FeaturedOperarecensie

Sterke DNOA-cast siert Händels Radamisto

De Dutch National Opera Academy opent ieder jaar met een volledige operaproductie. Dit jaar bracht de academie de Nederlandse première van Händels opera Radamisto. De cast van afgelopen zaterdag maakte er een mooie voorstelling van, zij het met een paar kanttekeningen.

Stephanie Desjardins en Helena Koonings in Radamisto. (© Jan Hordijk / Dutch National Opera Academy)

Radamisto is een vrijwel vergeten werk van Händel, type dertien in een dozijn. Het orkest speelt de gebruikelijke Händel-muziek, de solisten zingen de welbekende aria’s met eindeloze herhalingen en het libretto voegt een nieuwe dimensie toe aan het begrip ongeloofwaardig. Waarom dan toch de keuze voor dit werk?

Een beetje oneerbiedig geformuleerd: het betreft een ‘schoolvoorstelling’. De studenten van DNOA moeten als onderdeel van hun opleiding podiumervaring opdoen in een volwaardige, geënsceneerde operaproductie, ten overstaan van een betalend publiek. Dan wordt de keuze al gauw bepaald door de match tussen de in te zetten zangers en de beschikbare rollen. Radamisto vraagt om een groot aantal vrijwel gelijkwaardige solisten en dat biedt de academie de mogelijkheid om (in een dubbele bezetting) iedereen aan bod te laten komen. Zelfs nog met enige versterking van buitenaf.

Er is ook nog de kwestie van mannen- en vrouwenrollen. In een barokopera kan daar gemakkelijk een mouw aan worden gepast; vrouwen die mannenrollen vertolken is de gewoonste zaak van de wereld. Opmerkelijk detail is dat regisseur Harry Fehr ervoor gekozen heeft om de rol van prins Tigrane niet slechts door een vrouw te laten zingen, maar er ook een prinses van te maken. Pikant in deze context, aangezien Tigrane hopeloos verliefd is op Polissena, de echtgenote van koning Tiridate. Deze vrouwenliefde geeft een actueel tintje aan de productie. Het volledige verloop van de handeling wordt er direct of indirect door bepaald.

Impulsieve dictator

Het verhaal speelt zich af tijdens een oorlog tussen Armenië en Thracië, zo’n tweeduizend jaar geleden. Fehr heeft dat tijdlozer willen maken, maar het gebruik van legeruniformen en een decor met zuilengalerij in de Italiaanse stijl van de jaren dertig plaatst het toch wel nadrukkelijk in de periode van het fascisme. Militairen in zwart uniform lijken sprekend op Arditi, en Tiridate heerst als impulsieve dictator over Armenië.

Tiridate heeft zijn zinnen gezet op Zenobia, de dochter van de koning van het naburige Thracië, Farasmane. Deze is getrouwd met Radamisto, de broer van Polissena. Het is zodoende een familiekwestie. Om Zenobia te veroveren, verklaart Armenië Thracië de oorlog. Tal van verwikkelingen volgen en uiteindelijk schikt Tiridate zich in zijn lot: hij zal het zonder Zenobia moeten doen en de reeds verstoten Polissena weer in genade moeten aannemen.

Vocale zeepkistmomenten

Sopraan Stephanie Desjardins (Polissena) was voor mij de ster van de avond . Ze heeft prachtige aria’s, zij het op onbenullige tekst. Als ze bijvoorbeeld in de eerste scène door haar man de kamer wordt uitgestuurd (“Ga weg, vrouwmens”) zingt ze minutenlang: “Wil je dat ik weg ga?” (“Tu vuoi ch’io parta?”). Het deerde haar niet. Geheel in de sfeer van Händels dagen liet ze het ene vocale hoogstandje op het andere volgen.

Scène uit Radamisto. (© Dutch National Opera Academy)

Fehr gaf in een interview aan dat hij een oplossing zocht voor het stilzetten van de handeling tijdens al die vocale zeepkistmomenten. Iemand zingt, maar verder gebeurt er niets. Dat werd met wisselend succes opgelost. Het besprenkelen van de gevangengenomen Farasmane met sterke drank en de dreiging hem vervolgens aan te steken was grof, maar effectief in die zin dat het karakter van Tiridate erdoor werd uitgelicht.

Het in mijn beleving nogal knullige gewijs en gezwaai met pistolen en messen was minder geslaagd. Het is theater, dus als iemand zich minutenlang tussen twee personen posteert, zal het publiek dat accepteren als betrokkenen de juiste lichaamstaal hanteren. Dreigen met kinderpistolen doet daar ernstig afbreuk aan.

Dat de spelers bij wijlen nogal houterig overkwamen, was zonder twijfel een gevolg van de personenregie, die iets wilde uitbeelden zonder een echte keuze te maken. Is de setting militaristisch (met al die uniformen) of spelen we cowboy en indiaantje? Verder werd er regelmatig teruggevallen op clichématige gebaren. De cast wist er niettemin het beste van te maken.

Blauwe jurk

Rolfe Dauz gaf een fraaie vertolking van de oude koning Farasmane, die tal van bedreigingen en vernederingen moest ondergaan – een prima bariton. Zijn kwelgeest Tiridate, tevens zijn schoonzoon, was in handen van tenor Zachery Vandermeulen. Zijn spel was zo goed als de regie en het libretto toelieten, zijn zang was krachtig, maar hier en daar iets te doordringend. Onwillekeurig moest ik even aan Gundula Janowitz denken.

De verliefde Tigrane was in goede handen bij de uitstekend zingende sopraan Helena Koonings, in september runner-up voor de Wagnerprijs tijdens het IVC, waarvoor haar door het Wagnergenootschap een Bayreuth-stipendium werd toegekend.

Het koppel Zenobia en Radamisto werd gezongen door twee vrouwen. Sopraan Linsey Coppens gaf Zenobia’s aria’s veel glans. De Radamisto van mezzosopraan Serena Perez kwam eveneens goed uit de verf. Aan haar kostuum had overigens iets meer aandacht besteed mogen worden.

Aardig detail was de blauwe jurk die Zenobia kreeg aangemeten toen ze als oorlogsbuit in het paleis van Tiridate was aangekomen. Bijna hetzelfde gewaad en in exact dezelfde kleur als die waarin haar voorganger Polissena de hele avond rondliep. De koningin is verstoten, leve de koningin.

Met een pocketversie van het Residentie Orkest in de bak was sprake van een luxebezetting. De muzikale leiding was in handen van Judith Kubitz. Kent Moussault en Ivan Cheng, beiden gaststudent aan het Koninklijk Conservatorium, stonden haar bij tijdens de repetitieperiode.

Vorig artikel

Brutale klanken in Dangerous Liaisons

Volgend artikel

Richter en Nigl zingen liederen van Wolf

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

1 Reactie

  1. Peter N.G. Vlasveld
    25 januari 2019 at 16:46

    Mijn echtgenote en ik hoorden en zagen vorige zondag (20 januari) de uitvoering van Radamisto in het Koninklijk Conservatorium. In de ‘andere bezetting’ dan die door de heer Peter Franken is gehoord en gezien.
    Ook in de door ons bezocht voorstelling was de vertolkster van Polissena (Judith Weusten) misschien wel de beste bij de solisten. Maar ook Carlos Negrin López als Tiridate presteerde erg goed. Naarmate de operavoorstelling vorderde zijn we meer onder de indruk geraakt van de Koreaanse vertolker van de titelrol. Min Ho Jeong, naam om te onthouden.
    Prima en luxe begeleiding door 27 leden van het Residentieorkest. Op ‘de bok’ kweet mw. Judith Kubitz zich bekwaam van haar rol.
    Producties van DNOA…, nog nooit teleurgesteld!