aus LICHT schitterend uitgevoerd
Wat een fantastische ruimte is de Gashouder, een rond gebouw, afgedekt met een enorme koepel. Het is onderdeel van wat ooit een gasfabriek was in het westelijk deel van Amsterdam en is nu een plek voor culturele manifestaties. Zoals aus LICHT. Dankzij die ruimte werd de Stockhausen-trilogie op het Holland Festival een spectaculaire show van licht, geluid en beweging.
Tijdens lange pauzes tussen de intensieve en vooral langdurende fragmenten uit de zeven opera’s die Karlheinz Stockhausen componeerde over de zeven dagen van de week, konden de ruim duizend bezoekers op adem komen. De ambiance van het aangrenzende Westerpark bood genoeg ontspannende wandelpaden, ligweiden en terrassen, feestelijk beschenen door een stralende zon, om de overweldigende fantasieën in klank en beeld te verwerken. Deze drie dagen deden een ware aanslag op de zintuigen, op de geest en dus ook op het lichaam.
Gezien de enorme investeringen en inspanningen tijdens de meer dan twee jaar voorbereiding op deze trilogie, vraag ik mij af of het mogelijk is om de complete cyclus van zeven opera’s daadwerkelijk te realiseren. Misschien zal het ooit lukken in het Ruhrgebied – waar nogal wat operahuizen, festivals en conservatoria bij elkaar staan, en waar veel industriële hallen dienstdoen als culturele centra – maar zal het publiek werkelijk in staat zijn om alle zeven dagen achter elkaar bij te wonen en te verwerken? Wat mij betreft had ik na deze drie dagen aus LICHT mijn hoofd meer dan vol zitten.
Muisstil luisteren
Terugblikkend ben ik nog steeds het diepst onder de indruk van het eerste deel uit de tweede dag, dat zich zaterdag afspeelde. De koepel kleurde rood door een ingenieuze belichting, aangevuld met accenten van rode lichtbuizen. Ook al betrof het fragmenten uit de opera SAMSTAG, waarin de duivelse Luzifer hoofdpersoon is, met als kenmerkende kleur zwart, toch paste dit rood bij de magische muziek van de fluitsolo getiteld ‘Kathinka’s Gesang’. Speciaal gecomponeerd voor de toen jonge Nederlandse fluitiste Kathinka Pasveer, die nu het project als muzikaal supervisor begeleidt.
Het ‘Gesang’ bestaat uit tweemaal twaalf motieven, die op twee enorme rode schijven werden geprojecteerd. De Nederlandse fluitiste Marta Goméz Alonso, vorig jaar afgestudeerd in Rotterdam, bewoog zich soepel in een zwart kattenkostuum via trappen al fluitend langs de muzieknoten. Een weelde aan klankkleuren en accenten, van schril tot zoet, van het hoogste register tot verbazend basachtige geluiden, daalde neer over het muisstil luisterende publiek.
Aan de solo voegde Stockhausen zes slagwerkers toe. Zij stonden als mythische wezens op podia wijd uiteen langs de muren van de zaal, behangen met klinkende voorwerpen. Een soort Nikkelen Nelis in zesvoud. Vooral door het virtuoze spel van Goméz Alonso een onvergetelijke ervaring.
In datzelfde SAMSTAG treedt Luzifer op in een dans, al werd er niet gedanst, want Luzifer zat op een troon, het hoogste punt van een enorme, trapsgewijze stellage. Daar zaten 88 blazers en slagwerkers opgesteld, die de versterkte zang van Luzifer (de ruig en diep klinkende Australische bas Damian Pass) onder leiding van dirigent Adrian Heger omspeelden.
Het notenmateriaal bestond vooral uit allerlei lage en massieve akkoorden, die in vele varianten gedurende vijftig minuten werden herhaald. Even werd de monotonie onderbroken door Luzifers tegenspeler, de aartsengel Michael, die trompetterend een aanval uitoefende, maar zonder succes afdroop. De massiviteit van de onheilspellende klank uit het enorme blazersensemble ging maar door, en werd mij te veel.
Nogmaals ten strijde
Ook in andere onderdelen tijdens de driedaagse bleek dat Stockhausen weliswaar geniale muziek schreef, maar geen maat kon houden. Tijdens dag drie, zondag, speelde zich zo’n tachtig minuten lang een veldslag af tussen twee legers, het ene bewapend met trompetten, het andere met trombones, beide aangevuld met draagbare synthesizers en slagwerkspullen. Gekleed in soldatenpakken met helm, en met zilverkleurige staketsels op de schouders, bewogen de troepen zich door het publiek. Best een spannend spektakel.
Eén trompettist sneuvelde. Het beeld ging mooi over naar een vrouw die haar armen wijd hield, alsof zij de gesneuvelde wiegde. Met haar zang, begeleid door de trompettist (hij herrijst), was dit een ontroerend beeld. Een prachtig slot van een sublieme scène. Maar neen, niet genoeg voor Stockhausen, want de legers rukten weer langdurig ten strijde. Waarom er daarna nog een doldwaze speler op een synthesizer moest volgen, geen idee.
Ook bij de lengte en de muzikale waarde van het befaamde strijkkwartet in vier helikopters zet ik grote vraagtekens. Niets dan fanatiek tremulerende strijkers, wier schurend gekras gelardeerd werd met het geronk van roterende wieken. En dat zo’n veertig minuten lang. Na vijf minuten was het effect uitgewerkt.
Een bijzondere bijdrage leverden tijdens dag twee een koor van meisjes en een kinderkoor. De meisjes waren gekleed als bruidjes, zoals die vroeger in katholieke processies veel bekijks trokken. Zij schaarden zich om een moederfiguur genaamd Eva, verklankt op een bassethoorn. Het kinderkoor speelde een rol in een scène met de Rattenvanger van Hamelen. Beide koren zongen op verbluffende wijze hun bepaald niet makkelijke partijen en bewogen zich met speciale passen in ceremoniële stoeten door het publiek.
Trompetconcert
De eerste dag (vrijdag) opende met een uitgebreide selectie uit DONNERSTAG, gewijd aan Michael. Het schooltoneelachtige onderdeel ‘Kindheit’ had van mij weggelaten kunnen worden. Het trompetconcert getiteld ‘Michaels Reise um die Erde’ klonk als een ware sensatie. Maar de begeleiding met toeristische video’s, geprojecteerd op grote beeldschermen, was stompzinnig. De projecties stoorden enorm in de beleving van de beeldende muziek.
De Amerikaanse trompettist Jerome Burns speelde zijn virtuoze partij fenomenaal. Naar aanwijzingen van Stockhausen richtte hij zijn instrument naar alle windstreken en kreeg hij weerwoord en aanmoediging uit het voortreffelijk reagerende orkest, gevormd door studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, het instituut dat met het Holland Festival en De Nationale Opera dit project op poten zette.
De conclusie kan alleen maar luiden dat deze veelomvattende Stockhausen-driedaagse werkelijk schitterend werd uitgevoerd, vooral in klank. Ongelooflijk hoe door zo’n vierhonderd medewerkenden op schijnbaar geoliede wijze een veelheid aan soorten muziektheater tot stand werd gebracht. “Een militaire operatie”, zo omschrijven twee projectleiders in het programmaboek deze unieke manifestatie aus LICHT. Er zijn nog kaarten voor de resterende zes voorstellingen (twee cycli van drie).
Zie voor meer informatie de speciale website van aus LICHT.