Matinee wervelend van start met Dante
Het NTR ZaterdagMatinee-publiek hoorde op 14 september twee keer het verhaal van Francesca da Rimini; eerst als symfonische fantasie, daarna als opera. In beide onstuimige composities deelde het Radio Filharmonisch Orkest de lakens uit, met de vijf zangers in mooie, maar bescheiden bijrollen.
Vergilius leidt Dante naar de tweede cirkel van de hel. Een wervelwind sleurt daar onophoudelijk die zondaars mee die zich aan hun wellust hebben overgegeven. Eén schimmenpaar valt Dante op. Het zijn Francesca da Rimini en haar geliefde Paolo Malatesta. Francesca was getrouwd met Paolo’s gebochelde broer Lanciotto, maar Paolo had eigenlijk haar hart. Toen ze een keer samen de romance van ridder Lancelot en Guinevere lazen, konden ze hun verlangens niet meer in toom houden. Dat werd hun ondergang, omdat Lanciotto klaar stond om zich te wreken.
Tsjaikovski zette dit compacte maar aangrijpende drama sprekend op muziek in zijn symfonische fantasie uit 1876. Zijn opwindende verklanking van de wervelkind omkadert een lyrische liefdesscène, die vanuit het niets begint (magistrale klarinetsolo!) en haast uitzinnig eindigt, in een soort hyperclimax die doet denken aan zijn andere fantasie Romeo en Julia. Intens, intenser, intenst. In de apotheose stuwt Tsjaikovski de spanning naar mijn smaak net over de top.
Maestro Stanislav Kochanovsky laat het Radio Filharmonisch Orkest fijnzinnig spelen. De klanken die hij aan het omroeporkest ontlokt, vooral in de intieme momenten, hebben zo’n rijke textuur dat je ze bijna fysiek kunt ervaren.
Dat raffinement klinkt nog sterker door in Francesca da Rimini van Rachmaninov. Het is weliswaar een opera – ruim twintig jaar na Tsjaikovski’s compositie geschreven, op een libretto van Pjotr Iljitsj’ broer Modest – maar het orkest is wederom de grote verteller. Lanciotto’s worsteling met zijn onbeantwoorde liefde, het hevige smachten van Francesca en Paolo, het moment dat ze toegeven aan hun verlangen, de letterlijk helse gevolgen: het is allemaal te horen in Rachmaninovs orkestpartij, piekfijn uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest. Het Groot Omroepkoor voegt zich er op onnavolgbare wijze bij, met nagenoeg tekstloze zang, die soms zo subtiel uit de orkestklank opdoemt dat je je oren niet kunt geloven.
De proloog en de epiloog van Rachmaninovs opera spelen zich af in de hel. Daartussen wordt als een flashback de tragische geschiedenis in Rimini gespeeld. In twee korte scènes moeten Francesca (Maria Bayankina), Paolo (Oleg Dolgov) en Lanciotto (Vladislav Sulimsky) hun verhaal neerzetten. Het is te summier om echte karakters tot leven te wekken. De solisten fungeren eerder als figuranten in het orkestrale verhaal. Zo benadert Kochanovsky het ook enigszins: het orkestspel domineert vaak de zang.
In de liefdesscène bindt de dirigent één keer stevig in. Het zet alle spotlights op Francesca en Paolo. Nayankina en Dolgov nutten dat fraai uit in emotionele samenzang. Het enige moment dat ik het gevoel had echt naar een opera te luisteren.
De NTR ZaterdagMatinee zet zijn seizoen op 28 september voort met de wereldpremière van Hercules, een nieuwe opera van Rob Zuidam. Lees er binnenkort meer over op Place de l’Opera.