Vandaag, 10 januari 2019, bestaat Place de l’Opera tien jaar. Wat begon als een klein initiatief om operaliefhebbers en -professionals een platform te geven, is dankzij de inzet van velen uitgegroeid tot hét operamedium van Nederland. Ik ben er trots op.

Elk land met een gedegen operaleven verdient een operamagazine. Een platform – of het nu van papier is of allemaal achter de dubbele punt van https staat – waar liefhebbers van opera geïnformeerd en geïnspireerd worden en waar professionals uit de operawereld stem kunnen geven aan hun ideeën, ervaringen en nieuwe projecten.

In Nederland zijn diverse pogingen ondernomen om zo’n magazine op te richten en levensvatbaar te maken. Toen ik echter in het najaar van 2008 als jonge journalist met een groot hart voor muziek en in het bijzonder opera naar nieuwe kansen zocht, trof ik geen medium aan dat werkelijk aan de omschrijving voldeed. In mijn jeugdige overmoed richtte ik Place de l’Opera op, genoemd naar het plein voor het Palais Garnier in Parijs, maar dan een tikkie vernederlandst.

Een organisator van muziekreizen hielp me op weg, maar al snel gaf Eskes Media het initiatief vaste grond onder de voeten. Dankzij de lange adem en online expertise van uitgever Nando Eskes kon het magazine volwassen worden.

De steun vanuit de operawereld was van meet af aan genereus. Nog voor de lancering op 10 januari 2009 begon ik proef te draaien en veel gezelschappen en concertzalen waren graag bereid te helpen. In alle tien jaren heb ik veel waardering en ook dankbaarheid voor ons werk ervaren. Waar de ruimte voor operajournalistiek in dagbladen en klassiekemuziekbladen spaarzaam is, kan op Place de l’Opera vrijwel alles aangekondigd en besproken worden. Ik zie ons magazine graag als een luidspreker voor al die kleinschalige initiatieven die naast de grote producties het operalandschap verrijken, natuurlijk zonder dat de grote huizen vergeten worden.

Mijn voorkeuren en stokpaardjes verdwenen – gelukkig – naar de achtergrond

Place de l’Opera begon als eenmansoperatie, maar na tien jaar staan 67 auteursnamen in mijn systeem. Uit alle mogelijke hoeken raakten bekwame schrijvers met een grote liefde voor opera bij het magazine betrokken. Sommigen schreven eenmalig, anderen hebben inmiddels tientallen bijdragen achter hun naam staan. Redacteur François van den Anker heeft met meer dan 1.400 artikelen een onschatbare bijdrage aan de ontwikkeling van ons magazine geleverd en breidde onze tekstuele corebusiness eigenhandig uit met podcasts, inmiddels bekend onder de mooie naam Studio Nibelheim.

De vermenigvuldiging van auteurs heeft Place de l’Opera uit de blogsfeer gehaald en heeft het magazine een professioneel karakter gegeven. Mijn voorkeuren en stokpaardjes verdwenen – gelukkig – naar de achtergrond, zodat de lezer zich in een veelvoud aan opvattingen en perspectieven kon verdiepen. Opera beleven is persoonlijk en subjectief; hoe diverser onze scribenten, hoe relevanter ons werk.

Het huidige schrijversbestand reikt over de Nederlandse grenzen, met correspondenten in onder meer Berlijn, München, Wenen, Zürich en Amerika. Het is mijn grote wens om onze tentakels verder uit te spreiden, zodat we in de toekomst – naar voorbeeld van de gerenommeerde operamagazines in naburige landen – alle belangrijke premières in Europa kunnen verslaan.

Hoe staat Place de l’Opera er na tien jaar voor? Onze bezoekersaantallen zijn goed en we zijn erin geslaagd om met louter relevante en interessante adverteerders financieel levensvatbaar te blijven. De artikelenstroom is nooit droog komen te liggen en dat willen we natuurlijk zo houden.

Place de l’Opera is letterlijk vanaf elke locatie ter wereld voor iedereen toegankelijk, helemaal gratis. Bezoekers van de site worden niet lastiggevallen met opdringerige promotie en pop-ups die bedelen om een abonnement op de nieuwsbrief. Onze drempels zijn laag. Die nieuwsbrief is trouwens wel de moeite waard (zie de rechterkolom). In het kader van ons jubileum wordt die deze maand vernieuwd.

Er wordt achter de schermen ook hard gewerkt aan een vernieuwing van de website – zowel qua vormgeving als qua techniek – maar dat laat nog even op zich wachten. Het is eerst tijd voor feest! Januari beschouwen we als onze jubileummaand en we zullen u nog regelmatig verrassen met bijzondere jubileumbijdragen.

Hartelijk dank voor uw interesse in ons magazine. Ik vind het geweldig dat we in tien jaar tijd zo’n trouwe en betrokken lezersgroep hebben weten te vergaren. Op naar ons derde lustrum!

Uw hoofdredacteur