Met de Rheingold Express naar Nibelheim
Het Musiktheater im Revier in Gelsenkirchen komt tegen het einde van dit seizoen met een op zichzelf staande productie van Das Rheingold. Aanleiding is de sluiting van de laatste kolenmijn in het Ruhrgebied, maar daar is in de regie van Michael Schulz weinig van te merken.
Het moest een bijzondere productie worden, deze Rheingold, waarin het einde van het ‘Bergbau-tijdperk’ zou worden gememoreerd. Uiteindelijk was er slechts een mijnkarretje te zien waarin Wotan en Loge het ondergrondse domein van Alberich binnenreden. Komt vaker voor dat beeld, het is immers een goudmijn…
Het kan zijn dat intendant en regisseur Michael Schulz zich heeft laten aftroeven door de succesvolle productie van Hans Heiling in Essen. Bij het Aalto-Musiktheater stond dit werk vorig jaar volledig in het teken van de mijncultuur, die zo lang bepalend is geweest voor deze regio. Van die productie is recent een cd-opname verschenen.
Wellicht kozen Schulz en zijn decorontwerper Heike Scheele vanwege die Essener productie voor plan B. Ze zoomden in op een ander stukje nostalgia: de Rheingold Express. De eerste scènes van Das Rheingold spelen zich af in deze trein, die als groot opschuifbaar decorstuk op het toneel staat.
De Rijndochters verschijnen van achter de bar in het restauratierijtuig. Een filmprojectie suggereert dat buiten alleen maar water is; we zitten met trein en al in de Rijn. Zo nu en dan duiken de meiden door een raam naar buiten en komen dan verderop weer naar binnen. Ook Alberich weet die route te volgen. Leuk spel van het viertal.
Na de goudroof verschuift de trein, waardoor het slaaprijtuig in beeld komt. Wotan verschijnt en doet zijn schoenen uit om de slapende Fricka niet wakker te maken. Hij heeft geen trek in lastige vragen – leuk detail. Freia ligt in een aangrenzende coupé en kruipt onder het bed als de reuzen eraan komen. Die zingen geheel buiten beeld. We zien slechts hun projectie, waarin ze zo nu en dan iets mimen. Een matige oplossing voor hun binnenkomst.
Zodra Wotan en Loge afdalen naar Nibelheim verdwijnt de Rheingold Express, om niet meer terug te keren. Hij was al aangekomen bij een station met de naam Walhalla en verder moest de toeschouwer maar zijn fantasie gebruiken. Nibelheim is leeg, op een bureau na. De twee schatrovers arriveren in het mijnkarretje. Ook in de laatste scène blijft het toneel leeg. Kennelijk waren Schulz en Scheele door hun ideeën heen, of door hun geld.
De oplossingen voor lastige scènes, zoals het gevangennemen van Alberich en het afnemen van de Ring, waren van een bedenkelijk niveau. Dat kan echt veel beter. Slechts Frank Castorf maakte zich er nog gemakkelijker van af in Bayreuth. De productie moet het vooral van aardige details hebben om de interesse vast te houden.
Bladzijden Wotan
Muzikaal viel de voorstelling ook tegen. Dirigent Giuliano Betta was onvoldoende in staat de Neue Philharmonie Westfalen op haar gebruikelijk niveau te laten spelen. Bij wijlen klonk het rommelig, er werden veel fouten gemaakt, het liep niet altijd gelijk met de zangers en de balans was soms zoek.
Zo kwam Bastiaan Everink, toch niet iemand met een kleine stem, soms niet goed boven het orkest uit als Wotan. Dat kan hem natuurlijk niet worden aangerekend, maar in mijn beleving liep het verder ook niet echt lekker bij de in deze rol debuterende Nederlandse ster. Van een vloeiende vertolking van zijn rol was nauwelijks sprake, alsof hij maar niet in de juiste groef wist te komen. Het bleef vooral bij bladzijden Wotan voordragen in plaats van een operarol vertolken. Ik hoop van harte dat Everink in komende voorstellingen beter uit de verf gaat komen.
Zijn hulp in hoge nood Loge bleek in goede handen bij Cornell Frey, een uitstekende karaktertenor, die de rol alle eer aandeed. Frey haalde eigenhandig het niveau van de voorstelling op naar acceptabel. Aardig detail was dat hij in de eerste scène onopvallend aan een hoektafel in het restauratierijtuig zat en wat consumeerde. Een soort Hitchcock-moment.
De Alberich van Urban Malmberg was aanvankelijk tamelijk onopvallend. In de scène met de Rijnmeisjes droeg hij een hoedje dat hem op een wandeltoerist deed lijken. Geen wonder dat ze hem voor ongevaarlijk hielden. In Nibelheim was Malmberg een wat rauwere klant, die vocaal goed aan de eisen van zijn rol kon voldoen.
Fricka en Erda
De Rijndochters maakten er zingend en spelen een mooi optreden van. Uitdagend gekleed en ondeugend in hun gedrag troffen ze in alle opzichten de juiste toon, met Bele Kumberger (Woglinde) als stralend middelpunt. Petra Schmidt voldeed goed als Freia. Haar personage bleek zich toch al wel een beetje aan Fasolt te hebben gehecht.
Zeer geslaagd was het optreden van Almuth Herbst in de dubbelrol van Fricka en Erda. Herbst wist haar stem zo licht te doen klinken dat het leek alsof Fricka aanvankelijk door een sopraan werd gezongen. Daardoor wist ze goed te contrasteren met de onverwachte transformatie in Erda, duidelijk een mezzo. Daarna liet de regie haar bungelen. Was het nu Fricka die met Wotan het Walhalla betrad of Erda?
Mime kreeg een goede invulling door Tobias Glagau. Zijn zang was goed op niveau, maar Schulz liet hem nogal over de top acteren. De overige rollen waren redelijk bezet. Eigenlijk valt alleen aan die van Fasolt enige eer te behalen en Joachim Maaß slaagde daar redelijk in.
Het is niet geworden wat ik ervan had verwacht, deze speciale Rheingold. Eerder dit seizoen was er in de foyer van het Musiktheater im Revier een uitgebreide tentoonstelling te zien over de geschiedenis van de mijnbouw in het Ruhrgebied. Het leek de opmaat voor een productie die daar een artistieke invulling aan zou geven, maar uiteindelijk werd het een ode aan de historie van de Deutsche Bundesbahn.
Das Rheingold is nog tot en met 30 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van het Musiktheater im Revier.