Doelen werkt Messiaen-trilogie fraai uit
Over twee avonden verdeeld bood De Doelen in Rotterdam deze week een unieke presentatie van drie werken die Olivier Messiaen tussen 1945 en 1948 schreef. Een evenement dat vroeger alleen in het Holland Festival te beleven zou zijn, maar nu zomaar in het reguliere concertprogramma opdook.
De liefde en de dood, op die thema’s baseerde Olivier Messiaen drie composities van zeer verschillende aard: een lied voor sopraan en piano met de titel Harawi, een onbegeleid koorwerk voor twaalf stemmen onder de naam Cinq rechants en een door hem als symfonie betiteld werk voor groot orkest, genaamd Turangalîla. Hij zette de drie stukken onder één noemer: La Trilogie de Tristan et Yseult, een drieluik over Tristan en Isolde.
Het mooist was het geweest als de drie werken op één en dezelfde dag in de volgorde van hun ontstaan uitgevoerd waren, als een soort Messiaen-marathon: eerst Harawi, dan Turangalîla en ter afsluiting de Cinq rechants. De Doelen had er echter voor gekozen om op woensdagavond in de Jurriaanse Zaal af te trappen met de Cinq rechants (twintig minuten) en Harawi (een uur). Die twee nummers vormden al een hele aanslag op het concentratievermogen, dus de adempauze naar donderdagavond was terecht. Turangalîla vergt anderhalf uur luistertijd. De philharmonie zuidnederland speelde deze tiendelige lofzang op de liefde in de Grote Zaal. De publieksopkomst was behoorlijk voor deze toch ‘moeilijke’ stukken.
Toepasselijk programmeerde het orkest vóór Messiaens symfonie Vorspiel und Liebestod uit Wagners verklanking van het verhaal over de dodelijke liefde van Tristan en Isolde. Het werk werd met een teder-mooie strijkersklank ingezet, waarna chef-dirigent Dmitri Liss het naar het kolkende hoogtepunt voerde. Een waardige opmaat naar Messiaen. Die voelde zich net als Wagner aangetrokken tot het verhaal, alleen Messiaen maakte er geen opera op. “Ik behield van deze mythe alleen het idee van fatale en niet te onderdrukken liefde, die in de regel tot de dood leidt en die tot op zekere hoogte de dood ook oproept”, aldus Messiaen.
Innig en sensueel
Bij het componeren van Harawi (Chant d’amour et de mort) speelde op de achtergrond mee dat Messiaens vrouw Claire Delbos door een zeldzame hersenziekte totaal dement werd, en dat er tussen Messiaen en zijn leerlinge Yvonne Loriod een heftige liefde opbloeide. In feite voor de gelovige componist een verboden, onmogelijke liefde. Pas na de dood van Claire werd Yvonne zijn tweede vrouw.
Het wekt de indruk dat hij in de twaalf door hemzelf geschreven gedichten een lofzang samenstelde op Claire, verscheidene keren aangesproken en aangeduid als ‘colombe verte’ (groene duif). Hij zette er emotionele, persoonlijke muziek onder, zowel innig en sensueel van karakter als uitbarstend in fonteinen van vitaliteit. Messiaen beperkte zich niet tot het Frans, maar ging over de grens van extase heen door woorden en vooral ritmen en klanken te benutten uit de door hem bewonderde Indiaans-Peruaanse cultuur.
De Duitse sopraan Caroline Melzer slaagde er met haar lichamelijk uithoudingsvermogen en haar stemkwaliteiten glansrijk in om alle gevoelshoeken van de teksten en de noten een uur lang over te dragen. Vlak evenwel de pianopartij niet uit: een evenwaardige laag aan expressies als de zangpartij. De Zwitserse pianist Cédric Pescia bouwde een indrukwekkend decor op, van fijnzinnige loopjes tot donderend complexe akkoorden. Waarom dat geweldige klankbeeld moest worden voorzien van een pseudomystieke fotocollage is mij een raadsel. Zinloos en afleidend.
Met veel gevoel voor lyriek had Daniel Reuss daaraan voorafgaand de Cinq rechants, ook op tekst van Messiaen, laten zingen door twaalf prachtige stemmen uit Cappella Amsterdam. In de teksten legt de componist-dichter een relatie tussen beroemde dodelijke liefdes bij Isolde, de Griekse zanger Orfeo en hertog Blauwbaard. Erotisch van uitstraling zijn deze liederen, met hoge uithalen in de sopraanpartijen en pruttelend diepe basklanken. Vocaal een fascinerend avontuur van grote klasse.
Waaier aan expressies
Al zijn hartstochten en gedachten over de liefde en de dood vatte Messiaen samen in het gigantische orkestwerk Turangalîla, dat gerust gekwalificeerd kan worden als een instrumentale opera. Twee thema’s gloeien door heel het complexe werk: de mannelijkheid (in Messiaens terminologie het standbeeld) en de vrouwelijkheid (bloementhema). Er zijn twee instrumentale hoofdrolspelers: de piano en de ondes martenot, een elektronische uitvinding uit 1928 van ingenieur Martenot.
De weergaloze klankuitspattingen die de Franse pianist Roger Muraro met adembenemende techniek realiseerde, stonden tegenover de bedwelmend zoete glissandi uit het voorwereldlijke toetsenbord van de ondes martenot, bespeeld door de Française Nathalie Forget. Piano en ondes acteerden in een waaier aan expressies: klarinetten in innige duetten, machtige brassbandklanken, sensuele strijkers en een diversiteit aan klinkend slagwerk.
Hoe complex ook, bij Messiaen blijft de muziek altijd zingen in grote, melodische bogen. Dirigent Dmitri Liss stuwde het enorme orkest naar de extase die Messiaen in de ritmen en klankleuren opbouwde, mede door het gebruik van Indiase motieven. De philharmonie zuidnederland leverde een topprestatie in deze schitterend uitgewerkte Messiaen-trilogie.
Turangalîla wordt zondagmiddag door de philharmonie zuidnederland herhaald in het Muziekgebouw Eindhoven (14.15 uur). Op You Tube staan prachtige uitvoeringen van Harawi en van Cinq rechants, zelfs met partituur.