BuitenlandFeaturedOperarecensie

Grigorian vertolkt ideale Salome in Salzburg

Romeo Castellucci’s Salome keert dit jaar terug op de Salzburger Festspiele voor drie voorstellingen. De bezetting van de hoofdrollen is ongewijzigd gebleven, met Asmik Grigorian in de titelrol. Het werd voor haar opnieuw een persoonlijke triomf, terwijl de productie als geheel met gejubel werd ontvangen.

Alles draait in deze productie om de Salome van Asmik Grigorian. (© Ruth Walz)

Een productie van Romeo Castelluci is feitelijk een totaalkunstwerk. Hij voert de regie en ontwerpt de kostuums en het decor. Alleen voor de choreografie laat hij iemand anders toe in zijn wereld. In een interview dat hij vorig jaar gaf, ging hij in op een aantal facetten die in zijn beleving een belangrijke rol spelen in deze complexe opera van Richard Strauss. Dat heeft me echter niet veel verder gebracht. Zijn Salome leent zich niet voor wijdlopige interpretaties, maar kan het beste gewoon ondergaan worden.

Het brede, ondiepe toneel van de Felsenreitschule wordt in zijn geheel benut. De bogen in de achterwand zijn dichtgemaakt, waardoor het publiek naar een gesloten, grijsgrauwe achterwand zit te kijken, wat bijdraagt aan een sfeer van beklemming. Het toneel is leeg, op een aantal goudkleurige objecten na, die soms wel, soms niet een rol in de handeling spelen. Een grote opening in de vloer geeft toegang tot de cisterne waar Jochanaan zich bevindt.

De kostuums zijn tamelijk eenvormig: mannen in donkere pakken met gedeeltelijk rood geschminkte gezichten. Het is moeilijk de verschillende personages te onderscheiden; allen zijn slechts bijfiguren in het drama dat zich voltrekt tussen de drie protagonisten. Ook Herodias, met groene schmink, wordt nadrukkelijk op de achtergrond gehouden.

Grote dieren

Salome komt op in koninklijke dracht: witte mantel met kroontje over een witte jurk. Een rode vlek suggereert dat ze menstrueert, waarmee wordt benadrukt dat ze weliswaar ongetrouwd is, maar de huwelijkse leeftijd ruimschoots heeft bereikt. Bovendien maakt dit haar extra onaanraakbaar voor de profeet; ze is in alle opzichten een onreine vrouw.

Als Narroboth toegeeft en de profeet naar boven laat halen, blijft deze grotendeels in het duister gehuld. We zien slechts een zwarte schim. Salome spreekt hem toe, hij antwoordt en vervloekt haar. Tot zover is de gang van zaken weinig opmerkelijk. Maar nadat Jochanaan zich weer in zijn kerker heeft teruggetrokken, neemt de handeling een opmerkelijke wending.

Regisseur Romeo Castellucci vormde de Felsenreitschule om tot een beklemmend decor. (© Ruth Walz)

Tijdens het overdonderende muzikaal tussenspel ligt Salome op haar rug en voert een complex, erotische getint ballet uit met haar benen. De choreografie van Cindy van Acker is subliem en de beheersing waarmee Grigorian dit ballet uitvoert is fenomenaal. De erotiek heeft uiteraard betrekking op de opwinding die de ontmoeting met de profeet heeft teweeggebracht. Hij heeft haar op grove wijze afgewezen en zelfs vervloekt, een geheel nieuwe ervaring voor dit luxe wezentje. Tegelijkertijd loopt er een paard rond in de cisterne, een verwijzing naar de fascinatie van jonge meisjes met grote dieren. Wel een beetje clichématig, maar heel effectief.

Op het voordoek was bij aanvang te lezen: “Te Saxo Loquuator”, wat zoveel betekent als “wat de stenen je kunnen zeggen”. Castellucci gebruikt die verwijzing naar de veronderstelde kracht en macht van stenen om Salome’s dans een andere betekenis te geven. Ze wordt vrijwel naakt in de foetushouding op een goudkleurig blok gelegd, waarop in grote letters SAXO staat. Tijdens het muzikale intermezzo daalt langzaam een groot blok van boven neer en dreigt haar te verpletteren. In plaats daarvan wordt Salome echter door het neerkomende blok omhuld, aan het gezicht onttrokken. Ze is tot steen geworden, weliswaar een edelsteen, maar toch. De enormiteit van wat ze zich heeft voorgenomen, heeft haar op voorhand tot een ondode gemaakt.

Terwijl Herodes handenwringend probeert Salome op andere gedachten te brengen, baddert zij wat in een grote plas melk. Hij geeft toe, maar in plaats van het hoofd van Jochanaan ontvangt Salome eerst een paardenhoofd, treffend, en later het lijf van de gedode profeet.

Haar slotmonoloog richt Salome tot beiden. Ze zet ook nog even het paardenhoofd op de romp van de dode man. Ten slotte laat ze zich afzakken in een tweede cisterne en zien we nog slechts haar hoofd als Herodes het bevel geeft haar te doden.

Ideale Salome

Het is heel goed mogelijk deze opera te spelen als ‘Kammerstück’. Dat gebeurt tegenwoordig ook al met werk van Wagner, dus waarom niet bij Salome. Er zit natuurlijk een enorm orkest in de bak, maar door het volume terug te brengen en het toneel klein te houden, kan een vrij intieme, huiselijke sfeer worden verkregen. De productie in Düsseldorf kan hier als voorbeeld dienen.

Feitelijk is Salome niettemin een orgie van geluid en visuele ervaring, een overweldigend theaterstuk. En dat komt pas echt goed tot zijn recht als er een Salome op het toneel staat die alles en iedereen de baas is, ook het orkest, hoe luid ze ook spelen. Dat maakt Asmik Grigorian tot de ideale Salome. Ze heeft een grote stem, waarmee ze op elk moment door het orkest heen weet te snijden, zonder dat het ook maar een moment geforceerd klinkt.

Jochanaan (Gabor Bretz) staat letterlijk in de schaduw van Salome (Asmik Grigorian). (© Ruth Walz)

Salome moet alles in huis hebben: een Isolde, maar ook een Chrysothemis en een Zdenka. Met haar heldere, wendbare stem kan Grigorian die verschillende types overtuigend ten gehore brengen. Wat haar echter tot een unieke vertolker van de beroemde titelfiguur maakt, is haar vermogen zingen en acteren tot een organisch geheel te maken. Dat is overigens iets wat me jaren geleden al opviel toen ik haar voor het eerst in het theater zag als Rusalka bij de Komische Oper Berlin.

John Daszak was vocaal een sterke Herodes, maar kon verder weinig indruk maken: alles draaide hier om Salome. Zelfs Jochanaan bleef, ook letterlijk, in haar schaduw. Bas-bariton Gabor Bretz was vooral een sterk zingende schim. De enige keer dat hij goed in beeld kwam, was toen hij door een stel hulpkrachten met een tuinslang werd schoongespoten. Alsof hij te vies was om straks als lijk het toneel te betreden. Anna Maria Chiuri was een wat hese, protesterende Herodias.

De Wiener Philharmoniker onder leiding van Franz Welser-Möst zorgde voor zeer geslaagde muzikale ondersteuning, hier en daar de hoofdrol opeisend tijdens de tussenspelen. Het enthousiasme van het publiek gold na afloop het orkest en de titelrol in gelijke mate. Grigorian en Welser-Möst werden luid toegejuicht, en volledig verdiend.

Van de tv-opname die vorig seizoen werd uitgezonden, is een blu-ray in de handel gebracht. Elke Straussliefhebber kan zodoende kennisnemen van deze unieke productie.

Zie voor meer informatie de website van de Salzburger Festspiele.

Lees ook onze andere recensies van de Salzburger Festspiele 2019:

Vorig artikel

Belcanto Academy speelt La Cenerentola

Volgend artikel

IVC organiseert Belcanto Summer School

De auteur

Peter Franken

Peter Franken