Sterk spel redt Don Pasquale in Londen
Terwijl publiek in honderden bioscopen live meekeek, voerde het Royal Opera House afgelopen donderdag Don Pasquale uit. Place de l’Opera zat in de zaal in Londen en zag hoe de cast het publiek voor zich wist te winnen.
Damiano Michieletto’s productie van Don Pasquale is even wennen. De mengeling van stijlen, waarbij vooral zwart, wit en groen domineren, is geen mooi gezicht. In de zaal is dat al zo, en vermoedelijk komt dat in de bioscoop nog meer op je af.
Het verhaal is verplaatst naar de huidige tijd, maar Don Pasquales oubollige huis en auto lijken uit de jaren zestig te komen (op zich conform libretto). Het huis is ontdaan van muren, maar er zijn wel zwevende deuren, die geopend moeten worden voordat de personages elkaar kunnen ‘zien’. Een abstracte constructie van lichtbuizen vormt het dak. Er kringelt gelukkig wel heel gezellig rook uit de schoorsteen.
Je zou het een botsing van drie stijlen kunnen noemen: het realistische interieur, het abstracte dak en het monotone zwarte achterdoek dat voortdurend domineert. Dat zwart maakt het een vervelende voorstelling. Twee keer vervangen greenscreens het zwart, maar dat maakt het niet beter. Vanwaar deze lelijke productie? Dit ben ik niet van het Royal Opera House gewend. Wellicht komt het omdat het een coproductie met de Opéra national de Paris is, waar het decor ontworpen en gemaakt is.
Na de pauze wordt het zwarte doek weggefrommeld en is een strakke, witte achtergrond te zien. Een verademing. Het verwijst natuurlijk naar de ommezwaai die Norina creëert in het leven van de conformistische Don. Maar Don Pasquale zou een makkelijk verteerbare komedie moeten zijn, niet een uitdaging van de zintuigen.
Het is het sterke spel van de cast dat me uiteindelijk toch het verhaal intrekt en me voorbij de bevreemdende setting laat kijken. De grappen vallen goed en de personenregie is sterk qua herkenbaarheid: is Don Pasquale in de 21ste eeuw niet nog steeds een mogelijk bestaand persoon?
Door die vraag positief te beantwoorden, verlegt Michieletto de focus van de opera wel enigszins. Pasquale is in zijn productie niet het oude heertje (in de zeventig volgens het libretto) die zijn machtspositie aanwent om een jonge bruid zijn kluizenaarsleven in te lokken. Hij is iemand met een midlifecrisis, in ontkenning van het ouder worden, die wil vasthouden aan het huwelijksideaal van vroeger en met zijn zakelijk succes achter de hand een bruid voor zijn ideaal probeert te strikken.
Bryn Terfel, die inmiddels ook wat ouder is, is goed op zijn plek in deze rolinterpretatie. Hij speelt Pasquale voldoende komisch en zingt de rol goed. Het is niet echt een partij die gemaakt is voor de lyriek, dus zijn soms wat grove streken passen wel. Maar toch mis ik het oude, eigenzinnige heertje.
Olga Peretyatko is de redder in nood. Zij is de perfecte Norina: ze beheerst de partij vocaal én zet perfect het brutale personage neer. Fantastisch is de scène waarin ze doet alsof ze de zus van Malatesta uit het klooster is. Het klopt allemaal zo mooi dat ik Peretyatko de reden vindt om deze voorstelling te zien.
De zang van Ioan Hotea (Ernesto) is me iets te zacht en Markus Werba (Malatesta) valt soms weg in de meer lyrische passages. In de bioscoop zal dat ongetwijfeld beter uitgebalanceerd zijn geweest.
Donizetti schreef met Don Pasquale een sterke komedie, die mijns inziens gebaat is bij een wat oorspronkelijker benadering dan in Londen te zien is. Maar het enthousiasme van het Londense publiek was er niet minder om.