkoor van Opera Vlaanderen heeft blijkbaar van het ronddravend verzorgend personeel gouden en zilveren stembandjes geïmplanteerd gekregen. De spanning loopt op als een nieuwe bejaarde de zaal binnenstapt, genaamd Nadir, geen parelvisser, maar een woudloper. Hij is de jeugdvriend van Zurga, die net tot nieuwe leider is gekozen.

Nadir zingt een tekst die aanzette tot deze ‘hertaling’ van De Parelvissers tot nostalgisch bejaardenhuisdrama: “Vrienden, bij jullie hoop ik die goede oude tijd opnieuw te beleven!” Het is een wonder om te horen hoe zoet en hoog de heldere tenorstem uit de tot bejaarde man geschminkte Charles Workman komt. Bas-bariton Stefano Antonucci slaagt erin qua stem en acteren een geloofwaardige Zurga te verbeelden.

Hokusai-golf

Bizet en zijn librettisten Michel Carré en Eugène Cormon situeerden hun verhaal op een sprookjesachtig tropisch eiland (Ceylon, zoals in de regieaanwijzing staat). Bij een tempel van de Brahmanen beleven Zurga en Nadir een liefdesshock bij het aanschouwen van een priesteres, Léïla, die als een godin wordt aanbeden door het volk. Die ervaring doet hen de liefde afzweren. Daar staan ze, beide bejaarde mannen, na jaren weer samen.

Het regieteam heeft hier een prachtige coup-de-théâtre voor bedacht. Het toneel draait naar een exotisch beeld. Een enorme golf in de stijl van de Japanse prentkunstenaar Hokusai draagt een nimf, terwijl Nadir en Zurga het onverwoestbare duet ‘Au fond du temple saint’ zingen.

Een enorme golf in de stijl van de Japanse prentkunstenaar Hokusai domineerde het decor. (© Annemie Augustijns / Opera Ballet Vlaanderen)

Het toneel draait vervolgens terug naar de bejaardenzaal. Jaarlijks bezoekt een zeegodin de parelvissersgemeenschap; in deze productie wordt een stokoude vrouw opgedragen in een rolstoel, terwijl het koor haar toezingt en om haar bescherming smeekt. Zet sopraan Elena Tsallagova in haar reactie bewust een iets scherpere stem op, passend bij haar oude karakter? Ze herkent Nadir, die op de achtergrond staat, en omgekeerd hoort hij in haar stem de vrouw van lang geleden: Léïla.

Afgestroopt

In de verbeelding van het regieteam FC Bergman wisselen het heden in het bejaardenhuis en de ‘goede oude tijd’ elkaar gestadig af door het draaien van het toneelplateau, waardoor ook een mortuarium en een bejaardenkamer worden getoond. Een tweede theatrale klapper maakt de regie door tijdens het duet van Nadir en Léïla de oude Léïla te laten veranderen in de jonge godin van toen. Zij stroopte letterlijk haar oude huid af.

Vanaf dat moment zingt Elena Tsallagova met een zoetere stem dan als oude vrouw. Ze verleidt Nadir om zijn gelofte tot kuisheid te breken. Nadir blijft overigens de oude man. De regie heeft een tweede koppel Nadir-Léïla toegevoegd, een bruisend jong danspaar, dat als Adam en Eva zonder vijgenblad onder de golf danst.

De ‘hertaling’ werd door het premièrepubliek vrijdagavond in de Opera Antwerpen met groots applaus gewaardeerd. Dat gold zeker voor het koor, dat de even krachtige als prachtige koorpartijen met messcherp ritmisch gevoel zong en ook de zoetvloeiende lijnen meeslepend verzorgde. De Belgische dirigent David Reiland bleek het soms vurige melos van Bizet goed aan te voelen. Met het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen zorgde hij voor exotische sferen, die al te vaak ver te zoeken waren in de realistische verbeelding.

 

Vorig artikel

Nézet-Séguin leidt emotionele Traviata

Volgend artikel

Nederlands trio in Humperdinck-reprise

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman